Reacties?
Mail Hans Feddema:
feddema@wish.net
Klik hier om
artikelen per Email
te ontvangen
|
Home Archief Colofon
'Wie het
geweld goedpraat, zet het subtiel in gang'
Interview
met Hans Feddema
Tekst:
Annet de Kruijf
26 augustus 2006
Wanneer en hoe
ben je geïnspireerd geraakt door het pacifisme?
Niet in mijn
ouderlijk huis in Drenthe. Daar was alleen het sociale denken ontwikkeld,
niet het vredes- en democratische denken. Tijdens mijn antropologisch
onderzoeksverblijf in Zuid-Afrika, waar toen apartheid werd bedreven in
naam van het christendom, werd ik door mensen als Beyers Naudé, Alan
Paton en Luthuli steeds pacifistischer en later in Amsterdam door contact
met Johan Riemens, een oprichter van de PSP. Hij zocht contact met me na
een VPRO-Teach-inn, waarin ik volgens hem opviel door mijn stellingname.
Hoe verhoudt je
pacifisme zich tot de rest van jouw politieke ideeën?
Pacifisme is
een politieke ideologie. Het is nog het enige van de weinig ‘grote
verhalen’ uit de twintigste eeuw dat nog is blijven bestaan of van
kracht is. De bekende filosoof Ger Groot noemt geweld de kern van onze
samenleving. Ik voeg toe: geweld zit ook in onszelf. Pacifisme is een
holistisch antwoord hoe daar mee om te gaan. Als ik bijvoorbeeld voor
directe democratie en voor duurzaamheid ben, komt dat omdat ik democratie
en duurzaamheid zie als een wijze van conflictoplossing. In dit geval voor
het conflict tussen machtelozen en machthebbers en/of voor de karmische
relatie tussen milieu en mens. Als je de natuur slaat, slaat die op een
gegeven moment ook terug. En als Hirsi Ali pleit voor confrontatie jegens
de islam, ziet een pacifist, die bruggen wil bouwen, dat eerder als
havikachtig dan als liberaal. Kortom pacifisme werkt in alles door.
Welke personen
hebben je geïnspireerd en waarom noem je jezelf liever Gandhiaan dan
pacifist?
Zij die me
inspireerden waren naast Luthuli: Mahatma Gandhi, Martin Luther King, de
rode dominee en principiële pacifist J.J. Buskes, ethicus prof. Hannes de
Graaf, Hans Wiebenga en niet te vergeten de Christusgestalte met zijn
gevleugelde woorden tegen de geweld beogende Petrus: ‘Wie het zwaard
opneemt zal door het zwaard vergaan’. Pacifisme komt van het woord pax
en is op zich een goede term. Maar het kreeg door vooroordelen een
eenzijdig imago. Zoals vrede meer is dan afwezigheid van oorlog, is
pacifisme veel meer dan het afzweren van wapens, veel meer dan ergens
tegen zijn. Geweldloosheid behield meer het imago van een positieve
holistische gerichtheid. De bekende Amerikaanse onderzoeker Gene Sharp zei
eens: ‘Geweldloze strijd is in wezen gewapende strijd, alleen zijn onze
wapens psychologisch, sociaal, economisch en politiek van aard’.
Je bent een
oprichter van de vroegere EVP (Evangelische Volkspartij), die 1 zetel in
de Tweede Kamer haalde. Hoe stond jij toen tegenover de PSP?
Positief, ik
stemde wel eens PSP. De meeste EVP’ers waren tegen geweld en vooral
tegen kernwapens en voor sociale verdediging, maar met de term pacifisme
hadden ze nog niets. Ze spraken meer over ‘vreedzame wereldpolitiek’
via vrede door gerechtigheid en
gerechtigheid door
de middelen van de vrede. We voelden ons wel verwant met de PSP.
Waar ligt voor
jou de grens bij het gebruiken van geweld?
