Reacties? Klik hier om
|
Wie zijn billen brandt... Hans Feddema 26 februari 2001
Zeven Servische burgers vinden de dood bij een Albanese bomaanslag in Kosovo op een bus uit Ni. Enige dagen later treft drie Servische agenten in de Preevo-vallei (Zuid-Servië) hetzelfde lot als zij op een mijn rijden. Verder laten de VS Kostunica weten dat hij tot 31 maart de tijd heeft om Miloevic uit te leveren aan het Joegoslavië-Tribunaal, omdat ze anders hun hulp aan Servië van honderd miljoen dollar intrekken. En ten slotte het bericht dat de Duitse brigadegeneraal b.d. Heinz Loquai, destijds werkzaam bij de Duitse missie van de OVSE, in een VPRO-radiogesprek de NAVO-luchtoorlog tegen Joegoslavië ongerechtvaardigd noemt. De bommenregen hield niet iets tegen, maar schiep volgens hem juist twee humanitaire rampen, namelijk eerst een massale verdrijving van Albanezen en later in omgekeerde zin die van Serviërs. Ziehier enkele nieuwsfeiten uit
februari. Ze illustreren dat het Westen maar niet kan ophouden met dictaatpolitiek en ook
dat het geloof in de militaire weg als probleemoplosser nergens op slaat. KFOR en de NAVO
zitten in de maag met de wraakacties van de Albanezen in Kosovo en ook met hun nieuwe
guerrillageweld in de Preevo-vallei. Ze kunnen weinig doen tegen landmijnen, bommen
in vuilniszakken, het gooien van granaten in cafés en het met autos inrijden op
kinderen. Het inzicht dat dit niet helemaal los staat van hun recente luchtoorlog,
ontbreekt echter. Vredesactivisten (en ook sommige hoge militairen, zich bewust van het
actie-reactie-mechanisme bij geweld) hebben de NAVO ernstig gewaarschuwd dat
bombardementen (net als voorheen in Hanoi) de haat en verbetenheid in Kosovo sterk zouden
doen toenemen. Geweld beginnen tegen de Servische Goliath betekent zelfmoord, zei de
gematigde Kosovaarse leider Rugova eens tegen me. Het Kosovo Bevrijdingsleger (UÇK) was
zich hiervan ook bewust; na Dayton koos deze niettemin voor de geweldsstrategie. Het bleek
een adequate methode de Serviërs te verleiden tot een forse contraguerrilla en zo tevens
de NAVO tot militair ingrijpen. Het UÇK vocht vooral via fortdorpen, wat het
risico van veel burgerslachtoffers met zich meebracht. Volgens een analyse van 19 maart
1999 van het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken zouden de Serviërs niet uit zijn
geweest op systematische etnische zuivering, maar zelfs vaak de burgers hebben
gewaarschuwd om tijdelijk de wijk te nemen, voordat ze die fortdorpen
aanvielen. Loquai verwijst ernaar. Hoe dan ook, het lukte het UÇK uiteindelijk de NAVO
voor zijn karretje te spannen. Door haar ingrijpen heeft het bondgenootschap volgens sir
Michael Rose, ex-opperbevelhebber van UNPROFOR in Bosnië, een cultuur van geweld
geïntroduceerd. De NAVO zou hebben laten zien, dat zij zich het recht
voorbehoudt om met geweld orde op zaken te stellen als iets haar niet aanstaat.
Maar, zou ik willen toevoegen, tevens dat mensen in conflicthaarden door het
NAVO-ingrijpen gesterkt zijn in het idee dat geweld loont. In Macedonië zijn
er al signalen in die richting, maar Preevo en Kosovo spannen de kroon. De NAVO en
het Westen beginnen in te zien dat ze zich met hun bommeninterventie heel wat op de hals
hebben gehaald. Ze zien voor (zeer) lange tijd geen uitweg in Kosovo en de
Preevo-vallei. Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten. Dit stuk verscheen als column in het maartnummer van 'Kan Anders/Vredeskoerier'.
|
|