Reacties? Klik hier om
|
Nieuwe vrijzinnigheid als een (spirituele) manier van leven
Hans Feddema Inleiding Vrijzinnig?
Misschien zitten we met die omslag wel in een Nieuwe
Vrijzinnigheid Mij is in mijn
orthodox ouderlijk huis altijd een negatief beeld over vrijzinnigheid
bijgebracht, totdat ik ontdekte dat er toch niet zo’n wraakzuchtige God
kon zijn, dat de dood of het bloed van Zijn zoon nodig was vanwege ons of
zoals Jezus het zelf zegt in de naar verluid door Hem geopenbaarde Course
of Miracles :’Ik werd niet
‘gestraft’ omdat jullie slecht waren. De volkomen goedaardige les die de verzoening leert, gaat
verloren als die in enige vorm van dit soort verdraaiing wordt bezoedeld.
(t-3.1.2:10-11). Door mijn
vredeswerk kreeg ik voorts ook al gauw door, hoe juist de orthodoxe
variant met haar gelijk(willen) hebben als enige en ook in die zin missie
willen bedrijven, tot onverdraagzaamheid, vijanddenken en oorlogen leidde,
wat je vandaag trouwens ook ziet in een volkomen dogmatisch of rechtlijnig
Verlichtingsdenken. Ik werd trouwens
lid vd Rene Girardkring aan de VU via welke mij behalve op de
mimesis en zondebokuitdrijving ook werd gewezen op (wat ik als antropoloog
al wist) op het ‘plaatsvervangend bloedoffer’ als een eeuwenoud
prechristelijk verschijnsel (lang voor onze jaartelling), waar Christus,
die niet meer op de toer van een wraakzuchtige God zat, zelf het nooit over had in Zijn leer, maar dat dit vrij lang
later, dus na Hem, niettemin op een gegeven moment de christelijke
doctrine sloop.
Nog weer later
zag ik dat er in onszelf, in de mensheid en dus ook in de religie sprake
is sprake van een drietal ( en qua ik-bewustzijn een viertal) stadia, dus
dat we bijv gaan van 1) onderbewust naar 2) bewust en tenslotte naar 3)
bovenbewuste kennis, waarbij de mens medeschepper wordt en dat er qua
ik-bewustzijn sprake is van vaak eerst speelbal
(geen ik-bewustzijn, je bent dan vaak de zondebok en ook dat je zit in
ontkenning), naar 2) slachtoffer (weinig
ik-bewustzijn met vaak zelfmedelijden, ingehouden boosheid en/of ‘ze
doen maar’) naar 3) bestrijder meer ik-bewustzijn met ‘ik pik het niet meer’,
confrontatie zoeken, boosheid uiten en ‘oordelen en veroordelen’ en
negatieve sfeer) naar 4) deelnemer (volledig
ik-bewustzijn van bewust te zijn dat je deelnemer bent van het grotere
geheel, dat je bereid bent je ervaringswereld serieus te nemen, niets
uitsluit, ruimte en rust hebt, maar ook onrust toelaat, vooral ook wilt
‘loslaten’ en bewust kiezen of niet kiezen).
En dat er zo ook
sprake is van 3 stadia in religie, a) die op angst gebaseerd (‘doe dit
want anders straft God’) die van de wraakzuchtige God van het Oude
Testament. dus, voorts b) de religie ook nog wel gebaseerd op angst, maar
minder op wraak (die van: ‘houd God niet buiten je leven, want anders
loopt het mis met je’), de overredende God van het N.Test. dus., en c)
die van niet meer van gebaseerd op angst en afscheiding, maar van dat je
het heilige of goddelijke ‘in het leven zelf’ vindt,(dus dat God in je hart zit, niet los van je noch van je medeschepselen
staat, zoals ook dat lijden niet van buiten komt, maar vooral van binnen
zit, dat wij niet alleen een lichaam hebben, maar ook lichaam zijn, de
dualistisch scheiding van lichaam en geest en van goed en kwaad niet meer
te verdedigen is). Terwijl de
eerste twee stadia nog in het dualiteitbewustzijn zitten, is het derde die
van het eenheidsbewustzijn, dus dat alles met alles verbonden is en wij
ons dus een voelen en verbonden voelen met het geheel, ons verbonden weten
met het universum en de Kracht die alles draagt. (communie is in wezen
eenwording, in het christendom zijn er zeker nog wel restanten van het
eenheidsbewustzijn, zij het een deeleenheid van alleen de mensen vd kerk).
