feddema.gif (4505 bytes)

 

Hans Feddema

 

Reacties?
Mail Hans Feddema:
feddema@wish.net


Klik hier om
artikelen per Email
te ontvangen




Home  Archief Colofon


Koersen zionisten op oorlog met islam?


Hans Feddema

29 november 2003

Inleiding

Tussen 25 oktober en 29 november werd in Het Parool een uitvoerige discussie over zionisme gevoerd naar aanleiding een zin in een artikel van mij over de vraag hoe te reageren op ‘terrorisme’ (Het Parool, 16 oktober). Die zin luidde: “Strategisch en vanuit menselijke optiek is het zelfmoordgeweld van Hamas een af te wijzen reactie, maar anderzijds klinkt bij Hamas ook een schreeuw om gerechtigheid door, omdat Israël, ‘de eerlijk-delenresolutie’ van de VN ten spijt, nu al bijna 80 procent van het oorspronkelijke Palestina bezit en de bezetting van de rest gebruikt om zich ook van dit gebied steeds meer land toe te eigenen.”

Sam de Leeuw, vice-voorzitter van de Federatie Nederlandse Zionisten, ging op dat laatste niet in, maar reageerde in zijn artikel ‘Palestijns geweld al vanaf 1885’ als volgt: “Dat impliceert dat Palestijnse terreur na 1947 ontstond en tegen Israël en niet tegen joden is gericht.” Hij voegt toe: “Helaas, vanaf het begin van de joodse immigratie naar Palestina (1882) zijn joden slachtoffer geweest van Palestijnse terreur, de eerste berichten dateren van 1885, en in februari 1920 wordt de eerste jood gedood.” (Het Parool, 25 oktober.) Daarna werden onder meer botsingen van 1929 en 1936 gememoreerd, alles om aan te geven dat de huidige bezetting niet de oorzaak van het felle Palestijnse verzet is, maar dat de Palestijnen zich vanaf het begin met geweld tegen joden richtten ‘in weerwil van de legitieme aanspraken van de joden op Palestina’. Wat het laatste aangaat, wees De Leeuw onder meer op de Verklaring van 1917 van de Britse minister Balfour om zionistische immigranten in Palestina een ‘home’ (thuis) te gunnen, mochten de westerse geallieerden de oorlog winnen.

Het was een lang artikel met veel bekende argumenten. Het gaf me de gelegenheid meedenkend die argumenten historisch, volkenrechterlijk en ook op de relevantie voor de actuele grote crisis te toetsen, en om mede in het licht daarvan om introspectie te vragen inzake het zionisme, zonder meteen van antisemitisme te worden beticht. Het volkenrecht geeft, om maar iets te noemen, slechts een recht van terugkeer voor de nog levende vluchtelingen en hun kinderen en niet voor latere generaties. Aldus verscheen mijn eveneens prominent gebrachte reactie onder de kop ‘Is zionisme geen vergissing?’ (Het Parool, 1 november), waarvan de kern is samengevat in het eerste artikel. Op dat stuk kwam vervolgens een reactie van twee kopstukken van de Federatie van Nederlandse Zionisten, naast Sam de Leeuw nu ook van voorzitter Dan Cohen onder de kop ‘Links zou pro-Israël moeten zijn’ (Het Parool, 15 november). Zij spitsten hun verhaal toe op a) de goede landbouwontwikkeling die het zionisme na 1900 bracht in het wat zij noemen ‘onderontwikkeld en achtergebleven Palestina’, b) een vasthouden aan hun, zoals zij  het noemen, ‘legitieme rechten’ op basis van de Balfour-verklaring van 1917 en internationale verdragen na het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk in 1918 en c) de eenzijdigheid van de VN (gezien onder meer de ‘zionisme-is-racismeresolutie’) en voorts van ‘alle politieke Palestijnse organisaties’, welke zich zouden kenmerken door ‘antisemitisme, militarisme, fanatisme, intolerantie en vrouwendiscriminatie’.

Hierop verscheen gisteren ten slotte mijn antwoord onder de kop ‘Zionisme wordt een vloek’ (Het Parool, 29 november), waarin ik kort op hun argumenten inga. Alleen niet op de ‘zionisme-is-racismeresolutie’ van de VN, omdat daarvoor de ruimte ontbrak en omdat ik zionisme op zich niet zie als racisme maar als nationalisme, ook al bestaat er in het huidige Israël wel degelijk etnische discriminatie.

