Reacties? Klik hier om
|
Program- en andere verkiezingsperikelen
Hans Feddema Ik moet nog wat
wennen aan de op gang komende verkiezingscampagne. Oneliners vliegen je om
de oren. En politieke partijen zoeken hun kracht in het afgeven op de
ander. Zit de burger daarop te wachten? Nee, maar de media lijken er wel
op in te spelen met termen als ‘titanengevecht’. En dan is er nog de
rol van de opiniepeilingen en het afwimpelende commentaar van politici dat
peilingen niet meer dan momentopnamen zijn. We kunnen niet
anders dan dit alles over ons heen te laten komen. Het hoort er kennelijk
bij. Zelf laat ik me meestal leiden door de grote lijnen, beter gezegd de
idealen van gerechtigheid, vrede en duurzaamheid, en voorts door de 3
P’s van program, personen en partnerkeuze. Niet alleen door het program,
dus in hoeverre daarin de genoemde idealen (enigszins) gestalte krijgen,
maar vooral ook welke personen het gaan doen en met welke partners.
Ik zit met
genoemde idealen al gauw in de hoek van SP, D66, PvdA en GroenLinks. Ik
was rondom 1 oktober in het oosten van het land en besloot daarom in
Zwolle een deel van het congres van een van de vier, namelijk GroenLinks,
bij te wonen. Ik behoor vanuit een bloedgroep (EVP) tot de oprichters van
die club. Van GroenLinks is bekend dat het (anders dan het CDA) de VVD
niet als favoriete partner ziet. Ik kwam dan ook, los van (her)ontmoeting
en het proeven van de sfeer, vooral naar het congres om te kijken naar de
vaststelling van het program en het kiezen van de kandidaten. Zo werd ik
geraakt door de presentatie van vier opvallende nieuwe
kandidaten: Mariko Peters, Tofik Dibi, Jub van ’t Veld en Cees
Korvinus. Cees is een
gerenommeerd strafpleiter, Tofik en Jub twee veelbelovende (zeer) jonge
Amsterdammers. En last but not
least: Mariko is een mensenrechtenjurist en diplomaat, momenteel
werkzaam in Kabul, die zelfs plaats 4 haalde, dus tussen de drie in het
oog springende kamerleden Kees Vendrik, Wijnand Duyvendak en Ineke van
Gent. Wat me in
Mariko tevens trof was dat ze zich in haar presentatie sterk maakte voor
een niet-gewelddadige oplossing van conflicten. Dit lijkt niet zonder
belang, omdat zij het buitenlandbeleid, waarop Farah Karimi haar sporen
verdiende, voor haar rekening zal gaan nemen. Voorts ook omdat door een
samenloop van omstandigheden er een zeer ongelukkige passage over
militaire interventie in het program is geslopen, waarover Mariko onthutst
was, evenals meerdere fractieleden, bleek in de wandelgangen. Die passage
(zie hierna) riep bijna net zo veel emotie op als de paragraaf over het
versoepelen van het ontslagrecht met als motivering om zo nieuwkomers meer
kansen op de arbeidsmarkt te geven. Er zitten bij dat laatste twee kanten
aan de zaak. Vakbondsmensen waren niet tegen de grotere kansen voor
nieuwkomers, maar wilden toch vasthouden aan de huidige ontslagprocedure.