Eenheidsbewustzijn betekent dat ‘alle wezens in de kern een zijn en
daardoor alle mogelijkheden van het universum in zich dragen en alleen
verschillen in de mate waarin zij die mogelijkheden actief gebruiken’ Alles
impliceert waarschijnlijk, dat we ons met onze pijlen minder richten op de
ander en de buitenwereld, dus eerder onze innerlijke wereld relativeren
(humor) dan dat te proberen met de ander of de buitenwereld (cynisme)
bezig zijn, het vooral bij onszelf houden, ook omdat de conflicten in de
wereld die van onszelf zijn, ook omdat een conflict dat ik buiten mezelf
tegenkom een uitdrukking is van een conflict in mezelf, dus ook dat het
zich inzetten voor de vrede in de wereld en het herstel van het geknoei in
de natuur alleen werkt als ik (tegelijk) systematisch werk maak van de
weggemoffelde conflicten in mezelf. Moeten we er kortom niet bij stil
staan dat we nogal eens bezig zijn onze omgeving te veranderen om zo ons
eigen probleem op te lossen (ook in het groot: Uruzgan). Van belang is
ook dat we van onszelf gaan houden, in elk geval jezelf niet naar beneden
halen. Stef Bos voor tv oudjaar 2006: ‘Aanvaard
toch eerst vooral jezelf;zonder dat is er geen vrede, want dan wil je met
de ander in wezen jezelf vermoorden. Marco Borsato idem:
Als je vrede bij de ander
neer legt, komt er geen vrede. Misschien hebben we ons wel eeuwen lang
bang laten maken vooral elkaar met de loutere ‘kopontwikkeling’,
waardoor we geen of weinig ikbewustzijn hebben en in het speelbal-,
slachtoffer- of bestrijdertype blijven hangen in plaats van duidelijk te
kiezen voor die van deelnemer. We zitten
helaas nog te veel in het patroon van ‘de mens deugt niet of liever hij
denkt dat hij niet deugt en dus deugt hij ook nergens voor’ (de Ridder),
zoals onze behoefte om iemand te verbeteren bij ons een versleten
overtuiging verraadt, nl. dat we onszelf niet aanvaarden zoals we zijn
(Ferrini, 38). Trouwens je kunt de wereld niet verbeteren door je op
negatieve dingen te richten, je maakt daardoor het negatieve alleen maar
groter en je brengt daardoor ook meer negatieve dingen in je leven. +++
Nieuwe
vrijzinnigheid als een (spirituele) manier van leven Vrijzinnigheid
is de laatste tijd in de politiek een thema geworden, met name door
toedoen van GroenLinks-fractieleider Femke Halsema en ook door het
islamdebat. Ik denk terecht. Ondogmatisch en/of ruimdenkend, zo wordt in
woordenboeken het woord vrijzinnig omschreven. In de 19e en
voor een groot deel ook in de 20ste eeuw gold in ons land als
geijkte tegenstelling orthodox versus vrijzinnig. Dacht men in termen van
traditionele en vaak oude kerkelijke dogma’s, dan was men orthodox, deed
men dat niet, maar wilde men zij het nog binnen de kaders van het geloof
vrijer of libertair denken, dan was men vrijzinnig. Ik weet het
niet van het jodendom of de islam, maar in de christenheid is die
tegenstelling al begonnen omstreeks 350 na Christus, toen kerkelijke
autoriteiten een (beperkt) aantal geschriften als ‘waar’ gingen
bestempelen en talloze andere in de ban deden met het bevel ze te
vernietigen. Dit laatste onder het mom dat ze ‘vals’ zouden zijn, ook
al betrof het authentieke evangeliën, zoals bijvoorbeeld dat van Thomas
(met 144 uitspraken van Jezus) of van Philippus. (Beide werden met 38
andere belangrijke geschriften overigens pas in 1945 door een boer in een
grote kruik in het Noord-Egyptische woestijngehucht Nag Hammadi
herontdekt). De omslag in de 4e eeuw leidde tot decreten om de
boekenkasten te zuiveren, ook van de kloosters zoals te Nag Hammadi, en
zelfs tot het opjutten van menigten om privéhuizen en bibliotheken binnen
te vallen en de ‘verboden’ boeken openbaar te verbranden. Er ontstond
een Talibanachtige situatie met als dieptepunt de bestorming en
verwoesting van de beroemde bibliotheek van Alexandrië met een grote
schat aan Helleense, joodse, Egyptische en christelijke, ja zelfs
boeddhistische literatuur. Aan pluriform
of liever aan persoonlijk
‘geloven’ kwam een eind ten gunste van collectief
‘geloven’. Elk werd
voortaan geacht hetzelfde te ‘geloven’.
