Reacties? Klik hier om
|
Rampzalig utopisme als uitvloeisel van christelijke mythe
Licht en
donker, goed en kwaad, god en demon zitten beide in ons, zijn daar als het
ware een huwelijk aangegaan. Natuurlijk proberen we het kwaad, dat er
vooral is om innerlijk aan te groeien, geen energie te geven en ons te
concentreren op het goede. In het besef dat we beide kanten in ons hebben,
een besef dat ons mild maakt en niet scherpslijpend. Dat is de ene
houding. Het kwaad neutraliseren ‘door het goede te doen’, om met
Paulus te spreken. Een heel ander denken is dat we het goede bij
onszelf/‘onze’ groep plaatsen en het kwade bij een andere groep. Het
gaat vaak samen met moreel absolutisme en een ‘heilig’ moeten
bestrijden van het kwaad. Het is de houding van Sint-Joris de drakendoder.
De draak zit dan niet bij jezelf, maar bij de ander. Zo ontstaan
vijanddenken en oorlogen. De hypocrisie jezelf te zien als ‘goed’,
doorzien we zelfs niet. Reden dat Carl Gustav Jung zegt: “Ik heb liever
een heel dan een goed mens.” Illustratief
voor dit ‘drakendodende’ denken is de uitspraak van president Bush na
11 september 2001: “We moeten terugvechten en de wereld verlossen van
het kwade.” Bush sluit daarmee aan bij het (alleen of vooral) in het
Westen voorkomend brede geloof dat het kwaad uit de samenleving verwijderd
kan worden. Een vals geloof, dat in de vorm van agressief utopisme
ongekend veel leed heeft veroorzaakt. Zelf heb ik dat ook nogal eens zo
betoogd, daarin geïnspireerd door nog steeds actuele Mahatma Gandhi. Maar
nooit kwam ik het zo onderbouwd tegen als bij de Brit John Gray, een
knappe linkse wetenschapper die met zijn kritiek op de Verlichting en het
Amerikaanse neoliberale neoconservatisme grote aandacht trekt. Hij krijgt
het ene interview na de ander, ook in de Nederlandse pers. Het
tv-programma Tegenlicht wijdde onlangs een uitzending aan zijn visies. Men kan
niet om hem heen. Toch zit dat mensen als Paul Cliteur, die ooit in een Buitenhof-column
sprak van ‘de superioriteit van de westerse cultuur’, niet lekker. Op
een symposium dit voorjaar klaagde hij publiekelijk over de grote aandacht
die Gray in de media kreeg. Eind vorig jaar
kwam Grays boek Zwarte mis.
Apocalyptische religie en de moderne utopieën uit. Een aanrader voor
Cliteur en allen die worstelen met het massale geweld in de recente
geschiedenis. Je kunt wel zeggen tegen geweld te zijn, wat zeker
vredesmensen meestal doen, maar wat is zoiets waard als je vanuit een
misverstaan van christelijke (of seculiere) mythen in de ban raakt van een
beweging voor een apocalyptisch utopie. Een utopie wil onmogelijke doelen
realiseren en dan ligt terreur om dat met onmenselijke methoden te doen al
snel in de lijn. Terreur is dan ook de essentie van revolutionair
utopisme. Wat neoconservatieven in het Midden-Oosten doen, martelen
incluis, is normaal in een utopische beweging. Het mag ons niet verrassen.