Dat tweede artikel tref u integraal hieronder aan, na het grotere eerste artikel in een wat verkorte vorm. Beide gaan over de al of niet door propaganda veroorzaakte diepere noties die bij de mensen niettemin sterk meespelen, als het gaat om hun oordeelsvorming inzake het Israëlisch-Palestijnse conflict.

 

Is zionisme achteraf geen vergissing?

1 november 2003

Als gandhiaan verwerp ik natuurlijk elke terreur, maar men mag anderzijds ook niet voorbijgaan aan de diepere wortel van het Palestijnse geweld, zoals vandaag de bezetting, het nederzettingen- en landjepikbeleid van Israël en de bouw van de ‘apartheidsmuur’. Als de Palestijnen die repressie niet gedwee over zich heen laten komen, is het dan niet een zwaktebod van zionisten uit woede daarover in de slachtofferrol te vluchten? In het tv-programma Zembla zei Hajo Meyer van Ander Joods Geluid terecht: “Wij joden hebben niet het monopolie op het lijden.”

De Palestijnse reacties begonnen niet pas na 1948. De komst van kleine aantallen zionistische kolonisten na 1900 riepen bij de Palestijnen al lang, voordat Israël hen tot tweederangsburgers zou maken in eigen land, angst en frustratie op. Het was toen bijvoorbeeld hun cultuur dat pachters meegingen naar de nieuwe eigenaar en dan niet huis en grond hoefden te verlaten. Maar bij de verkoop van land aan zionistische settlers moest dat wel. Waren er niet ooit enkele Palestijnse dorpen waar nu Tel Aviv ligt?

Het is hoe dan ook de vraag wat er schort aan het zionisme. Is het immers niet het zionisme zelf dat steeds weer Palestijns verzet oproept.?Een indicatie daarvan is ook dat eeuwenlang een kleine orthodox-joodse minderheid (van 3 a 4 procent) in Jeruzalem, Jaffa en Haifa in harmonie heeft samengeleefd met de Palestijnse meerderheid. Als dat na de komst van de settlers drastisch veranderde, kun je je afvragen of de zionisten van het eerste uur zich wellicht niet hebben vergist met hun droom om tweeduizend jaar geschiedenis terug te willen draaien. Vele zionisten wisten overigens niet eens dat Palestina bewoond was. Theodor Herzl, de vader van de idee, wist dat wel. Hij koos voor Uganda. Later ging hij akkoord met Palestina en bedacht als strategie de bezitters uit te kopen, ‘de landgoederen te onteigenen en de arme bevolking stiekem over de grens proberen te zetten’.

Vrienden worden met je buren is bij een settlers-kolonisatie een eerste vereiste. De zionistische pioniers deden precies het tegendeel. Ze voelden zich westers en ‘beschaafd’ en gedroegen zich arrogant en koloniaal jegens de autochtonen. De Russische jood Asher Ginzberg (1856-1927), die deze attitude scherp veroordeelde, signaleert: “Onze broeders behandelen de Arabieren vijandig en wreed, en scheppen daar nog over op ook, net als de slaaf die koning is geworden.” (De Brug, september 2003.) Vergeten wordt vaak ook dat de gezaghebbende joodse politiekfilosoof Hannah Arendt later in 1944 krachtig stelling nam tegen een joodse staat, die volgens haar ‘tot een onoverkomelijk joods-Palestijns conflict’ zou leiden en die al spoedig zou ‘degeneren tot een kleine oorlogsstam als Sparta. Het zal een catastrofe worden’ (De Groene Amsterdammer, 3 augustus 2002).

Anders dan Ben Goerion begreep zij, zeker in een tijd van dekolonisatie, dat het stichten van een joodse staat, waarbij hoofdbewoners als vreemdeling in eigen land en onder een vijandige vlag moesten leven, de situatie vele malen erger zou maken. Ze kreeg gelijk. Veel geweld en vier oorlogen met de buren waren  het gevolg. Voorts werd er in 1948 etnische zuivering toegepast via onder meer de doelbewuste massamoord in Deir Yassin, waardoor 750.000 Palestijnen (volgens het strijdplan Daleth) land en haard verloren en vierhonderd dorpen en steden met de grond gelijk werden gemaakt, terwijl in 1967, het jaar dat de bezetting van de Westoever en Gaza begon, ook nog eens tachtigduizend boeren en burgers van de Syrische Golanhoogte zijn verdreven en ook daar een honderdtal dorpen werd verwoest.