Deed je dat niet of werd je afvallig (sic), dan hing het van de
politieke situatie of de macht van de kerkelijke autoriteiten af of je het
er levend van afbracht. Het gevolg was dat mystieke en esoterische
stromingen naar minder herbergzame oorden uitweken of ondergronds gingen.
Het was eerst in de laatste eeuwen van onze jaartelling, dat deze weer wat
vrijer kunnen ademen. De Verlichting speelde daarbij een hoofdrol en
wellicht ook ervoor de
opkomst van het protestantisme, dat het persoonlijke en het vrijere
‘geloven’ meer accent gaf dan het katholicisme, ook al verviel ze
eveneens vrij snel tot orthodoxie, dus ook weer tot collectief
‘geloven’(dus dat men geacht werd hetzelfde te geloven), op enkele
uitzonderingen na zoals de meer vrijzinnige Quakers, Remonstranten en
Doopsgezinden. De vermelde
mystieke en esoterische stromingen, die overigens ook in de islam, het
jodendom en andere religies voorkomen, zijn veel universeler van karakter
dan de minder verdraagzame en daardoor vaak vijanddenken en oorlogen
veroorzakende orthodoxe variant. Ze leggen anders dan de orthodoxie onder
meer de nadruk op de binnenkant der dingen, de energie die het leven
doortrekt en de weg naar binnen. Daarin komen het mystieke jodendom
(kabbala etc), het soefisme in de islam en het mystieke en/of esoterische
christendom overeen. Je kunt zeggen dat ze ook allen het accent leggen op
innerlijke groei, religieuze ervaring, een gerichtheid op zelfinzicht en
op kennis van het hart. Dus niet of nauwelijks op leerstellingen,
oordelen, zonde, schuld en straf etc. Godsdiensttwisten, een tendentieus,
etnocentrisch of angstig debat over bijvoorbeeld de islam, past ook minder
bij deze stromingen. Zij zijn vooral blij met vrijheid van meningsuiting,
met scheiding van kerk en staat en met verdraagzaamheid, allen gelukkig
verworvenheden of burgerdeugden in ons land. Deze
stromingen, die bij uitstek als vrijzinnig zijn te kwalificeren, maken de
laatste tijd een grote opgang en vormen meer en meer een bedreiging voor
niet alleen de restanten van het monolithische kerkelijke denken, maar ook
voor het rationeel-wetenschappelijke wereldbeeld van de laatste eeuwen,
waarin alle innerlijkheid wordt ontkend en alleen dat wat je kunt zien en
tasten opgeld doet, evenals een dualistische
scheiding van zowel geest en lichaam als van mens en natuur
respectievelijk mens en universum. De tegenstroom, meer een manier van
leven dan een doctrine, die je samenvattend zou kunnen betitelen als
‘postrationele spiritualiteit’ met de nadruk op bezield leven, leven
vanuit je bron of leven van
binnenuit, nadruk ook op
ecologisch en kosmisch bewustzijn en op de mens als (mede)scheppende magiër
van zijn leven, is bepaald niet meer marginaal te noemen. Ze komt ook in
de politiek voor, denken we maar aan Herman Wijffels, die in “een
overgang naar een nieuwe orde”, zoals hij dat noemt, “overal in de
wereld” een toenemende spiritualiteit bespeurt en deze zelf verbindt met
de “innerlijke stem die je leidt” en met “de weg als het doel” (Financieel
Dagblad, 31 maart 2007). Ons klimaat in
moeilijkheden? Het is “tijd
voor een innerlijke klimaatverandering “, schreef Annick de Witt van
Stichting Aarde in een geruchtmakend artikel in de NRC van 7 juli ’07,
er voor pleitend om , - teneinde een adequaat antwoord te geven op de
problemen van de tijd -, “ons wereldbeeld te kantelen”. Opmerkelijk is
dat de wetenschap, ooit de voortrekker van het vrijzinnige denken, nu een
grote blokkade vormt voor de noodzakelijke kanteling van ons wereldbeeld.
