Reacties? Klik hier om
|
GroenLinks hoort in kabinet links van het midden
Hans Feddema Er was in
januari enige ketelmuziek jegens de ChristenUnie (CU), alsof Nederland met
de CU in de regering terugkeert naar de jaren vijftig, aldus Roel Kuiper,
ex-directeur van het wetenschappelijk instituut van de CU onlangs in een
dagblad. Sociale kwaliteit, duurzaamheid en een trendbreuk in
‘neoliberaal snoeien’, daarom zou het volgens hem daarentegen gaan in
de komende tijd in het nieuwe kabinet. Ik laat die
ketelmuziek, die er inderdaad was, nu verder daar. Maar ik constateer dat
SP-leider Jan Marijnissen het betreurt dat hij op een gegeven moment niet
meer betrokken was in de kabinetsonderhandelingen. Hij zei dat onder meer
tegen Andries Knevel in Het elfde
uur. Balkenende zou hem in december hebben laten weten grote bezwaren
te hebben tegen een grote coalitie, waarin zijn eigen partij sterk in de
minderheid is. Nobel GroenLinks
heeft lokaal en provinciaal het imago van een constructieve en tot
compromissen bereid zijnde partij, maar het lijkt alsof dat imago thans
een deuk heeft gekregen. Bovendien is het de vraag of GroenLinks zich
behalve door wantrouwen jegens het CDA ook niet heeft laten leiden door
bovengenoemde vooroordelen jegens de CU. Een kamerlid heeft althans naar
verluidt op de GroenLinks-partijraad van 16 december 2006 op vragen van
leden ervan geantwoord: “Moeten we nu in het kabinet gaan bijdragen aan
het terugdraaien van het homohuwelijk?” Er was echter
niet alleen sprake van een “nu even niet” van GroenLinks ten aanzien
van zitting nemen in een driepartijenkabinet (naast CDA en PvdA), maar dit
gold nog sterker ten aanzien van een vierpartijenkabinet, waarin de partij
getalsmatig niet echt nodig is, zoals in een coalitie van CDA, PvdA,
GroenLinks en CU. Er zou zelfs een partijbesluit zijn van drie voorwaarden
voor meedoen aan een kabinet, waarvan vreemd genoeg deze getalsmatige
noodzaak er één was. Ook Femke Halsema noemde dat in een tv-uitzending
van Pauw & Witteman en
eveneens in een interview in Trouw. Het argument,
zo bleek op de partijraad, was dat als je getalsmatig in de coalitie niet
echt noodzakelijk bent, je steeds tegen anderen wordt uitgespeeld. Kijk
naar D66, zeiden ze. Die zou in de vorige coalitie een soort speelbal zijn
geweest tussen CDA en VVD. Als dit denken
wordt gedeeld door de fractie en mogelijk ook subtiel is doorgespeeld naar
Hoekstra en/of Wijffels, lijkt er eerst met recht sprake van een miskleun.
D66 was weinig fortuinlijk in de vorige coalitie, maar heeft dat
voornamelijk te danken aan zichzelf. Maar veel belangrijker is dat er toen
heel anders dan nu sprake was van een kabinet rechts van het midden.
Zolang er geen solide progressieve meerderheid is, hoort GroenLinks in een
kabinet links van het midden, zoals nu. Niet alleen omdat dat altijd al de
strategie was, maar ook omdat de partij dan de andere progressieve
partijen PvdA (en CU) had kunnen versterken in de onderhandelingen in de
richting van de al enkele jaren bepleitte “linkse lente”. Het gaat
niet om de rol van Bos. Door toedoen van de partij zelf weten nu niet
hoeveel groener en socialer het aantredende kabinet had kunnen zijn met
GroenLinks erbij, met of in de plaats van de CU. Idealen
E-mail:
|
|