feddema.gif (4505 bytes)

 

Hans Feddema

 

Reacties?
Mail Hans Feddema:
hansfeddema@tiscali.nl


Klik hier om
artikelen per Email
te ontvangen




Home  Archief Colofon


Het geweld van de heksenvervolging


Hans Feddema
29 juni 2008
 

Op 22 mei zag ik in een dagblad een kort bericht over het levend verbranden van twaalf van hekserij beschuldigde vrouwen in West-Kenia. Een groep van driehonderd man zou de verdachten voor hun huis hebben vastgebonden en in brand gestoken. Het hoofd van het district Nyamaiya hekelde niet de verdenking op zich, maar wel dat ‘het recht in eigen hand was genomen’. Een onthutsend bericht. Of misschien ook weer niet, gezien de eeuwenlange heksenvervolging op ons eigen continent. En omdat de krant tevens berichtte over 42 doden als gevolg van een lynchpartij van Zuid-Afrikanen tegen buitenlanders. Die zouden hen het brood uit de mond nemen.

Zondebokuitdrijving is zo oud als de mensheid. Het lucht kennelijk op. De zondebok  kon een sterke persoonlijkheid zijn die jaloezie opwekte, maar ook een ‘outcast’ of een toevallige voorbijganger. De zondebok samen een ravijn ingooien was dan meestal de procedure. In Europa regent het van de ravijnen, waar dat gebeurde. Met de vrouw als zondebok ging het wat subtieler Ze kreeg de verdenking van hekserij aan de rok, nadat een oogst was mislukt of als er ziekte was uitgebroken onder de kinderen of het vee. Vaak was het een minder sympathiek overkomende vrouw. Het was vreselijk, zoals ze werd ‘uitgedreven’ via een publieke verbranding. Heel vroeger gebeurde dat zonder proces, maar in de Middeleeuwen moest er door de invloed van de kerk een rechter aan te pas komen. Maar dat laatste was meestal een doekje voor het bloeden. De rechter lette erg op de gevoelens in de betreffende gemeenschap. Als die unaniem van mening was dat de ‘heks’ zeg maar het vee ‘bovennatuurlijk’ had vergiftigd, dan moest hij van goede huize komen om haar niet te veroordelen.

Onze civilisatie maakt dat we ‘heksen’ niet meer verbranden. Maar een persoon of groep negeren, miskennen of uitsluiten kan ook erg pijn doen en de ziel raken. Dat geldt ook voor ‘katten’, aftroeven, pesten en sarren. Het is psychisch geweld. Thans zijn bij ons vooral de Talibanstrijders de zondebok. Evenals trouwens Iran, met wie George W. Bush al lang een oorlog zou zijn begonnen als hij zijn handen niet vol had met Irak en Afghanistan. En de laatste tijd demoniseren we ook de moslims in ons land. Dat is onze vorm van ‘heksenverbranding’. Jegens de Taliban doen we dat tevens in de vorm van oorlog in een ver land. Is onze civilisatie dan toch niet zo perfect?   
---
Dr. Hans Feddema is publicist en antropoloog

E-mail:

hansfeddema@tiscali.nl

 

Home  Archief Colofon

 

 

1