Als Jaap Hamburger van Ander Joods Geluid in dit licht verklaart dat ‘Israël zich van meet af aan heeft ontpopt als een ramp voor zijn buren’ (De Volkskrant, 4 augustus), steun ik hem daarin. Ik voeg toe dat daardoor ook Arabische machthebbers kans zagen het proces van democratisering in hun land te blokkeren. Is Israël trouwens niet tevens enigszins een ramp voor de wereld? Israël mag klein zijn, maar de negatieve energie die vooral na 1967 van zijn politieke elite uitgaat, qua vijanddenken, militarisme, wapenexport, overtreding van de Conventies van Genève, het bruuskeren van de VN en het stigmatiseren van tegenspelers, die te pas en te onpas het etiket antisemiet krijgen opgeplakt, is zeer groot.

Israël is in plaats van een ‘lichtend voorbeeld voor de naties’ net als het Zuid-Afrika uit de tijd van de ‘apartheid’ een microkosmos van de tegenstelling machtigen versus onmachtigen in de wereld en sinds kort tevens de microkosmos (en bedenkelijke voorpost?) van het conflict tussen het joods-christelijke Westen en de islamitische wereld. Tel uit je winst. Ook binnenslands heeft het politieke klimaat zich zo verhard dat volgens parlementslid Avraham Burg, van 1999 tot 2002 voorzitter van de Knesset, ‘ethisch leiderschap ver te zoeken is en de natie zowel op corruptie als op onderdrukking en onrecht berust’ Hij spreekt van het ‘einde van de zionistische onderneming’ dan wel een evolutie naar een staat ‘bizar en afstotelijk’ (Forum, 12 september)

  Hoe dan ook, introspectie lijkt geboden nu Israël ook al lang niet meer voor joden de meest veilige haven is. Veel van mijn joodse vrienden, ook in Israël, doen aan die introspectie. De Balfour Verklaring van 1917 en internationale conferenties als ‘legitieme aanspraken van de joden’? Dat is een mythe of een religieus-nationalistische droom. Die aanspraken waren nooit legitiem. In het volkenrecht geldt alleen voor in leven zijnde vluchtelingen en hun kinderen een soort recht op terugkeer, maar niet voor generaties daarna. Dat onze westkust 2500 jaar terug deel was van het Friese rijk, geeft de Friezen daarop nu geen rechten.

En de Balfour Verklaring van 1917 sprak slechts over een ‘home’, dus een thuis voor groepen joodse immigranten, maar niet over een joodse staat. Alleen op basis van resolutie 181-II van de VN in 1947 kon Israël wettelijk aanspraak maken op de westelijke helft van het vroegere Palestina plus de Negev-woestijn. Vele derdewereldlanden waren toen nog geen lid van de VN, anders had die resolutie het mogelijk niet gehaald, maar de aanspraken op Samaria en Judea (Westoever) ontberen elke rechtmatigheid. Ziehier de crux van het probleem thans. De  machtselite in Israël wil die mythische maar illegale aanspraken op Samaria en Judea niet opgeven en verbloemt dat door de wanhoopsreacties van de Palestijnen uit te vergroten.

Israël doet niet aan introspectie over zijn eigen rol en kiest niet voor vrede, maar nog steeds voor de weg van het geweld, en voor repressie en expansie. Die weg loopt dood. Zich meer bescheiden opstellen, de aanspraken op Samaria en Judea opgeven, de bezetting ongedaan maken, eerlijk delen, gerechtigheid doen aan de Palestijnen en vrienden worden met de buren, is de enige reële optie voor Israël.

------

       

KOERSEN ZIONISTEN OP OORLOG  MET ISLAM?

29 november 2003

Kenmerkend voor nationalisme is dat men de historie manipuleert, zich beroept op rechten die er niet zijn, het eigen gedrag ‘heiligt’ en al het kwaad bij de ander legt. Het is ook wat ik zie in de reactie van Dan Cohen en Sami de Leeuw in Het Parool van 15 november op mijn artikel ‘Is zionisme geen vergissing?’ (Het Parool, 1 november.)