Annick de Wit noemt de wetenschap met haar ‘vetorecht’ op waarheid in
deze zelfs “de nieuwe
kerk” van vandaag. Maar er zijn
ook in de wetenschap al signalen van de nieuwe vrijzinnigheid. Zo ziet de
filosoof Jan de Boer blijkens een artikel van hem in Trouw een “nieuw
paradigma gloren, waarin gevoel, liefde en verbinding de boventoon
voeren”. En de hoogleraar wijsbegeerte Th.C.W. Oudemans
bepleit in een ander artikel een “echte filosofie die niet is het
academisch oplepelen van commentaar op andermans ideeën, maar een gesprek
van de Ziel met zichzelf”. De
Britse godsdienstsocioloog Paul Heelas is na intensief onderzoek zelfs
positief over de ‘postrationele spiritualiteit’, die hij
‘zelfspiritualiteit’ of ‘holistische zelfspiritualiteit’ noemt.
Hij schreef er in 2005 samen met Linda Woodhead een boek over onder de
titel Spiritual Revolution. De
‘zelfspiritualiteit’ is, zegt hij in een interview met Volzin
(voorjaar 2007), in tegenstelling tot de marginaal wordende traditionele
religiositeit “ongekend populair”
en zou nu behalve in onderwijs, gezondheidszorg en zakenwereld ook
“binnen de kerkmuren” zijn doorgedrongen. Daarin is volgens hem het
“dualisme tussen de mens hier en de transcendente God ver weg”,
verdwenen; het is nu meer God als “het innerlijke licht” of ‘God
within’. Er is duidelijk wel een relatie met God, maar deze is niet
meer de God volgens de perceptie van het calvinisme. Simon Vestdijk,
die in 1943 een in 1947 uitgegeven boek schreef onder de titel De
toekomst der religie, lijkt deze ontwikkeling te hebben voorspeld. Hij
onderscheidt daarin drie typen religie in de wereld, te weten: ‘het
metafysisch-projecterende’, ‘het sociale’ en ‘het
mystiek-introspectieve type’. Het eerste type, dat hij volop aanwezig
zag in het kleinburgerlijke christendom en vooral in het toenmalige
‘mannenbroeder’ calvinisme in ons land, had het minst zijn sympathie
en het laatste type, dat volgens hem de grootste overlevingskansen had,
het meest. Godsdienstsocioloog Heelas signaleert echter vandaag een soort
integratie van Vestdijks tweede en derde type in de zin, dat volgens
Heelas de nieuwe ‘zelfspiritualiteit’ ook een sociale dimensie heeft,
dat de mensen deze niet alleen willen uiten maar ook verbinden met
humanistische waarden als “elkaar respecteren, zorg dragen voor elkaar,
bijdragen aan het goede van de mensheid”, kortom rechtschapen leven.
Spirituele ontwikkeling dus als dienst aan de mensheid. Je werkt bij wijze
van spreken niet aan de vrede in jezelf omdat je vrede nodig hebt, maar
omdat vrede nodig is. Je realiseert dus eerst vreugde in jezelf en daarna
deel je die met anderen. Doordat ik mijzelf transformeer, neem ik via het
‘delen met anderen’ in andere woorden tevens een deel van de
niet-getransformeerde probleemenergie van de wereld op me. Spirituele
ontwikkeling gaat niet zozeer om het zelf ‘hoog’ groeien, maar om door
te delen de mensheid sneller op te trekken naar een ‘hoger’ niveau.