Lenins bereidheid om in de Sovjet Unie terreur te gebruiken voor zijn
ideaal van een nieuwe wereld, was niets nieuws. Het hoort bij de traditie,
die volgens Gray begon met het Jakobijnse schrikbewind van 1792-’94 kort
na de Franse revolutie. Een traditie waarin terreur het legitieme middel
is. Repressie is bij utopisme dus geen deformatie, maar uitvloeisel van
het ideaal. Gray noemt het
bolsjewisme, nazisme en het neoconservatisme politieke religies. Ze zouden
niet hebben kunnen bestaan zonder de mythe van menselijke verlossing door
middel van de geschiedenis als het strijdperk van de worsteling tussen
goed en kwaad. Volgens Jezus zouden Zijn tijdgenoten de ineenstorting van
de toenmalige orde ten gunste van het Koninkrijk van God nog meemaken. En
zoals Marx meende dat de klassenstrijd een eindpunt had, zo werd ook in
het Bijbelse boek Openbaring beloofd dat de geschiedenis een eindpunt heeft en wel het
moment waarop het kwaad is verslagen. Maar kerkvader Augustinus en zeker
de mystici zagen die visie als een misvatting. Het Koninkrijk zou niet
‘van deze’, maar van de (onzichtbare) geestelijke wereld zijn. Het Koninkrijk van God is in u, zo heette een boek van de Russische
schrijver en vredesactivist Tolstoj, die het politiek-religieuze utopisme
van zijn tegenpool Lenin doorzag. Spiritualiteit dus niet als een
politieke, maar als een innerlijke zaak, zoals men vandaag meer en meer
begint te zien. Maar de gedachte van verlossing in
de geschiedenis bleef in de westerse cultuur leven en leidde onder meer
tot agressieve chiliastische bewegingen in de Middeleeuwen. Het
tegenstrijdige in de eindtijdidee is dat de wereld snel eindigt, maar zich
ook beweegt naar een betere toestand. Zoals Jezus leek te geloven dat de
wereld zou worden vernietigd om plaats te maken voor een volmaakt
alternatief. We stuiten hier op een syndroom in onze cultuur. In het
Westen dan, omdat de eindtijdidee alleen voorkomt in monotheïstisch
religies, vooral christendom en islam (de radicale islam is ook
utopistisch) en nauwelijks in de door hindoeïsme en taoïsme gevormde
culturen. Eindtijd en het denken in termen van het kosmische rad van
wederkeer verdragen elkaar niet. Hoe dan ook, de wereld is volgens Gray
bezaaid met de puinhopen van utopische projecten, die hoewel in seculiere
termen vervat en formeel tegen de religie, feitelijk dragers van
religieuze mythen waren/zijn. Inclusief de sterke gerichtheid op
verwijdering van het kwaad (een bepaalde groep fungeert als demon), zoals
bij het bolsjewisme en nazisme en nu ook weer bij neoconservatisme en de
radicale islam. En het doen van mooi klinkende beloften aan de aanhangers.
Bolsjewistische en nazistische machtsgrepen zijn ook daarmee, aldus Gray,
net zozeer op geloof gebaseerde omwentelingen als de theocratische opstand
in 1534 van de wederdoper Thomas Muntzer of de revolutie in Iran in 1979
onder aanvoering van ayatollah Khomeini. Revolutionaire
bewegingen na 1789 zijn dus een voortzetting van religie met andere
middelen. En dat in een tijd dat we het christendom zien neergaan. Bij het
utopisme ging het in de Middeleeuwen meestal om zoiets als een
(duizendjarig) vredesrijk, maar alleen te realiseren door God. Er werd
steeds ook geweld toegepast, maar pas na 1789, dus met en vanaf de
Jakobijnen, zien we het geloof dat het aan de mens is de wereld te
herscheppen via de ‘reddende’ macht van het geweld. Het is het begin
van grootschalig ‘religieus’ geweld voor een utopie en vaak onder het
mom van (semi)wetenschap. Herscheppingen, die uiteraard mislukten en
destructie teweeg brachten met miljoenen slachtoffers Wat is hiervan
te leren? Het is niet aan mij dat nu te veel voor anderen in te vullen.
Het is voor ons allen een uitdaging aan introspectie te gaan doen. Over de
vraag of ook wij niet (ooit) te veel in de ban van het utopisme waren
(zijn). Dat geldt ook voor mezelf. Christenen zouden het zich kunnen
aantrekken dat hun mythen dubbel interpretabel zijn en bij de mensheid tot
zulke fatale syndromen hebben geleid. Maar zeker ook linkse mensen zouden
zich door Grays studie kunnen afvragen of zij, hoezeer ook vanuit een goed
hart en voor een nobel doel, zich niet te gauw laten meeslepen door
utopisme. Er is niets tegen het hebben van een ideaal, integendeel, maar
als dat een utopische dimensie heeft, is er al gauw de verleiding dit met
geweld te (doen) realiseren. Al is het maar via het steunen van
onrealistische en escalatie in de hand werkende militaire interventies in
een land ver weg. Tenzij men principieel geweldloos is, is in onze cultuur
elk mens, ook een rechtse liberaal, ontvankelijk voor utopisme. Dat is de
belangrijke les van Gray. Bij rechts zien
we vandaag zelfs een militant vooruitgangsgeloof, bijvoorbeeld als het
gaat om het Midden Oosten of de islam. De opkomst van het neoconservatisme
in de VS – een alliantie van rechts, christelijk fundamentalistisch en
trotskistisch links –, bevorderde dat. Naast geopolitieke en
oliebelangen blijken utopische waanbeelden van het neoconservatisme de
‘oorlog tegen de terreur’ en het via bommen brengen van universele
democratie. Een utopisch waanbeeld in ons land is ook de gedachte dat
allochtonen in een paar jaren omstreden elementen van een eeuwenoude
cultuur vaarwel zouden zeggen. Zaken waar wij eeuwen over mochten doen.
Over westerse superioriteit gesproken. Dit artikel verscheen eerder in Friesch Dagblad op 24 juni 2008 onder de kop 'Utopisme leidt tot valstrik van geweld'. E-mail:
|
|