Reacties? Klik hier om
|
Houding Westen inzake
brandhaarden juist kritisch bejegenen Hans Feddema 27 januari 2001
Er zijn tientallen, zo niet enkele honderden
oorlogen en geweldsconflicten in de wereld. De media kunnen ze nauwelijks bijhouden of
zijn (mede daardoor) soms wat subjectief in hun keuze qua berichtgeving daarover. De
progressieven en de vredesbeweging in het Westen zouden volgens mij zich niet op alles
moeten richten, maar bij het grote aanbod zich beperken tot vooral: Eigenlijk zijn a) en b) het belangrijkst, maar het komt voor dat conflicten voor het Westen minder van belang zijn en ook geen geopolitieke dimensie hebben. Soedan is zon geval, en Sri Lanka, maar er zijn talloze anderen. Als de media er weinig over rapporteren, zouden vredesbewegingen en progressief Nederland kunnen proberen daar extra aandacht aan te geven en bemiddelingsgremia te vinden, zoals Noorwegen thans probeert bruggen te slaan tussen de Tamil Tijgers en de regering van Sri Lanka. De hoofdmoot van westerse vredesactiviteiten zal echter moeten zijn het geweldshandelen van het Westen kritisch te begeleiden. Het Westen maakt niet juridisch, maar wel in feite door haar rijkdom (een beetje) de dienst uit in de wereld. Dit komt doordat de VS als enig overgebleven supermacht de VN wat proberen weg te drukken ten voordele van zichzelf en van de NAVO, en ook doordat de EU een machtig economisch blok is in de wereld. Macht corrumpeert, maar als je daar zelf deel van uitmaakt, ben je geneigd dat niet te onderkennen of het door de vingers te zien. Zeker als zo'n blok zich gaat permitteren eigenmachtig zonder VN-mandaat met geweld te interveniëren in conflicthaarden - al of niet onder het mom van humanitaire doeleinden -, is het zaak een kritisch geluid te laten horen. Dit omdat macht arrogant maakt. Maar er zijn gezien onze leefwijze ook duidelijk westerse belangen, bijvoorbeeld in belangrijke oliegebieden zoals in het Midden-Oosten, de Kaukasus en de Kaspische Zee-regio. Westers imperialisme is na de val van de Muur weer duidelijk terug op tafel. Daarin een kritische factor te zijn lijkt me de nieuwe uitdaging voor de progressieven in Europa. Andere grootmachten vernederen is ook een verleiding voor het Westen. Dat is gevaarlijk, omdat, zoals Rob de Wijk terecht in de Internationale Spectator van januari 2001 schreef, de 'Grote Oorlog' niet langer denkbeeldig is. We zijn weer terug bij af; 'the great game' is weer op het toneel. De progressieve beweging is bezig met achterhoedegevechten als zij dat niet doorziet. De grootmachten zijn niet (echt) gericht op de mensenrechten. Als dat soms wel zo lijkt, is dat voornamelijk een dooddoener. Nee, de grootmachten zijn weer als vanouds bezig met hun machts- en rivaliteitsspel, elkaar de invloedssferen in het Midden-Oosten, Oost-Azië, Oekraïne, de Baltische landen en de Kaukasus enz. misgunnend en proberend die van elkaar af te troggelen, waarbij de rijkste nogal eens aan het langste eind trekt. Men is niet bewust gericht op oorlog, maar het kan volgens Rob de Wijk fout gaan door misverstanden over westers handelen bij andere mogendheden. Laten we daarbij niet vergeten dat de rivalen kernmogendheden zijn. Alert zijn voor het ontstaan van een wereldbrand is zeker een vredesbelang. Zaken als het anti-rakettenschild, waarvan president Bush een groot voorstander is en dat een extra polariserend factor zal zijn tussen de grote mogendheden, moeten ons dan ook zeker raken. Kortom, kritisch zijn ten aanzien van de militaire ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld nu ook inzake de plannen voor een eigen EU-leger, en ten aanzien van militaire machtsuitoefening van het Westen, zal mijns inziens een substantiële taak van progressief Nederland en de vredesbeweging moeten zijn. MIDDEN-OOSTEN Het Westen is zeer verlegen met wat er nu gebeurt in het Midden-Oosten. De progressieven moeten daar zeer kritisch op inspelen, niet door partij te kiezen voor de Palestijnen dat werkt niet, ook omdat deze 'underdogs' duidelijk eveneens fouten maken , maar door onszelf, dus het Westen voor te houden dat ze hun 'kind' tot de orde roepen door het eindelijk doen van gerechtigheid jegens de oorspronkelijke bewoners van het land, volgens de tweedelingsresolutie van de VN in 1947. Maar zijn we zo dan niet verantwoordelijk
voor de situatie in bijna de helft van de wereld, gezien het feit dat het Westen tot
ongeveer 1950 zeer veel koloniën had? Ja en nee. Als we tijdens het kolonialisme bepaalde
groepen direct of indirect een bevoorrechte positie hebben gegeven, waardoor vijftig jaar
na dato nog moeilijkheden ontstaan, dan kunnen we dat niet helemaal links laten liggen. We
kunnen meeleven en druk uitoefenen, zonder daarbij meteen te denken in termen van de vaak
averechts werkende maar nochtans in de mode zijnde militaire interventie. Anderzijds zijn
bijvoorbeeld de huidige machthebbers in Afrika vooral ook zelf verantwoordelijk voor hun
daden. Bovendien was het verlenen van onafhankelijkheid aan voormalige koloniën een
'onschuldiger', want op emancipatie gerichte beleid dan het mee helpen terugdraaien van
twintig eeuwen geschiedenis ten koste van een autochtoon volk (de Palestijnen), hoe
begrijpelijk dat ook was vanuit ons schuldgevoel. Dit is een verkorte versie van een lezing gehouden op een strategiebijeenkomst van het Landelijk Beraad van Vredesorganisaties (LBVO) op 27 januari 2001.
|
|