Reacties? Klik hier om
|
Herleving van de protestcultuur?
Hans Feddema 9 mei 2003 Uiteenlopende maatschappelijke trends
springen dezer dagen in het oog. Volgens het Nederlandse onderzoeksbureau
Motivaction zou aan de ene kant het idealisme weer terug zijn, vooral bij
jongeren. Anderzijds wint het neoconservatieve denken meer en meer terrein,
in Nederland mede onder invloed van de Burkestichting, vooral in de
achterban van de confessionele partijen. Meer bekend en veel ingrijpender
is, dat dit denken de machtselite in de Verenigde Staten in zijn greep
heeft. De gevolgen daarvan doen zich steeds meer gelden in de wereld.
Opmerkelijk is dat de uitwerking ervan op de geest van de mensen dubbel is. Macht
imponeert. En omdat mensen imiterende wezens zijn, wordt van de (in casu
conservatieve) ideologie achter die macht algauw wat overgenomen. Anderzijds
roept imperialistische macht ook verzet op. Verzet in dit geval tegen de
wijze waarop de VS ongegeneerd een preventieve oorlog zijn begonnen, een
olierijk land illegaal hebben bezet, het internationale systeem ondermijnen
en oude bondgenoten bruuskeren. Zo is bijvoorbeeld het meest essentiële
principe van (internationaal) recht het verbod op geweld, wat volgens het
VN-Handvest (hoofdstuk 7) slechts kan worden overtreden in geval van
noodweer tegen agressie. Als een grootmacht zo’n basisprincipe cynisch
terzijde schuift, zal zich dat uiteraard, ook gezien de negatieve
voorbeeldwerking daarvan, vroeg of laat wreken. Om
via geld en andere, minder frisse methoden landen proberen je wil op te
leggen, of om het ‘oude’ Europa te vergelijken met Libië en Cuba of dit
anderszins te schofferen, blijft evenmin zonder gevolgen. De aankondiging
van de Amerikaanse regering dat Frankrijk zal worden ‘gestraft’ voor
zijn gebrek aan medewerking aan de oorlog tegen Irak, fungeert daarbij niet
direct als olie op de golven. Straffen is hiërarchisch van aard, het
gebeurt van bovenaf. Mede daardoor heeft het ook een dubbeleffect, in de
eerste plaats angst. Angst dat men zich als land in het eigen vlees snijdt
als men graag zijn principes en het internationale recht hoog wil houden,
maar daarmee tegen de belangen van de hypermacht ingaat. Maar het heeft ook
het effect dat men zich vernederd voelt en boos wordt. Het
eerste zal leiden tot onderhorigheid (het zich gedragen als vazal) en tot
overname en dus verspreiding van het (neo)conservatieve denken, het tweede
tot weerbaarheid en protest. In de meeste staten kiest de bevolking
verdeeld; een deel kiest voor het eerste en een ander deel voor het tweede,
welke keuze hun regeringen ook maken. Misschien is in Nederland, waar de
demissionaire regering overigens meer voor de rol van vazal lijkt te opteren
dan voor die van criticus, het komende kabinet van CDA en VVD (met een
D66-randje) tegenover een brede progressieve oppositie van PvdA, SP en
GroenLinks wel een afspiegeling van de zich aftekenende tweedeling in veel
landen. Die tweedeling is er in een beginfase ook in de VS zelf, waar een
minderheid van circa 10 procent fel tegen de oorlog met Irak ageerde. Neoconservatisme
is eng, maar het heeft het voordeel van duidelijkheid. Ik zie en voorzie hoe
dan ook een herleving van een brede protestcultuur wereldwijd. Op zich is
dat positief. Het zal politiek bewustmakend en maatschappelijk mobiliserend
werken. Een mogelijk herlevend idealisme kan daarbij fungeren als een extra
impuls. Een protestcultuur kan echter ook op een dood spoor raken, indien
men bij het zoeken van de verzetsmiddelen zijn kracht gaat zoeken in
‘militaire’ antwoorden zoals in Zuid-Amerika in jaren zeventig. De
geschiedenis toont immers aan dat rechts bijna altijd de sterkere is als
geweld en tegengeweld met elkaar wedijveren. Het
heil zoeken in tegengeweld of de opbouw van een sterke eigen legermacht
blijft niettemin een valkuil. Europa (met het vernederde Frankrijk) kan
zo’n valkuil gemakkelijk vermijden, ook omdat dit continent, gezien zijn
culturele tradities en economische macht, effectievere drukmiddelen in huis
heeft. Als Europa militair ’klein Amerika’ te willen spelen, is niet
meteen een adequaat antwoord. Maar wel is het op z’n plaats de VS sterk
onder druk te zetten om hun unilateralisme en hun arrogante ‘groot
Amerika’-attitude te beteugelen. Dat zich in vele landen aan de basis al
verzet aan het aftekenen is, lijkt daarbij niet zonder betekenis. Een
protestcultuur die niet blijft steken in ‘protest om het protest’, heeft
overigens altijd haar waarde. Dit gezien de regenteske en andere
verleidingen die macht nu eenmaal met zich meebrengt. Ook in kleine landen.
Maar zo’n cultuur is, door wat er nu onder het Bush-bewind gaande is in
Amerika, door de verstrekkende gevolgen en ook de negatieve (en
conservatieve) uitstraling daarvan in de wereld, thans erg nodig. Bezinning
op de middelen van verzet, dus op de vraag welke functioneel zijn en welke
averechts werken, dient daarvan echter intrinsiek onderdeel te zijn.
|
|