Reacties? Klik hier om
|
Fundamentalisme en sociale tegenbindingen
30
juni 2004 Is de islam aan het globaliseren, zoals voorheen
het christendom en het jodendom? Een bij Van Gennip uitgekomen boek van
Oliver Roy met de titel ‘Globalisering van de islam’ beantwoordt die
vraag positief. Er is nu nog wel fundamentalistisch verzet, maar Roy ziet
de islamitische staat zeker evolueren in een burgerlijke. De Syrische Erasmusprijswinnaar en
gasthoogleraar religie en moderniteit aan de Universiteit Antwerpen Sadik
Al-Azm voorspelt in een interview in het juninummer van het magazine
‘Volzin’ op termijn het einde van het moslimfundamentalisme. Hij noemt
dit fundamentalisme, net als het Amerikaanse protestantse en het Europese
katholieke, een verwording, dat tijdelijk naar geweld grijpt en veel leed
veroorzaakt -- zoals met de vroegere Europese
godsdienstoorlogen, de bloedige Algerijnse burgeroorlog van de
jaren negentig of de 11-septemberaanslagen op de Twin Towers --, maar bij
gebrek aan resultaat uiteindelijk eieren voor zijn geld kiest. Hij noemt het falen van de Algerijnse islamisten
en wijst er verder op dat Sudan, Iran en de Taliban als rolmodel de
Arabieren niet echt vermochten te inspireren, en dat de radicale
Moslimbroederschap in Egypte thans het modernisme en democratie wil
omarmen en de gewapende strijd wil afzweren. Al-Qaeda zou voorts
nauwelijks banden met het volk hebben, zou zijn toevlucht nemen tot
repressieve tegenacties en ‘blacklash’ veroorzakende spectaluaire
en/of symbolische aanslagen, maar zou qua leiderschap en financiële
armslag op zijn retour zijn. Sociologen noemen het fundamentalistisch geweld,
meestal ontstaan uit angst voor of onzekerheid over moderniteit, een vorm
van ‘extreme sociale binding’. In
de loop van de geschiedenis zijn hierop de nodige antwoorden gegeven.
Hoogleraar Kees Schuyt verwees in dezen onlangs naar drie ‘sociale
tegenbindingen’ die hij
kwalificeert als belangrijke ontdekkingen, te weten: 1) het rechtsproces
en de daaruit ontwikkelde nationale en internationale rechtsorde, 2)
ontstaan van religieuze tolerantie in de zestiende en zeventiende eeuw en
3) Gandhiaanse geweldloosheid (De
Volkskrant, 19 mei). Het betekent dat je a) de maar doorgaande spiraal
van doden via of vanwege zwarte magie, bloedwraak en andere
‘vereisten’ van familie-eer stopt, door de
partijen in een rechtsprocedure samen te brengen, b)
je andersdenkenden niet meer te vuur en te zwaard hoeft te
bestrijden, maar probeert te verdragen en c) je de tegenspeler -- net als
jezelf een deel van het universum -- niet mag doden, te meer omdat deze
ook kan groeien en een stuk ‘waarheid’ dan wel ‘god’ in zich
heeft. Deze ontdekkingen kun je een revolutie noemen,
die in het Westen voor een deel al wortel heeft geschoten, ook al vallen
we nog steeds weer periodiek terug. Bijvoorbeeld in de twintigste eeuw met
de Eerste en Tweede Wereldoorlog en recent met de Amerikaanse
ongeprovoceerde agressie tegen Irak, na Neurenberg een misdaad tegen de
vrede genoemd. De Arabische wereld kende in het verleden, vooral in
Zuid-Spanje tijdens het Ottomaanse Rijk, perioden van hoge cultuur, maar ligt nu inzake deze drie
sociale tegenbindingen achter. Democratie kan er niet van de ene dag op de
ander worden ingevoerd, laat staan opgelegd. Misschien moet eerst vrijheid
zonder veel democratie een kans krijgen. Primair is dat de geweldsdreiging van het
fundamentalisme -- Sadik Al-Azm denkt inzake die dreiging aan
stuiptrekkingen voor nog een periode van tien tot vijftien jaar -- snel
opdroogt. Na ‘Madrid’ dacht ik anders dan deze gezaghebbende
islamkenner niet meteen aan stuiptrekkingen van organisaties als Al-Qaeda.
De Spaanse en Italiaanse veiligheidsdiensten lijken echter in zo’n korte
tijd de bij ‘Madrid’ betrokken cel te hebben opgerold, dat ik nu
Al-Azms visie belangrijk genoeg vind om te vermelden. En Irak dan? De
Amerikanen denken ten onrechte dat het verzet daar voorbij is, zodra zij
de Jordaanse extremist Aboe Misab al-Zarqawi te pakken hebben. Al-Qaeda
heeft inderdaad na de komst van de Amerikanen in Irak zijn entree gemaakt
in dat land, maar Al-Zarqawi leidt volgens de laatste berichten een groep
van beperkte omvang. Het groeiende verzet in Irak lijkt, al of niet
gesteund vanuit Syrië en Iran, vooral nationaal van aard. Ook in
Saudi-Arabië en Jemen hebben Al-Qaedacellen de laatste tijd tegenslagen
te verwerken gekregen. Niet dat we minder alert moeten zijn voor eventuele
risico’s, zeker niet, ook organisaties op retour kunnen immers nog
genoeg leed en schade berokkenen. Anderzijds is het ook een reden om het
fundamentalisme in perspectief te gaan zien en in elk geval dit duidelijk
te scheiden van de religie waarvan het een verwording is. Hoe minder
spastisch en militaristisch we daarom op fundamentalisme reageren, des te
beter. Ook hoe minder moslims en Arabieren door het Westen in hun eer
worden aangetast of ook anderszins door een Muur of door bezetting, zoals
in de Palestijnse gebieden en in Irak, worden vernederd, des te eerder zal
het mogelijk opdrogen van de gewelddadige dreiging ervan het geval kunnen
zijn.
|
|