Daardoor kom je dicht bij het 2e type religie van Vestdijk, nl
‘het sociale’. Toch is zijn 3e type ‘het
mystiek-introspectieve’ voor ons als mens van het grootste belang, ook
omdat je dan via een zuivere manier kiest voor ‘het sociale’. We weten
immers hoe bij de inzet voor ‘het sociale’ en ook voor de vrede vanuit
een louter ‘kop’-benadering allerlei ego-belangen, ja zelfs innerlijk
en uiterlijk geweld een rol kunnen spelen. Het sociale en de vrede in de
wereld lijkt er mee gebaat, als we eerst (of tegelijkertijd) de vrede in
onszelf integreren en daarbij ons ‘hogere Zelf’ en onze innerlijke
stem (weer) meer richtsnoer laten zijn. Trouwens naast
wat Heelas noemt het elkaar respect tonen, staat ook het eenheids- en
gelijkwaardigheidbewustzijn, zo voeg ik toe, centraal in de
‘zelfspiritualiteit’. En dit, terwijl in het traditionele christendom
het hiërarchische vaak wat bevoogdende of betuttelende denken en ook het
veelal op angst, leegte en tekort gebaseerde dualiteitbewustzijn nog te
veel domineert, reden waarom de werfkracht daarvan steeds minder zal
worden, tenzij ze zich radicaal hervormt. De toekomst lijkt aan de meer
universele en de niet of veel minder dogmatische en dus vrijzinnige
‘zelfspiritualiteit’. SP-Kamerlid Harry van Bommel drukte die pregnant
als volgt uit in het weekblad Het
goede leven :” Ik geloof in een God die een drijvende kracht is voor
alle mensen. Die ons samenbindt, of we nu gelovig zijn of niet”. Jos
Brink, die zich expliciet vrijzinnig noemde, zou zo’n uitspraak
waarschijnlijk hebben aangesproken. En hoe je God
dan noemt is wat mij betreft niet belangrijk. Jahwe, Eeuwige, Krachtige,
het Ene, het Al, Allah, Barmhartige, Brahma, Shiva, Liefde, Universum of
gewoon het gebruikelijke God. Het kan allemaal. Bisschop Muskens zie ik
dan ook als een relativerende en tolerante denker. Demonisering van een
andere religie, welke ook, hoort meer bij het dualistische
fundamentalisme, is al gauw vijanddenken en staat haaks op vrijzinnigheid
en universaliteit.Ook al gebeurt het door ‘afvalligen’
Het
eenheidsbewustzijn, dat ook wetenschappelijk enigszins boven water komt
(denken we maar aan Bezielde Kosmos van
Ervin Laszlo en Het Veld. De
zoektocht naar de geheime kracht van het universum van Lynne
McTaggart) is de laatste tijd de plaats aan het innemen van het
dualiteitbewustzijn, een bewustzijn waarbij men nog vooral denkt in termen
van ‘wij versus zij’, ‘goed versus kwaad’, ‘licht versus
donker’, ‘rijk versus arm’ etc, polariteiten dus die vaak tot
vijanddenken en oorlogen leidden. In het eenheidsbewustzijn worden
polariteiten als goed en kwaad niet ontkend, integendeel, maar wordt
bewust aan de negatieve pool niet te veel aandacht geschonken, terwijl men
in het dualiteitbewustzijn soms het goede alleen maar lief heeft om zo het
kwaad beter te kunnen bestrijden of dat men alleen maar solidair is met de
verdrukten om de onderdrukker beter te kunnen haten en bestrijden (ook een
soort masochisme dus). Eenheidsbewustzijn
(en hopelijk ook minder oorlog) is het goede nieuws van de
‘zelfspiritualiteit’. Het goede nieuws, zo zou je kunnen zeggen, is
dat we allen één zijn, het slechte nieuws dat velen zich er nog niet
bewust van zijn. Eenheidsbewustzijn
betekent dat we ons verbonden weten en voelen met het Universum of het Al,
met ons hogere Zelf, dus met onze diepste kern of ons echte wezen ( niet
