Reacties? Klik hier om
|
Duits
pacifisme? Hans Feddema 28 oktober 2002 Linkse
politici hebben nogal eens het idee dat pacifisme niet salonfähig is.
Je zou er geen kiezers mee kunnen winnen en er ook minder gauw als
progressieve partij mee in een regeringscoalitie kunnen komen. Het
politiek correcte denken zou dat verhinderen. Afgezien van de vraag of
je als politicus daar in mee moet gaan, is deze beeldvorming slechts de
halve waarheid. Vergeten wordt immers meestal dat het politiek correcte
denken iets is dat ‘van bovenaf’ is geconstrueerd door de heersende
elite. Of wel of niet (erg) meesmuilend wordt gedaan over pacifisme,
hangt dus mede af van wat op dat moment bij het journalistiek-politieke
establishment in zwang is qua denken en beleid. Toen Gandhi door
geweldloosheid het Britse koloniale rijk op de knieën bracht, of toen
mede door druk van ongewapende burgers en wekelijkse stille marsen in
Leipzig de Muur bleek te kunnen vallen zonder dat er een schot werd
gelost, waren de vooroordelen jegens het pacifisme veel minder sterk dan
recent, toen het met geweld ingrijpen in een conflict onder een
humanitaire vlag in de mode was. Nu de humanitaire retoriek bij militair
ingrijpen wat naar de achtergrond
is gedrongen -- het de mensen althans duidelijk wordt dat bij zo’n
ingrijpen naast olie, hegemoniepositie of machtsbelang een (hoofd)rol
blijken te spelen -- ligt pacifisme, of wat daarvoor door gaat, ineens
weer veel beter in de markt. De rood-groene coalitie in Duitsland lijkt
het zelfs mede aan die kaart te hebben te danken dat zij nog een tweede
periode kan doorgaan. Sommigen spreken in deze van anti-Amerikanisme,
maar ook in dat geval is er sprake van een pacifistische onderstroom,
omdat de irritatie niet de VS op zich betreft, maar de haviken in het
Amerikaanse bewind die president Bush in militaristische richting
proberen te dringen. Militarisme is iets waarmee het Duitse volk vanuit de eigen geschiedenis zulke nare ervaringen
opdeed dat het in de kritiek daarop
weet waar het over spreekt. Bij de basis liggen die ervaringen
nog dieper verankerd dan bij de politieke elite. Zo kwam bijvoorbeeld op
22 september de pacifist Hans-Christian Ströbele, die tegen deelname
aan de oorlog in Afghanistan en Kosovo was en door de Groenen op een
onverkiesbare plaats was gezet, met voorkeurstemmen vanuit een links
Berlijns kiesdistrict in het parlement, ten koste van iemand die wel
hoog op de lijst stond. Nederland worstelt minder met een militaristisch verleden dan
Duitsland, maar ook hier zien we, althans bij de linkse partijen, nu een
kritischere houding ten
aanzien van het Amerikaanse militarisme, respectievelijk de te eenzijdig
militaire benadering van probleemoplossing door de VS. In Duitsland is
het kennelijk bon ton dat
pacifisme te noemen en in Nederland niet, maar winst is dat in beide
landen de koudwatervrees voor dat begrip lijkt te zijn afgenomen. Dr.
J.P. Feddema is antropoloog en publicist
en actief in GroenLinks en de vredesbeweging
|
|