- Bloeiende steden hadden de Palestijnen rond 1900. Dat de zionisten met hun westerse scholing goed waren in landbouw is niet de kern. Blanke kolonisten in Zuid-Afrika beriepen zich daar ook op. Het draait om de vraag of het gebied van jou is of van de inheemsen, en hoe je je jegens hen gedraagt. Dat gedrag was arrogant en koloniaal. Ik citeerde Ginzberg. Eerlijk was ook de zionist Ze’ev Jabotinsky, die in 1920 erkende dat Palestijnen hen zagen als ‘buitenlandse indringers’ en dat hun verzet op zich ‘onvermijdelijk en gerechtvaardigd’ was.

- De Balfour Verklaring van 1917 ‘internationaal recht’? Onzin. Een ‘home’ is geen joodse staat. De Britten wilden dat niet. Ook internationale verdragen na 1918 waarop Cohen en de Leeuw zich beroepen, gaven dat recht niet. Die legden het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk vast en maakte Palestina een Brits ‘mandaat’. De Britten legden in 1939 in een White Paper de grens bij vijftienduizend joodse immigranten per jaar en voorts ook een grens bij het aantal zionisten in ‘onafhankelijk Palestina’. Dat mocht niet meer zijn dan een derde van de bevolking. De zionisten, die de Balfour Verklaring steeds anders uitlegden, reageerden daarop met ‘terreur’ tegen de Britten, die mede daarom het gebied in 1947 teruggaven aan de VN. Waartoe het geloof in vermeende rechten leidt, illustreren de vele joodse nederzettingen van nu in bezet gebied. Op een vraag van een journalist aan een joodse nederzetting in de Gazastrook, waar 350 soldaten zestig families bewaken, of dit niet zinloos is, was het antwoord: “Laten de Palestijnen weggaan, wij zijn de heersers.” (NRC Handelsblad, 18 november.)      

- Toen de VN in 1947 besloten tot een tweedeling, bleef ‘Groot-Israël’ boven de markt zweven, omdat Ben Goerion die deling accepteerde, maar niet de grenzen, en hij gebiedsuitbreiding niet uitsloot, reden dat Israël zich in 1948 onafhankelijk verklaarde zonder vaste grens. Erg afgeven op de VN, zoals nu ook Cohen en de Leeuw weer doen, is niet anders dan hebzucht, meer willen hebben dan de VN toekenden. Logisch dat je tientallen joodse nederzettingen toelaat in bezet Palestijns gebied, dat je die bezetting al 37 jaar niet opgeeft, maar er een beschamend getto van maakt, het opsplits in 130 enclaves. En dat terwijl Israël in plaats van de helft al bijna 80 procent van het vroegere Palestina bezit. Het conflict is een gerechtigheids- en geen veiligheidskwestie. Het draait om land (en water).                                

Het almaar doorgaande zionisme, al of niet onderhuids, is gezien de uitzichtloze geweldsspiraal een vloek aan het worden voor de Palestijn, de Israëliër zelf en ook voor de wereld. Er lijkt mede daardoor nu zelfs een soort oorlog te ontstaan tussen het joods-christelijke Westen en de islamitische wereld. Een vreselijke ontwikkeling. Als ik zie hoe Cohen en de Leeuw de Arabieren en hun cultuur demoniseren en ons oproepen partij te kiezen, en hoe ook anderen als Leon de Winter dat lijken te doen, kan ik slechts concluderen dat zionisten bezig zijn ons mee te sleuren in hun heilloze strijd met Arabieren (en de islam). De mensen zien volgens een EU-enquête Israël niet voor niets als het grootste gevaar voor de wereldvrede. Dat laatste slaat overigens ook terug op onszelf als Europeanen. We gunnen Israël lage invoerrechten op zijn producten, maar staan toe dat het zich niet neerlegt bij VN-resoluties en maar doorgaat met het afpakken van land. Dat te veranderen is de uitdaging; de internationale gevolgen kunnen anders rampzalig zijn.
-----
Dr. J.P. Feddema is antropoloog, publicist, lid van de initiatiefgroep Stop de Bezetting en voorzitter van de werkgroep Midden-Oosten van GroenLinks

 

feddema@wish.net

 

Home  Archief Colofon

 

 

1