hetzelfde als ons ego), voorts ook met de ander en met het Andere, God of
de Kracht die alles draagt. Het is in iets andere woorden gezegd het
hebben van een echt eenheidsgevoel met het grotere geheel en met de
onvoorwaardelijke liefde (in plaats van angst als de beste voedingsbodem
voor fundamentalisme), eenheidsgevoel met de schepping, met onze
spirituele essentie (die we in principe ook aanwezig weten bij anderen) en
uiteraard ook met de natuur. Voorts ook ons persoonlijk gedragen te weten,
ons subtiel geleid te voelen. Het
betekent tevens ons bewust te zijn van onze gedachtekracht, waardoor we
als het ware medescheppers zijn. Het impliceert eveneens te gaan denken in
termen van overvloed in plaats van beperking en in elk geval mee te
vloeien met Leven en dat zich laten
ontvouwen, kortom ons in vertrouwen over te geven aan het avontuur dat
leven heet en in dat wat het leven op ons pad laat komen. Het is een staat
van bewustzijn, waarin we het Al ervaren in ons hart of in de woorden van
Jezus het Koninkrijk Gods in ons binnenste zoeken en daarbij idealiter zo
geïndividueerd of in contact zijn met
zijn ons innerlijk weten of ons hogere Zelf, dat we in
de wereld leven, maar niet van de
wereld zijn. Daarbij via
perioden van innerlijke stilte of periodieke meditatie, God ook de kans
geven om jou Zijn waarheid te vertellen in plaats van altijd God jouw
waarheid te verkondigen. Vervolgens zoveel mogelijk positief denken,
althans de ander en ook jezelf niet naar beneden halen, het verschil weten
tussen cynisme en humor, geen ‘wolventaal’ (vol kleineringen,
verwijten en/of subtiele manipulaties) maar ‘giraffentaal’ (taal van
het hart, mededogen en vredelievendheid) gebruiken, kortom de ander in
zijn waarde laten, hem/haar eens de ‘andere wang’ toekeren en zeker
ook niet bevoogden, laat staan in zijn/haar situatie bevoogdend ingrijpen.
Voorts vooral in het hier en nu
leven, zonder de ballast
(afweer- , verdringings- en/of ontkenningsmechanismen) uit het verleden.
Tenslotte zo weinig mogelijk ‘oordelen en veroordelen’. Dit laatste
omdat oordelen onszelf klemzet als in wezen verbonden met ervaringen en/of
trauma’s uit het verleden en omdat oordelen evenals veroordelen een
interpretatie inhoudt, waarmee je de ander ongevraagd pijn doet. Oordelen
is anders gezegd geen gelijkwaardige communicatie, je legt jouw gelijk aan
de ander op. Als je
liefdevol bent, oordeel je niet. Er
zijn is waar het om draait, reden dat ook de Christus ons opriep niet
te oordelen. Die oproep
gold uiteraard ook voor het projecteren van eigen onlustgevoelens op
derden, anders gezegd onze woede de ander in de schoenen te schuiven. Dit
te meer omdat dat alles wordt teruggekaatst en zo ook onszelf treft. In
plaats van de ander te oordelen is het beter onze eigen schaduwen zij het
zonder kramp onder ogen zien, waarbij zelfvergeving
functioneel is. Een belangrijke vorm van zelfvergeving is stoppen met
oordelen. Oordelen heeft immers vaak met eigen angsten etc te maken,
waardoor je in termen van Buber een ik-het-relatie (in plaats van een
ik-gij–relatie) met iemand hebt, deze dus als object ziet. Zie je
oordelen overigens ook weer niet te rigide of te veroordelend naar jezelf
toe, we weten dat alle mensen oordelen hebben. Het gaat om het bewustzijn,
dat oordelen over anderen niet te rechtvaardigen is en in wezen over
onszelf gaat. Dit geldt ook voor het projecteren.
