Reacties? Klik hier om
|
De balk in het oog van de
ander? 7 november 2001
Oorlogen hebben een polariserend en verrechtsend effect. Ook in de zin dat machthebbers proberen een gesloten front jegens de tegenspeler af te dwingen, wat soms wonderwel lukt. De Britse premier Thatcher kreeg bijvoorbeeld in de Falkland-crisis, toen Argentinië de Falkland-eilanden op Engeland probeerde te heroveren, bijna alle Britse gezichten naar één kant. Het is het mechanisme van de outgroup-verwerping bij oorlog en daarbij tegelijkertijd een subtiel dan wel robuust op een voetstuk plaatsen van de (eigen) ingroup. Vijanddenken is troef bij dit mechanisme. De tegenspeler wordt een soort zondebok, die moet worden uitgedreven. De Franse wetenschapper René Girard heeft over dit proces baanbrekend denkwerk verricht. Theologen kunnen, ook al bezitten ze niet meer de macht van voorheen, aan deze uitdrijving soms mee gaan doen en dan meestal net als politici uitglijden. Christelijke theologen kunnen zich echter hierbij laten corrigeren door de leringen van Christus, die er ons op wijst te kijken naar de splinter in het eigen oog en niet, of minder, naar de balk in dat van de tegenspeler. Wat we anderen verwijten, is immers vaak de spiegel van het kwaad in onszelf. Christus doorzag dat. Ook voorzag hij een geweldsspiraal wanneer eenmaal wordt gekozen voor wraak en vergelding. Reden dat hij het vergelden van kwaad met kwaad verwierp en ons erop wees te zullen vergaan door het zwaard, als men dat opneemt. De Quakers en ook de Mennonieten zijn navolgers van die aanwijzingen van Jezus, zoals de emeritus hoogleraar ethiek G. Manenschijn impliciet vermeldt in zijn artikel Egalisering van het kwaad (Trouw, 3 november). Hij refereert slechts terloops naar hen om aan te tonen dat er een verschil is tussen de christenheid (en humanisme) en de islam, ten gunste van de eerste. Afgezien van het feit dat zelfs in naam van het humanisme de grootste wandaden zijn gepleegd, vergeet hij echter dat ook de islam veel geweldloze Quakergroepen kende en nog kent. Ik kwam ze wel tegen in het Midden-Oosten, Azië en Noord-Afrika. Alleen de media geven er te weinig aandacht aan. Maar los daarvan had ik liever gezien dat Manenschijn de weg van de Quakers en Mennonieten, namelijk hoe te antwoorden op geweld, had geprezen. Dat doet hij niet. Ook verwijst hij niet naar de leringen van Christus in deze. Hij verwijst in zijn onthullende verhaal over de balk in het oog van de ander alleen naar de filosoof Kant iaangaande diens uitspraak dat een onvoorwaardelijke goede wil het enige goede zou zijn in deze wereld. Die uitspraak draait hij om, om dan vervolgens de onvoorwaardelijke slechte wil bij de daders van 11 september neer te leggen. Maar bij wie zou dan de goede wil liggen? Manenschijn zegt niet expliciet dat wij de goede wil in pacht hebben, maar de teneur van zijn hele artikel is toch dat Amerika tot de beteren hoort. Degenen, die de aanslagen van 11 september wel scherp veroordelen, maar de geijkte militaire benadering van terrorisme als contraproductief van de hand wijzen, verwijt hij zelfs een diepgekoesterd anti-Amerikanisme. Een ernstige aantijging volgens mij. Bij de houding van hand in eigen boezem geldt nu eenmaal dat je vooral ook kritisch bent naar je vrienden, zeker indien zij over veel macht beschikken, omdat macht corrumpeert of leidt tot misbruik. "Uiteraard is Amerika geen onschuldig land," zo wil Maneschijn nog wel kwijt, het echter meteen weer wegwuivend door in dezelfde zin toe te voegen: "( ) maar daar gaat het niet om, het gaat erom dat je de ene misdaad niet tegen de ander mag wegstrepen." Dat 11 september ergens een reactie op is en in elk geval een voedingsbodem heeft, wordt hiermee van tafel geveegd. Manenschijn lijkt het actie- en reactiepatroon van geweld niet te onderkennen, en evenmin dat het zelfmoordgeweld van 11 september een diepe crisis blootlegt waarin de wereld zich nu bevindt. Ik bedoel de catharsis van de Babylonische mythe van het bevrijdende geweld, een van de oudste verhalen ter wereld, die volgens de Amerikaan Walter Wink onze moderne wereld als een soort religie geheel in haar greep zou hebben. Het is het geloof dat geweld redt en oorlog vrede brengt, hoewel we teruganalyserend nu al lang weten dat een eventueel positief effect van geweld hooguit tijdelijk is, en dat de meeste oorlogen de basis voor een volgende oorlog legden. Daarnaast is de ramp op 11 september ook een symptoom van de crisis van machtsopportunisme en -arrogantie. Het Westen, vooral Amerika, leverde de nieuwe elite in de Derde wereld uit winstbejag wapens en de modernste (wapen)technieken, speelde de landen tegen elkaar uit of steunde er tot op de dag van vandaag allerlei autoritaire machthebbers, waaronder - tot ongeveer 1990 - Iraks dictator Saddam Hussein. Ook Bin Laden werd zo voorheen gebruikt en is in die zin voor Amerika dus een koekje van eigen deeg. Ik zal niet nader ingaan op de bekende, ernstige wandaden van de VS in Midden- en Zuid-Amerika en die tijdens de Vietnam-oorlog. Jammer alleen dat Manenschijn daar bewust niet of te weinig bij stil wil staan. Zoals kennelijk ook niet bij het huidige VS-beleid jegens Israël en Saudi-Arabië. Dit is echter geen goedkoop moralisme, zoals hij stelt, maar helaas het zijn feiten. Dat geldt ook voor de ergernis en haat die onze (vooral de Amerikaanse) machtsarrogantie, oproept in de Derde Wereld. Ik constateer dat tot op vandaag herhaaldelijk zelf als antropoloog. Zou de houding van hand in eigen boezem dan toch niet een betere reactie zijn dan die van Maneschijn? De nu 92-jarige Amerikaanse oud-diplomaat George Kennan gaf
daarvan in elk geval blijk in 1999 in een interview als hij zegt: "De neiging om
onszelf te beschouwen als het middelpunt van de politieke verlichting en als leraren voor
een groot deel van de rest van de wereld, is ondoordacht, verwaand en onwenselijk. Als we
menen dat onze manier van leven navolging verdient, dan is de beste aanbeveling niet
anderen de les te lezen, maar zelf het goede voorbeeld te geven." Kennan behoort tot
de progressieve Wilson- en Roosevelt-traditie in de VS, het andere Amerika
dus.
|
|