Reacties? Klik hier om
|
Rambouillet werd geen Dayton
Het antwoord op de vraag hoe het in Rambouillet
bereikte 'deelakkoord' over Kosovo geëvalueerd moet worden, hangt samen met de
verwachtingen die men heeft geuit bij aanvang van de onderhandelingen. De co-voorzitters
van de conferentie, de Britse minister van Buitenlandse Zaken Cook en zijn Franse
ambtgenoot Védrine, dachten aanvankelijk in termen van een nieuw Dayton. Dat
was weinig realistisch, zo niet naïef. Vanuit zo'n optiek is het resultaat van
Rambouillet een grote tegenslag. Kwam het Europese initiatief om een conferentie als
in Rambouillet te organiseren dan te vroeg? Nee. Indien er hoop is om escalatie van
bloedvergieten te voorkomen, is elke poging om tot een oplossing te komen van belang.
Alleen, in de beginfase van een dergelijke oorlog mag men van vredesbesprekingen de
verwachtingen niet té hoog stellen. Verder moeten in die fase besprekingen uit de
prestigesfeer gehaald worden. Helaas gebeurde dat niet. Europa klopte zich vooraf wat op
de borst; het zou gaan bewijzen wat het waard was. De inspanningen van de EU en de VS komen te laat De EU en de VS hadden wel iets substantieels tot stand kunnen brengen, als zij vóór (of in) 1996 een 'Rambouillet' hadden georganiseerd. Tot 1996 was de strategie van geweldloosheid van 'president' Rugova dominant in Kosovo. Die strategie bracht geen opzienbarende resultaten, maar was functioneel for the time being. Bloedbaden werden verhinderd en Rugova verwierf prestige en gezag in het Westen en daarbuiten (onlangs werd hij voor zijn vreedzame stijl van politiek bedrijven overigens nog bekroond met de Sacharov-prijs). Indien men in die tijd Servië krachtig onder druk had gezet om de autonomie in Kosovo te herstellen, of dit bijvoorbeeld had gerelateerd aan het akkoord van Dayton, zou dit door Miloevic zonder meer aanvaard zijn. De wending kwam na de tumultueuze zomer van 1996 in
Albanië, toen daar de wapendepots werden geopend en de zwarte markt zich meester maakte
van de inhoud ervan. Even belangrijk is dat rond dezelfde tijd radicale Kosovo-Albanezen
besloten de strategie van lijdelijk verzet van Rugova vaarwel te zeggen, en te kiezen voor
de weg van de guerrilla. Daarmee was de geest uit de fles. Een jonge guerrillabeweging is
sterk gemotiveerd, overschat zichzelf vaak en wil ook het eigen volk overtuigen van de
juistheid van de gemaakte keuze. Kortom, ze wordt gekenmerkt door onverzoenlijkheid en een
radicale opstelling. Dit in ogenschouw nemend, is het 'bijna-akkoord' van 23 februari,
waarbij de Albanezen - zij het zonder handtekening - akkoord gingen met autonomie voor
Kosovo binnen Servië gedurende minimaal drie jaar, opmerkelijk te noemen. De Albanezen hadden Rambouillet in februari moeten tekenen Nu is niet onmogelijk dat de Serviërs op dit alles,
of op delen van het akkoord, terugkomen op 15 maart, de datum waarop het overleg in
Rambouillet volgens afspraak wordt hervat. Een misser dus voor de Albanese delegatie. Te
meer omdat twee praktische consequenties van het 'akkoord', namelijk stationering van een
buitenlandse vredesmacht en het neerleggen van de wapens door het UÇK, verreweg het
heetste hangijzer blijken te zijn. Voor een prille guerrillabeweging is het nu eenmaal
moeilijk de wapens waaraan ze hun macht ontlenen, neer te leggen. En voor de Serviërs
impliceert het toelaten van een internationale vredesmacht in wezen het opgeven van de
soevereiniteit over Kosovo. Met zo'n nieuw offensief zijn we overigens terug bij
af. De emoties zullen meteen oplaaien en hervatting van het vredesoverleg op 15 maart kan
men dan wel vergeten. Anders gezegd: was het gezien dit risico wel zo slim dat de Albanese
Kosovaren, evenals de organisatoren van de conferentie, de Servische delegatie hebben
laten weggaan met een ongetekend akkoord? Ze nu weer terughalen naar Frankrijk zou wel
eens een hele toer kunnen zijn. Zover is het echter nog lang niet. Ik voorzie
vertraging door het toestaan van overleg met de achterban tijdens of halverwege een
vredesconferentie. Onderhandelaars dienen een mandaat tot het nemen van besluiten te
hebben, anders dienen zij niet te participeren in de besprekingen. Het argument eerst met
de achterban te willen overleggen, alvorens het bereikte akkoord te ondertekenen, was een
zwaktebod. Zijn de twee conflictpartijen dan toch, zoals eerder gesuggereerd, nog te
weinig strijdensmoe? Voor het niet of half slagen van de besprekingen in Rambouillet
dragen ze overigens beiden evenveel schuld. Een zwarte piet kan in deze niet worden
uitgedeeld. Op zich een winstpunt. Voor de voorstanders van de
houwdeegbenadering vanuit het Westen is dat echter een nadeel. Niemand kan zo
immers 'tot vrede worden gebombardeerd', nog afgezien van de vraag of zoiets ooit mogelijk
is. Beter gezegd: veeleer hebben bombardementen een effect dat haaks staat op het bereiken
van vrede. Het drama op de zuidelijke Balkan is hoe dan ook nog niet ten einde.
|
|