“Een
succesvol leven is de grootste vijand van onze omvorming, van onze
innerlijke transformatie”, aldus Carl Jung. Voor Jung is het een
levenswet dat wij de weg naar onszelf of naar God slechts vinden als we de
moed hebben af te dalen naar het duister in ons onbewuste. En zolang we
louter een zondagskind zijn, doen we dat vaak niet en/of negeren we onze
schaduwen. “Men wordt niet verlicht door zich allerlei beelden van licht
voor te stellen, maar door zich bewust te worden van de eigen innerlijke
duisternis”, aldus Jung. Ook hooggestemde idealen, dus je vereenzelvigen
met archetypische voorstellingen van de heilige, de profeet of de
martelaar (willen) zijn, kunnen een dekmantel vormen om onze zwakke kanten
of schaduwen niet te zien of
die voor anderen te verbergen, waardoor onze contacten met hen slechts
oppervlakkig zijn. Hoogmoed isoleert, terwijl zelfkennis of de eigen
realiteit onder ogen zien, helend werkt. Dit in de geest van de oude
Soefi-wijsheid ‘Vechten met de
ander geeft oorlog en worstelen met zichzelf geeft vrede’. Of van
een uitspraak in iets andere termen van Confucius:”De wijze zoekt wat in hemzelf zit, de dwaas zoekt daarbuiten”. Bij de
‘zelfspiritualiteit’ , die je ook kunt definiëren als de weg
naar innerlijke vrede gaat het dus om de weg naar innerlijke
waarachtigheid, overgave, humor, aandacht, nederigheid en zachtmoedigheid,
zonder de tegenpolen daarvan (en zeker niet die bij de ander) te
verketteren. Niet steeds maar gelijk willen hebben, al of niet met het
vingertje, maar wel zoeken naar waarheid en ook minder verbeten op het
maakbaarheidsidee van bovenaf zitten, maar wel proberen te veranderen wat
we kunnen veranderen. Maar bovenal zelf veranderen, niet in de laatste
plaats je (meegekregen)
overtuigingen, want het leven is veranderen en veranderen is
loslaten. Dit te meer,
omdat vele mensen een leven leiden gebaseerd op waarden en overtuigingen,
die niet van hen zijn. Veranderen betekent dan beginnen te kiezen voor
eigen overtuigingen en eigen waarden, een proces van vrij- en
bewustwording dus. Loslaten is trouwens niet gemakkelijk. Ik spreek dan
ook over een proces, dat begint bij ‘erkennen’, vervolgens
‘toelaten’ om tenslotte te komen tot ‘loslaten’. Naast loslaten
gaat het ook om verbonden zijn, verbonden met zichzelf, met het leven, met
de ander en met het Universum of het Al. Dat betekent niet in de laatste
plaats mijden of verminderen van stress, ontwikkelen van vitaliteit, je
bevinden in je zijn, bij jezelf kunnen komen, een authentieke individuele
identiteit ontwikkelen, subject worden
(niet hetzelfde als individualisme) via het pad naar jezelf, innerlijk
niet stil blijven staan, maar groeien, voorts aandacht en mededogen hebben
en het leven met al zijn facetten, vreugdes en conflicten als een leerschool
zien. Ja ook mededogen en aandacht. Mededogen is geen medelijden,
dat vaak een vorm van zelfbevestiging is, dat wil zeggen meer een tonen
hoe goed je in wezen wel bent. Nee, mededogen is aanwezig zijn, zonder
tussenbeide te komen. En met ‘in aandacht zijn’ (Thich Nhat Hanh
benadrukt dat) kun je bergen verzetten. Aandacht is immers een uitdrukking
van liefde. The ‘secret of life’ is niet in de laatste plaats
‘aandacht en liefde’. Liefde dan niet als emotie, als verliefdheid of
als sympathie. Nee, liefde als mentale instelling, liefde als keuze.
Liefde heeft te maken met het besef van eenheid en verbondenheid en houdt
in dat ik vanuit dat besef in mijn dagelijks leven handel, omdat we
allemaal in de kern hetzelfde zijn en allen uit dezelfde bron komen. Ook bij Masaru
Emoto , de man van de prachtige bestseller Water
weet het antwoord , is liefde een gegeven. Bij zijn onderzoekingen met
water – de mens bestaat voor 70% uit water – sprongen twee gegevens er
uit, nl. dankbaarheid en liefde.