Idealiter is er
voor mij geen grens. Je hebt alleen gezag en kracht naar buiten als je
alle geweldsschepen achter je verbrandt. Als je niet in beide handen een
olijftak houdt, maar in de ene hand een granaat of zwaard op je rug, neemt
de tegenspeler ook zulke maatregelen. De pacifist ziet altijd het
actie-reactiepatroon bij geweld en ook dat geweld een eigen dynamiek
heeft. En als er eens sprake is van een situatie van ‘nood breekt wet’
dan zien we dat wel, maar maak van zo’n situatie alsjeblieft geen
stelling of uitgangspunt, want dan kom je op het vlak van de
rechtvaardiging. En goedpraten van geweld, hoe gering ook in het begin,
zet het subtiel in gang.
Hoe stond en
sta jij tegenover het gebruik van geweld door linkse activisten?
We waren daar
als EVP’ers toen zeker niet voor, want het werkt averechts (zie ook de
genoemde uitspraak van Christus). We zagen het als een verkeerde
strategie. Mensen als het omstreden Eerste Kamerlid Pormes na dertig jaar
nog straffen voor een verkeerde strategie, ligt echter niet in de lijn van
pacifisme naar mijn mening. Moraliseren en straffen achteraf kan
repressief overkomen. Ik ben uiteraard wel voor het Internationaal
Gerechtshof tegen oorlogsmisdaden. Het is zelfs een soort preventief of
althans afschrikwekkend middel daartegen.
Hoe zie jij de
ontwikkeling van pacifisme in GroenLinks? En zegt de verschuiving veel
over GroenLinks of meer over hoe men in het algemeen tegen pacifisme is
gaan aankijken?
Het is zowel
het een als het ander. GroenLinks raakte al gauw, in de woorden van Hans
Achterhuis, in de ban van ‘de politiek van de goede bedoelingen’
zonder de ‘middelen’ daarin goed te betrekken en dus van militaire
interventie voor het goede doel. Het was eind jaren negentig een soort
modedenken, waarin men niet wil achterblijven. Omdat rechts, vooral de
VVD, ook graag militair wilde ingrijpen, kwam zelfs het begrip humanitaire
interventie in zwang. Behalve dat de sympathiek overkomende
Clinton verwarring bracht, lag het bij ons ook aan de diepere notie
van solidariteit. Solidariteit is een goede emotie, maar geen politiek
concept zoals gerechtigheid en vrede. Het leidt vaak tot oneigenlijk
partijkiezen en je loopt er mee vast, omdat de underdog
van vandaag de topdog van morgen kan zijn. Bij politiek gaat het om het behoud en
de inrichting van de wereld en niet om de goede bedoelingen, die vaak ook
nog slechts fungeren als rechtvaardigingsretoriek. De steun van GroenLinks
voor de NAVO-bombardementen op Servië (en Kosovo), let wel zonder
VN-sanctie, waren een dieptepunt. Gelukkig bleven de fractieleden Farah
Karimi en Ineke van Gent tegen.
Op wat voor
manier leeft het pacifisme nog wel bij GroenLinks?
Niet echt als
bovenstroom meer helaas. Er is veel te weinig bezinning in de partij over
de te hanteren middelen, die volgens Gandhi qua gewicht gelijkstaan aan de
doelen. Te weinig bezinning ook op de dynamiek van geweld, als dit eenmaal
is begonnen, zoals de Amerikanen de ontwikkelingen na de inval in Irak
niet voorzagen. Dus dat het geweld al gauw een niet-voorziene eigen weg
gaat. Voorts is er ook te weinig bezinning op het feit dat bij militaire
interventie: a) het geweld juist toeneemt, b) de partijen, om zich te
bewijzen, harder gaan vechten en c) dat je als buitenstaander op een
gegeven moment zelf partij wordt in het conflict. ‘Somalië’ mislukte
juist door het partijkiezen van de Amerikanen voor een krijgsheer of een
militie. Dat was in de tijd van Clinton. Vandaag zijn de Amerikanen weer
subtiel aan het interveniëren in dat land en kiezen ze daarbij zelfs
bewust partij voor Somalische milities met het oogmerk
moslimfundamentalisten te bestrijden. Dat laatste is mede een indicatie
dat we nu, met de neoconservatieven rond president Bush, van humanitaire
interventie opgeschoven zijn naar ‘humanitair imperialisme’. Tegen dat
laatste neemt de GroenLinks-fractie, en zeker Farah Karimi, nu zeker prima
stelling. Het VN-artikel 2 lid 4 van het ‘Verbod op geweld’ legt vast
dat politiek geweld niet mag, tenzij er sprake is van een aanval. Clinton
overtrad dat bij de Kosovo-oorlog nog met een zekere pijn, maar nu lijkt
dat geweldsverbod echt een lege huls te zijn geworden. Een glijdende
schaal zie je dus, als je geweld begint goed te praten.