Je kunt er over twisten wat in deze het meest progressief is. Dat geldt
ook voor de vraag hoe de burgemeester te verkiezen. Persoonlijk meen ik,
gezien de kloof tussen kiezer en gekozene, dat de mensen de burgemeester
moeten kunnen kiezen. Zo langzamerhand een eis van directe democratie, ook
al geldt in deze ook dat ‘elk voordeel zijn nadeel heeft’. Vreemd is
dat progressieve partijen als PvdA, SP en GroenLinks op dit punt worden
voorbijgestreefd door rechts. Ook GroenLinks blijft er maar mee worstelen
en kwam eerst zelfs met het voorstel de burgemeester maar helemaal af te
schaffen. Het congres bepaalde nu dat de gemeenteraad de burgemeester
kiest. Ten slotte nog
de omstreden pasage, die ondanks de tegenstem van ruim 46 procent van de
aanwezige congresleden in het program kwam. Het is een bureaustoelpassage,
afkomstig van en op het congres verdedigd door buitenlandsecretaris
Martijn Dadema. Hij meent dat je in het program al moet vastleggen dat de
partij een preventieve militaire aanval (dus zoals die van de Amerikanen
in Irak en Afghanistan) onder voorwaarden goedkeurt, mits “in
het uiterste geval”, en “bij
concrete aanwijzingen van terrorismenetwerken in falende staten”. En
dat nog wel, nu het nieuwe Amerikaanse beleid van “pre-emptive
strike” vooral in Irak op een volslagen mislukking is uitgelopen.
Martijn noemt ook een “plan van
opbouw” als voorwaarde voordat je de oorlog begint. Maar zou het
daarmee in Irak beter zijn verlopen, zelfs als de VN die inval hadden
gesteund? Geweld heeft nu eenmaal een eigen dynamiek van actie en reactie
met meestal niet te voorziene gevolgen, alle plannen op papier ten spijt.
“Any war will surprise you,” zei Dwight Eisenhower. Kortom, de zin
duidt subtiel op geloof in de militaire weg, een geloof dat het
geweldsdenken bevordert. Het is geen goed signaal van GroenLinks naar de
kiezers toe, noch naar andere partijen en naar Palestijnen, aan wie we
vragen niet te kiezen voor geweld, omdat het averechts werkt. Trouwens wie
bepaalt of er sprake is van een ‘uiterste geval’, en van een
‘falende staat’, of hoe ‘concreet’ de aanwijzingen zijn? Zulke
formuleringen blijven ‘tricky’. Je kunt er mee manipuleren. Hoe
concreet waren de aanwijzingen voor massavernietigingswapens in Irak niet,
en ook voor de contacten van Saddam Hoessein met Al Qaida, terwijl dit
achteraf onzin bleek. En dan nog de fouten die inlichtingendiensten maken.
Het klinkt mooi militaire interventie aan voorwaarden te verbinden, maar
het is een louter theoretische constructie, waarover je kunt discussiëren
op een symposium, maar die niet in een program thuishoort. Het mag dan een
studeerkamerconstructie zijn, voorwaarden stellen aan goedkeuring maken
echter niet ongedaan dat er niettemin sprake is van een goedkeuring in
principe. Ook is te weinig doorzien dat men zo (onbedoeld) kan worden
geplaatst in de hoek van de neoconservatieven in de VS, die onder minder
strikte voorwaarden ook willen kunnen overgaan tot een ‘preventieve
militaire aanval’. Gelukkig trok
Martijn, die deze ‘brainwave’ van oud-Links beheersingsperfectionisme
bedacht, zich terug als kandidaat voor de Tweede Kamer, toen het congres
hem geen plaats bij de eerste tien gunde. Maar het blijft stom dat het
overige partijkader te lang heeft zitten slapen in deze, tot ze het grote
verzet van het congres tegen deze omstreden passage zag. Moet ik nu SP
stemmen? Ik deed het weleens, ik heb een zwak voor Harry van Bommel. Maar
nee, nu toch maar niet. Niet alleen omdat Femke steun verdient.Maar ook
omdat een program meestal slechts functioneert in verkiezingstijd en ik
niet geloof dat de GroenLinks-fractie ooit met een militaire inval, zoals
die in Irak of Afghanistan, zal instemmen. Trouwens, evenmin de SP, ook al
zegt die op het terrein van oorlog en vrede en jegens de NATO
‘pragmatischer’ te zijn geworden. E-mail: feddema@wish.net
|
|