Uit de waterkristallen komt volgens hem naar voren, dat het water als
boodschap voor de wereld heeft: de
wereld is verbonden door dankbaarheid en liefde. Een goede
affirmatie bij of vlak na het opstaan voor de mens lijkt me dan ook: “Ik
ben dankbaar en liefdevol”. Ik voeg ook nog wel eens toe: ‘Ik ben
gezond, aandachtig, rustig, volmaakt, sterk, krachtig, harmonieus en
gelukkig’, maar de korte affirmatie is al goed. Dat betekent niet dat ik
mijn schaduwkanten ontken, maar dat ik me niet of minder wil richten op
het kwaad, op ‘mineur’ of op duisternis, maar juist op goed,
‘majeur’ en licht en dat zou willen oproepen met de steun van het
universum. Het kwade en het negatieve niet ontkennen, maar dit nochtans
niet versterken door het alle of te veel aandacht te geven. Als je het wel
energie geeft, maak je het juist sterker. Deden we dat
niet te veel de laatste wat ‘duistere’ eeuwen, waarin we op een
gegeven moment zelfs de term Verlichting als tegenpool moesten gebruiken?
We hebben in die periode (wel het Vissentijdperk genoemd) lijkt het te
weinig geluisterd naar Paulus’ gevleugelde vrijzinnige appel op ons het
kwade te overwinnen door het goede te doen,
een appel waarin net als in het eenheidsbewustzijn ook de
nadruk op het positieve ligt zonder ontkenning van het negatieve.
Goed en kwaad zijn beide onderdeel van het leven, erkennen we, maar wij
geven de voorkeur aan het licht. En laten we bij dat laatste niet
vergeten, zou ik zeggen, dat zachtheid de grootste kracht is, ook als het
gaat om het bevorderen van gerechtigheid. Denken we alleen al aan wat
Mahatma Gandhi met zijn krachtige nederigheid en spirituele geweldloosheid
heeft bereikt en dat alleen omdat hij opereerde vanuit eenheidsbewustzijn
en de wetten van het universum kende. “Ik heb”, zei hij, “van
vijanden vrienden gemaakt. Mijn grootste succes was dat de Engelsen India
verlieten als vrienden”. Ook al spreekt
bovengenoemd eenheidsbewustzijn ons (in principe) aan, het is goed te
beseffen, dat velen zo niet de meeste van ons jaren geprogrammeerd zijn in
het eeuwenoude dualiteitsdenken. Een denken met het basisgevoel van (vaak
depressie en/of psychosomatische ziekten en nog erger veroorzakende)
angst, beperking en alleenzijn, een dualiteitbewustzijn waarbij vaak van
bovenaf zoals door de kerken werd ingespeeld op het oertrauma van een
onbestemd en/of onnatuurlijk schuldgevoel. Met als gevolg vaak het
vluchten in een slachtofferrol en ‘het maar opgeven’. God straft
echter niet en is ook niet bezig met wraak. Een onbestemd of onnatuurlijk
schuldgevoel is dus onzin. Juist omdat God Liefde is, intervenieert hij
niet, ook om ons niet te versterken in de slachtofferrol noch in onze
ego-taal, waarin we klagen over de ellende in de wereld en dat op God
laten neerkomen. Zich los maken van zonde- en schuldgevoel, te anticiperen
op een ‘wereld voorbij de angst’ en het je ook gunnen van jezelf te
houden en niet te vergeten zelfvertrouwen te hebben, is daarom van belang.
Gebrek aan
zelfvertrouwen en niet van jezelf houden is verlammend. ‘Wie niet van
zichzelf houdt, heeft een kwetsbaar ikje, duwt dingen weg en zoekt ook
sneller steun bij een groep”, aldus Paul Kluwer. Van Mandela is de
uitspraak: ‘Er is niets verlichts
aan jezelf klein te maken, opdat anderen zich bij jou onzeker zullen
voelen. We zijn allen bedoeld om te stralen als kinderen van God en om
Zijn glorie te openbaren.’ Een andere bekende en uiterst relevante uitspraak van hem
luidt als volgt: “Onze grootste
angst is dat we mateloos krachtig zijn. Het is ons licht, niet onze
schaduw, die ons het meest beangstigt.” Mandela is net als voorheen
Gandhi bij uitstek een vertegenwoordiger van vrijzinnigheid en
‘spiritualiteit’. Wie weet proberen we in de komende tijd niet onze
schaduw maar ons licht tot een grote kracht te maken. E-mail:
|
|