Reacties? Klik hier om
|
Falende realpolitik oorzaak oorlog in de Kaukasus
Oud-collega
antropoloog Hans Tennekes zei bij zijn afscheidscollege samen met
studenten te hebben vastgesteld dat het in de wereld gaat om drie dingen,
namelijk 1) macht, 2) belang en 3) sociale uitsluiting. Ik zie ze in elk
geval als kenmerken van realpolitik, ook nu bij de recente Kaukasusoorlog.
Ik sta zeker
geen realpolitik voor, waarbij uit louter machtsbelang en zonder ethiek
buurlanden tegen elkaar worden uitgespeeld, maar acht dit niettemin een
minder groot kwaad dan messianistisch utopisme. Utopisme heeft door zijn
krachtige droom een enorme drive tot rechtvaardiging, waardoor het
verleidt tot massief geweld. We zagen dit bij het bolsjewisme, nazisme en
zien het bij het zionisme en het neoconservatisme. In een artikel
‘Rampzalig utopisme als gevolg van een christelijke mythe’, onder meer
gepubliceerd in Friesch Dagblad,
ging ik daar dieper op in. In de
Kaukasusoorlog zie ik weinig utopisme. Wel heeft de Georgische president
Saakasjvili iets messianistisch en nam hij risico’s. Dat past minder bij
realpolitik. Grote risico’s nemen hoort eerder bij utopisme, zoals het
ondoordacht beginnen van de Irakoorlog in 2003 door de neoconservatieven.
De Amerikanen vertonen inzake Georgië ook wel enige messianistische
trekjes, zoals het onterecht prijzen van Georgië als een democratisch
bastion in de Kaukasus, de rechtvaardiging voor hun omvangrijke militaire
hulp aan dit land. Maar de augustusoorlog blijft in hoofdzaak realpolitik
met vier hoofdrolspelers, te weten Georgië, Rusland, het Westen en de
Osseten. De laatsten voelen zich evenals de Abchaziërs geen Georgiërs en
willen zo ook een eigen staat. Het conflict kwam tot uitbarsting in 1992
en resulteerde in een bestand, waarbij ook Rusland ‘peacekeepers’
leverde. Alle vier
spelers hebben zo hun belangen,
Georgië om het omstreden gebied terug te krijgen, de Osseten om dat te
voorkomen, Rusland om zijn invloed in de regio te behouden en de
Amerikanen om de positie van hun bondgenoot en voorpost in de Kaukasus te
versterken. En welke macht hanteerden
ze daarvoor? Georgië door radicaal de zijde van het Westen en de NAVO te
kiezen en door zelfs de Amerikanen te helpen met een contigent soldaten in
Irak. De Osseten door de Russen als beschermheer te nemen en door Georgiërs
zo nu en dan te provoceren. Rusland voorts door de Osseten aan zich te
binden met het geven van faciliteiten, en de Amerikanen ten slotte door op
de laatste NAVO-top te Boekarest, zij het tevergeefs, te proberen Georgië
lid van de NAVO te maken. Eenieder vond
de eigen methode van machtsuitoefening normaal, maar ergerde zich
aan die van de tegenspeler. Bovendien zat er nog oud zeer bij deze
en gene. In elk geval speelt dat bij Rusland, waarvoor het eindelijk
revanche meende te kunnen nemen. Ik denk aan de kwestie Kosovo en de
Amerikaanse plannen voor een raketschild in Tsjechië en Polen en, wat ik
vanuit de vredesoptiek het ergste vind, de oostwaartse expansie van de
NAVO na 1990. De Sovjet-Unie ontbond het Warschaupact na de val van de
Muur. In plaats van daarvoor dankbaar te zijn en Midden-Europa een
militair neutrale bufferzone te doen zijn, ging de NAVO de vrij geworden
landen een voor een inpikken. Zonder zich er rekenschap van te geven hoe
dat moest overkomen bij de gewonde Russische beer en hoezeer dit
antiliberale krachten zou oproepen in Rusland. Dat Midden-Europa lid van
de NAVO wilde zijn en nu ook de Oekraïne en Georgië, is op zich
begrijpelijk vanuit hun angst voor de oosterbuur. Begrijpelijk, maar
daarom nog niet goed. De verantwoordelijkheid lag hoe dan ook bij het
Westen. Dit had moeten inzien, dat je een verslagen tegenspeler niet een
trap nageeft of zout in zijn wonden strooit. Als je dat wel doet, heeft
dat gevolgen. Die gevolgen
zien we thans ten volle door de robuuste Russische reactie op de inval van
Georgië op 8 augustus in Zuid-Ossetië. Een reactie, die mede te maken
heeft met de geopolitiek van uitsluiting
jegens Rusland. De NAVO-expansie, het erkennen van Kosovo als
onafhankelijke staat en ook het raketschild waren immers alle een
eenzijdig westers dictaat. De Russische bezwaren werden weggewuifd. Inzake
Kosovo bleef Rusland weinig
anders over dan te zeggen: ‘als Kosovo zich eenzijdig kan afscheiden,
waarom zouden Ossetië en Abchazië dat dan niet mogen’. Ons zo een
koekje van eigen deeg geven past in realpolitik. Trouwens ook dat Rusland
