Reacties? Klik hier om
|
Nog een Submission is heel onverstandig
25 januari 2005 Hirsi
Ali is terug. Ze kreeg een groots welkom in de Kamer. En daarna een
interview van een uur met Paul Witteman in Buitenhof.
Wie zou niet met haar meeleven, na wat haar ten deel viel? Maar mijn twijfel
over haar strategie blijft. Heeft haar partijgenoot Hans Wiegel niet gelijk
als hij zegt dat het onliberaal is zich als Kamerlid zo met godsdienst te
bemoeien? Cultuuruitwassen als eerwraak, wat bij ons ook voorkwam in de
Middeleeuwen, hangen lang niet altijd samen met de religie zelf, maar hoe
dan ook, alles wat strijdig is met de rechtsorde, moet worden tegengegaan en
bestraft. Als Hirsi Ali daarin als Kamerlid het voortouw wil nemen, is dat
prima. Maar anders is het, als zij hiervoor tegelijk een hele religie
afschrijft. Pim
Fortuyn zette de toon met zijn ongelukkige uitspraak dat de islam een
achterlijke religie is. Het effect daarvan galmde nog lang na in de
samenleving, nog versterkt door de wijze waarop Fortuyn om het leven kwam.
Confrontatie en zeker politieke moord hebben altijd maatschappelijke en
electorale gevolgen. Er ontstond een klimaat waarin bijvoorbeeld
Theo van Gogh met een beroep op het vrije woord zich lange tijd
grensoverschrijdend kon uiten, zonder dat we hem tijdig tot de orde riepen,
een klimaat waarin ook een Neelie Kroes op het idee kwam de activiste Hirsi
Ali als Kamerlid de VVD binnen te halen. De kracht en de zwakte van Hirsi
Ali is haar allochtoon-zijn. Voor de autochtonen is dat een kracht. Wie kan,
zo wordt geredeneerd, de islam beter aan de kaak stellen dan iemand
afkomstig uit die kring? Dat ze die religie niet meer aanhangt, is voor hen
nauwelijks een punt, maar voor allochtonen is dat een zwakte. ‘Je hoort
niet meer bij ons, waar bemoei je je mee’, is hun reactie. Dat
ze zich profileert als activiste die zich inzet voor de emancipatie van de
vrouw, is eveneens tegelijk haar kracht en zwakte. Bij links valt dat goed,
maar bij rechts-conservatieven, en dus bij een deel van de eigen
VVD-achterban, niet. Maar behoudende autochtonen zien dit door de vingers.
Zij richt zich immers op de islamitische vrouw, en dat is veilig veraf. Het
versterkt hooguit hun vooroordelen jegens moslims. Voor allochtonen zelf ten
slotte, kan deze strijd voor emancipatie erg waardevol zijn, mits deze niet
elitair of van bovenaf geschiedt, maar samen met hen. Het is dit waaraan het
schort bij Hirsi Ali, zeker nu zij die strijd verbindt met kritiek op de
religie van betrokkenen. Ieder zag, dat zij daarom al lang op dood spoor
zit. Het
is dan ook vreemd dat een aantal Nederlandse opinieleiders meegaat in haar
strijd door in columns en artikelen een analoog geluid te laten horen. Ik
noem slechts Herman Philipse, Leon de Winter, Paul Cliteur, Afshin Ellian,
Hans Jansen, Sylvain Ephimenco en Jaffe Vink. Netwerk,
dat hen als groep rondom Hirsi Ali in de openbaarheid bracht, noemde daarbij
ook Paul Scheffer. Ephimenco en Jaffe Vink zijn respectievelijk columnist en
redacteur bij Trouw. Het was dan
ook opmerkelijk, dat Trouw-columnist
Van Doorn deze groep plaatste onder de noemer van ‘kleine groepen
activisten die alles doen om de maatschappelijke polarisatie inzake moslims
extra op scherp te zetten met als doel: confrontatie’ (‘Podium’, 18
december). Zelf beschreef ik hen en ook van Goghs stemmingmakerij tegen de
islam als ‘spelen met vuur’, zo ongeveer wat minister Brinkhorst
bedoelde toen hij de film Submission vergeleek met het doen ontvlammen van een aansteker in
een munitiefabriek. Het
meest verontrustende in de ‘comeback’ van Hirsi Ali vind ik dat zij op
de film Submission een vervolg
gaat maken, dat volgens haar daarvan ‘niet sterk zal verschillen’. Ze
gaat dus geheel voorbij aan de kritiek op de vorm. Daaraan toegeven ziet ze
als een ‘knieval’ voor terroristen: “Theo van Gogh mag niet voor niets
zijn doodgegaan.” Kortom, confrontatie blijft helaas troef bij haar. Dat
wordt dan weer gezellig de komende tijd. Of ‘bloedlink’ om te spreken
met de historicus Geert Mak, die in Tegenlicht
van 23 januari in een debat met Ellian onder regie van Felix Rottenberg
het gepraat van publicisten en politici over de moslims als een vijfde
colonne kwalificeerde als ‘handel in angst’ van hen die destijds de
club- en buurthuizen wegbezuinigden. Mak wees er ook terecht op dat door de
beelden met koranteksten op vrouwenlichamen in Submission,
ook de vrouwen voor wie de film is bedoeld zich als moslims vernederd
voelen. Hij
voegde toe dat ooit Goebbels een voor joden kwetsende film maakte met behulp
van Talmoedteksten. Had hij beter niet kunnen doen. Ephimenco sloeg meteen
de dag daarna terug door deze vergelijking te plaatsten in de door Mak
afgewezen categorie ‘gescheld’. Niettemin niet overtuigend. Zei de
liberale rabbijn Soetendorp begin december niet in een NRC
Handelsblad-interview dat de stemmingmakerij tegen moslims verdacht veel
ging lijken op antisemitisme? Rottenberg
heeft gelijk, de controverse draait om het verschil in methode. De
strategie, dus de wijze waarop je de strijd voor het goede doel
voert, is minstens zo belangrijk als het doel zelf, hield Mahatma Gandhi de
mensheid bij herhaling voor. Confrontatie werkt niet. Het doet de
allochtonen verstijven en duwt de autochtonen naar islamofobie, met alle
gevolgen van dien. Hirsi Ali bewondert de Amerikanen om hun strijd tegen het
terrorisme. Maar riepen de Amerikanen dat niet mede zelf in het leven en
zoeken zij, nu de geest uit fles is, in hun antwoord daarop het niet veel te
veel in steeds maar nieuwe confrontatie, inclusief militair geweld? Dit
voedt Al-Qaeda, waardoor de huidige spiraal van geweld, dodenlijsten en
polarisatie almaar niet wordt doorbroken.
Het
wordt tijd, dat aan die spiraal een eind komt en dat we ten minste in ons
land daarmee beginnen door de heilloze strijd tegen de islam te staken. Een
vervolg op de film Submission is
uiterst onverstandig. Als Hirsi Ali, al of niet door intern beraad in de
VVD-fractie, ervan kan worden overtuigd alsnog van die plannen af te zien,
zou dat zeer in het belang van de cohesie en verzoening in onze samenleving
zijn.
|
|