Solidariteitsdenken? De Amerikaan David Rieff, bij wie door het
Bushbewind het ‘liberaal imperialisme’ thans heeft afgedaan, zegt dat
“de mensenrechtenbeweging en de neoconservatieven veel meer met elkaar
gemeen hebben dan ze willen toegeven.” Hebben we vroeger, zegt hij
“niet vaak ook de Vietcong verheerlijkt en idem eenzijdig de Bosniërs?”
Wat is jouw
mening over de mate van salonfähigkeit van pacifisme?
Het is bijna
een vies woord geworden. Interessant is dat MientJan Faber de kerken medio
2004 verweet “zich genesteld te hebben in de voorhoede van een
wereldwijde pacifistische beweging”. Dit zegt genoeg. Alsof dat zo
vreselijk zou zijn. De kerken hadden volgens hem de inval in Irak niet
mogen veroordelen. ‘Pre-emptive strike’ (preventieve aanval), zoals de
Amerikanen en Britten meenden te moeten toepassen in Irak, ook al bleken
de gevaarlijke wapens er later niet te zijn, vloekt uiteraard met
pacifisme.
Wat
zou er wat jou betreft aan het hoofdstuk over militair ingrijpen en
vredesoperaties in het verkiezingsprogramma van GroenLinks moeten
veranderen?
Ondersteun
peace-keeping door blauwhelmen
en vredeswerkers na totstandkoming van een verdrag, en idem het EU-Civil
Peacecorps in wording, maar wijs
militaire interventie af, omdat dat meestal het geweld doet escaleren en
je daarbij niet neutraal kunt blijven. Zoek en bouw aan alternatieven. De
soldaat heeft mogelijk wel discipline in een frontsituatie, maar is vaak
een ongeleid projectiel in het wespennest van een burgeroorlog. Geweld is
niet louter rationeel te temmen of wetenschappelijk te meten, het heeft
een geestelijke dimensie. Op dit terrein liggen echt grenzen aan de
‘maakbaarheid’, nog afgezien van het feit dat bij militair ingrijpen
altijd macht en verborgen agenda’s meespelen. Vermeld ook niet de
‘nood-breekt-wetsituaties’ in het program. Je weet dat ze zich in de
praktijk kunnen voordoen, zoals in heel het leven, maar benoem ze niet,
want dan wordt het een theorie waarmee altijd wordt gemanipuleerd. Zelfs
met de term genocide gebeurt dat, nog afgezien van de vraag of je als
soldaat veel kunt doen als mensen in een kluwen en dicht op elkaar levend
zoals in Rwanda, als het ware met een waas voor ogen, elkaar afslachten.
Je moet natuurlijk wel je internationale gerechtigheidsbeleid formuleren,
ook hoe je dat wilt doen via geweldloze druk, (slimme) sancties,
vredesmissies na een bestand en actieve oorlogspreventie. Mensen voelen
wat ze bij nood- of uitzonderingssituaties moeten doen, maar maak er geen
rechtvaardigingstheorie van en leg het niet vast in je program. Doe je dit
wel, dan laat je het concept van afwijzing van militaire interventie los
en zet je al gauw het geweld(sdenken) subtiel in gang.
Hou vast aan de
nutteloosheid van het geweld en doe niet mee met de mythe van het
geweldsdenken, dat stelt dat ‘rechtsherstel en bevrijding van bovenaf
komt en uit de loop van een geweer’. “Zelfs
als geweld iets goeds voortbrengt, dan is het hooguit tijdelijk en wordt
het al snel overspoeld door het kwade dat tegelijkertijd meekomt,” zei
Mahatma Gandhi.
---
Dit
interview verscheen in het augustusnummer 2006 van magazine Geweldloze
Kracht.
E-mail: feddema@wish.net
Home Archief
Colofon |
|