op een gegeven moment voorstelde om dan ook zelf maar lid te worden van de
NAVO. De laatste ging daar niet op in. Ziedaar hoe we nu een nieuwe
tegenstelling creëren in Europa. Niet ideologisch zoals voorheen, maar
toch opnieuw polarisatie. De Russen gaan daarin ook niet vrijuit. Hun
leiding is helaas autocratisch aan het worden en blijkt ook niet vies van
geopolitiek, maar mijn punt is dat het een wisselwerking is, dus dat wij
door expansie naar hun grenzen dat hebben versterkt. Onze rol op de
zuidflank van Rusland nu en het raketschild in Polen doen dat zoals blijkt
ook. Hoewel politici
bij realpolitik slim denken te opereren, kunnen er vaak grote miskleunen
plaatsvinden. Dit omdat men zich te zeer fixeert op de eigen belangen,
zonder enige empathie voor die van de ander, dus vaak opereert vanuit een
(harde) geopolitiek van macht en sociale uitsluiting. Miskleunen, die de
hoofdrolspelers zonder dat ze het meteen beseffen plotseling in een oorlog
kunnen doen belanden. De Eerste Wereldoorlog is daarvan het grote
voorbeeld. De Duitse keizer was zelfs op vakantie tijdens het uitbreken
van de oorlog. We zagen het nu ook in de Kaukasus. Er zouden lichte
Ossetische beschietingen op Georgische dorpen zijn geweest. Niet meteen
een reden voor een Georgische invasie, want zulke provocaties waren er al
jaren. In elk geval geen reden voor het zwaar beschieten van de Ossetische
stad Tsjinvali door Georgië, waardoor veel burgers en ook twaalf
Russische vredessoldaten omkwamen. En dat laatste was op zich ook geen
reden voor Russische lucht- en andere aanvallen op Georgisch gebied. En
toch gebeurde dat alles. Het overkwam als het ware de hoofdrolspelers te
midden van hun spel van macht, belangen en uitsluiting in het kader van
realpolitik. Heel irrationeel door ergernis en oud zeer en daarna met veel
retoriek om de eigen rol goed te praten. Inmiddels met veel humanitair
leed. Na de
geweldsexplosie is het nu wonden likken. Als verliezers gelden Georgië en
de VS, maar ook Rusland leed imagoverlies. Ossetië en Abchazië lijken
voorgoed verloren voor Georgië. En voor de VS is behalve verzwakking van
bondgenoot Georgië ook de bekoelde verhouding met Rusland een groot
nadeel. De Amerikanen zijn in de Veiligheidsraad en elders nu eenmaal
nogal afhankelijk van de medewerking van Rusland. De Russen verbraken eind
augustus door het te sterk partij kiezen van het Westen zelfs alle
samenwerking met de NAVO. Tel uit je winst. Waar ik al in de jaren
negentig voor waarschuwde, lijkt nu te gebeuren. Had dit anders
gekund vanuit het perspectief van geweldloosheid? Jazeker, en wel door de
belangen van de ander veel meer in te calculeren in het eigen geopolitieke
beleid en voorts bereid te zijn tot samenwerking, tot eerlijk delen en tot
het sluiten van compromissen. En daarbij steeds de ander in zijn of haar
waarde te laten. In elk geval niet arrogant en bevoogdend vanuit een
missiedrang in te grijpen in hun leven, zeker niet militair vanuit welke
motieven ook. Onze buitenlandse politiek en diplomatie is nu te veel
louter op uitbreiding van westerse macht en belangen gericht. Ook te veel
op (omsingelings)angst oproepende blokvorming. Dat moet anders. Hier ligt
tevens een taak voor de vredesbeweging. Interessant is
ten slotte hoe de Nederlandse pers – uitzonderingen daargelaten – vrij
genuanceerd op de oorlog reageerde. Een enkeling blijkt zelfs bereid te
willen leren van de geweldsexplosie in de Kaukasus. Zo verwijt Mient Jan
Faber in een artikel in Trouw het
Westen dat het ‘brokkenmaker en avonturier Saakasjivi nooit de wacht
heeft aangezegd’. En M. van den Doel, voormalig Tweede Kamerlid van de
VVD, vraagt zich in een artikel in NRC-Handelsblad af of de NAVO wel moet ‘doorgaan met de koers van
uitbreiding’ en idem met het ‘meedoen aan het Amerikaanse
raketschild’. Zinnige reacties. Dat de NAVO, op papier een interne
verdedigingsorganisatie, thans in Afghanistan buiten het eigen
verdragsgebied opereert en nog wel aanvallend – ook al ziet zij dat zelf
wat anders –, geeft aan dat een kritische bezinning op de westerse
realpolitik urgentie heeft. Het is zaak te stoppen met de NAVO-expansie en
met dat volstrekt onnodige raketschild. Dit
artikel verscheen eerder in Friesch
Dagblad van 25 augustus, in De
Linker Wang (september) en in een iets andere versie in Stentor van 28 augustus en in Leidsch
Dagblad van 30 augustus.
|
|