Reacties? Klik hier om
|
Geweldloosheid nu
april 2005 Geweldloosheid
is nog bijna het enige grote verhaal
dat bleef bestaan na de ineenstorting van het communisme, de vernietiging
van het nazisme, de crisis van de Verlichting en het wegkwijnen van de
sociaal-democratie. Ik wil hier een onderscheid maken in ‘geweldloosheid
qua denken’ en ‘geweldloosheid qua doen’. Ook wil ik ingaan op het
belang van spiritualiteit en geweldloosheid. Doen 1)
Ten eerste omdat het aanbrengen van geweldloze structuren in een
vijandige context een harde klus is. Ik bedoel de context van macht,
belang en sociale uitsluiting, de trits waarom het in deze wereld
draait, aldus ex-collega Hans Tennekes op zijn afscheidscollege als
hoogleraar. Je kunt ook zeggen: de context van ‘onbehagen’ en het weer
opkomend geweld na een korte tijd van hoop sinds de val van de Muur. Geweld
dan in fysieke zin, de trits van Tennekes impliceert immers vaak al geweld,
zij het meer in structurele en psychische zin. 2)
Geweldloosheid qua doen is voorts niet gemakkelijk, omdat we vandaag
ons meer en meer bewust worden van de eigen persoonlijke schaduw die we
meedragen vanuit onze jeugd of een vorig leven. We bespeuren met andere
woorden ook geweld in onszelf. Het is goed dit te onderkennen. Het geeft
zelfkennis en maakt je bescheiden. Gandhi noemt geweldloosheid dan ook
terecht een zaak van nederigheid. Maar het is niet goed in onszelf of in onze schaduw te
blijven hangen. Dat verlamt ons om aan geweldloosheid te bouwen. 3)
Bouwen aan geweldloosheid wordt ook bemoeilijkt doordat de (westerse)
mens erg in z’n hoofd zit, sterk de nadruk legt op het verstand en zich te
weinig verbindt met zijn diepere kern, de ziel en/of intuïtie. Als je je
niet kunt verbinden met jezelf, lukt het ook moeilijk je te verbinden met de
ander en het Andere. Daardoor is dan het werken aan geweldloosheid louter
een kopgebeuren of een zaak van de ratio. De mens is immers méér dan zijn
ratio, ook meer dan zijn emoties. Als je de ervaringen van de ziel zoals
wijsheid, liefde en mededogen niet een plaats geeft bij het werken aan
instituties van geweldloosheid, gaat dat nauwelijks. 4)
Steeds dachten we dat het opzetten van geweldloze structuren in het
democratische Westen meer kans van slagen heeft dan in de vaak minder
democratische landen in Oost-Europa en de Derde Wereld. Ik kom daarvan
terug. Het Westen wordt meer en meer een economisch fort en een eiland van
luxe, hetgeen de motivatie tot het bouwen aan geweldloze instellingen
veeleer doet verminderen. Het Westen kijkt bovendien neer op de Derde Wereld
en komt daar
nogal eens arrogant en
bevoogdend over, hetgeen ook de voorstanders van geweldloosheid in het
Westen raakt. Als het om geweldloosheid gaat, is er echter in ons
‘democratische fort’ vaak sprake van repressieve
tolerantie. Ze wordt gedoogd, zeker om erover te praten, maar als wordt
gevraagd er echt geld voor uit te geven, is het nul op het rekest. De
westerse arrogantie heeft inmiddels terrorisme opgeroepen met als gevolg dat
geweldsstructuren hier helaas nog meer de voorrang krijgen boven die van de
geweldloosheid. In de Derde Wereld daarentegen zijn de mensen veel meer op
zichzelf (en niet op overheidsgeld) aangewezen om geweldloze instituties op
te bouwen. Onderdrukking is ernstig, maar is wel meer een uitdaging voor
geweldloze creativiteit van onderop dan repressieve tolerantie. Vandaar dat
de geweldloze successen thans vooral uit Oost- Europa en de Derde Wereld
komen. Dat was tien tot vijftien jaar geleden al zo. De Amerikaanse
vredesactivist Richard Deats laat dat zien in zijn belangrijke publicatie ‘De
Mondiale Verspreiding van Aktieve Geweldloosheid: De Grote Politieke
Omwentelingen sinds 1986. (1) Het helpt ons
om deze vier factoren onder ogen te zien. Ook al blijkt geweldloosheid nog
het enig overgebleven grote verhaal, het
is voor een strategische reflectie steeds weer nodig de situatie van het
moment te analyseren. Denken Die
rechtvaardigingen actief bestrijden? Misschien is dat wel een eerste prioriteit
van de vredesbeweging, wil men geweldloze structuren in het leven kunnen
roepen. Zo lang het geweldsdenken dominant is en rechtvaardigingsargumenten
zich blijven nestelen in de hoofden van mensen als (vage)
vooronderstellingen, lijkt het een illusie dat het establishment de opbouw
van die structuren zal toelaten, laat staan financieren. Gandhi pakte het
geweldsdenken constant aan: “Zelfs
als geweld iets goeds voortbrengt, dan is dat hooguit tijdelijk,” zei
hij, omdat het al snel wordt ‘overspoeld
door het kwade dat tegelijkertijd meekomt’. Spiritualiteit Geweldsspiraal
doorbreken (1)
Richard Deats, De mondiale verspreiding van aktieve geweldloosheid: de grote politieke
omwentelingen sinds 1986,
Zwolle – 1998;
E 3,40 (+ E 1,20 porti) is te bestellen bij de SVAG, Postbus 137,
8000 AC Zwolle; email: info@geweldloosactief.nl
|
|