Antz

Archief Film Helden Nu in de Cinema Reportage Vraag van de week
A ] B ] C ] D ] E ] F ] G ] H ] I ] J ] K ] L ] M ] N ] O ] P ] Q ] R ] S ] T ] U ] V ] W ] X ] Y ] Z ]

Algemeen    Speciale effecten

Algemeen

Size doesn't matter

Genre: Tekenfilm
Speelduur: 2u00
Regisseur: Tim Johnson, Eric Darnell
Acteurs (stemmen): Woody Allen, Sylverster Stallone, Sharon Stone, Gene Hackman, Christopher Walken, Jennifer Lopez

We hebben er een aantal jaren op moeten wachten, maar eindelijk is de tweede volledig met computers gemaakte tekenfilm in de bioscoop te bewonderen: Antz. Met het revolutionaire en uiterst succesvolle Toy Story maakte de animatie-studio Pixar zich bij het grote publiek bekend, en nu is het de beurt aan dat ander vaak gelauwerde CGI-huis: Pacific Data Images. En ook nu gebeurt het cum laude.

Toen Disney in 1995 met het volledig computergegenereerde Toy Story geschiedenis schreef, kondigden doemdenkers reeds het einde van de klassieke animatie aan. Alsof Disney zo dom zou zijn om aan de basis te liggen van z'n eigen ondergang. Disney wist wel beter: computers waren net als potloden enkel maar een middel om die getalenteerde groep artiesten de kans te geven om zich uit te drukken.

Disney ging met Toy Story bij het grote publiek met de eer lopen, maar in Hollywood wist men maar al te goed waar al dat fraais vandaan was gekomen: van de Pixar-animatiestudio's van ex-ex-Apple oprichter Steve Jobs. Deze had Pixar in 1986 overgekocht van Star Wars-creator George Lucas. Pixar had een deal met Disney om drie computergegenereerde tekenfilms af te leveren (een deal die intussen met nog een aantal films werd uitgebreid), en daarvan was het avontuur van Woody en Buzz slechts het eerste resultaat. De opvolger van Toy Story zou iets worden met insecten: Bugs.

Enter DreamWorks.

Toen DreamWorks door Steven Spielberg, Jeffrey Katzenberg en David Geffen boven de doopvont werd gehouden, werd meteen ook de oorlog verklaard aan Disney. Het grensverleggende The Prince Of Egypt werd aangekondigd als de film die het monopolie van Disney zou breken. DreamWorks sprong echter ook meteen op de blijkbaar zeer lucratieve CGI-tekenfilm (CGI: Computer Generated Imagery ofte met de computer gegenereerde beelden). DreamWorks sloot een pact met Pacific Data Images, het oudste computer-animatiehuis ter wereld, en haalde meteen een van de twee beste CGI-anmatiehuizen in huis. Het ander was reeds onder contract bij Disney: Pixar. Toen ook de titel van de film werd bekendgemaakt leek de oorlogsverklaring compleet: Antz. Over, juist ja, mieren. Kwatongen beweren dat Katzenberg nog even in de ideeen-pot van Disney grabbelde toen hij daar zijn hoge post verliet. Maar dat is een verhaal apart.

Disney leek echter als de gedoodverfde uit de titanenstrijd te zullen komen. A Bug's Life van Pixar werd immers enkele maanden voor Antz gepland, en algemeen werd verwacht dat de eerste van een 'tweeling-film' het steevast haalt in de bioscoop. Maar dat was natuurlijk buiten Katzenberg gerekend. Totaal onverwacht kondigde die aan dat Antz enkele maanden vroeger zou klaar zijn dan oorspronkelijk aangekondigd, en daarom zette hij pardoes de releasedatum van Antz zo'n 9 weken voor A Bug's Life. Een heel grote muis kon er alvast niet om lachen.

Antz dus.

In de mierenkolonie zit Z met zware levensproblemen: hij is een werkmier, maar vermoedt dat er meer is in het leven. Hij stelt zich dan ook, op een neurotische manier, vragen over de sociale scheiding in de kolonie: werkmieren en vechtmieren. Hij maakt de zaak nog moeilijker door halsoverkop verliefd te worden op prinses Bala. Zij is dan weer zonder het te beseffen een pion in een machtstrijd aan de top. Het lijkt allemaal uitzichtloos, tot Z beslist om tijdelijk van plaats te ruilen met de brave vechtmier Weaver... Dan wordt het allemaal nog uitzichtlozer, want voor hij het goed en wel beseft wordt hij noodgedwongen de held van het verhaal.

Computers mogen dan nog de nieuwe goden zijn van Hollywood, ook Antz bewijst nog maar eens dat het uiteindelijk de mensen achter de productie zijn die gezamenlijk voor de ziel van de film zorgen. De hoofdvogel wordt in Antz afgeschoten door Woody Allen, die als als de zwaar neurotische mier Z een van zijn beste acteerprestaties ooit neerpoot. Hij wordt daarbij meer dan voortreffelijk bijgestaan door Sylvester Stallone (Weaver), Sharon Stone (Princess Bala), Gene Hackman, Christopher Walken en Jennifer Lopez. Volgens de regisseurs Tim Johnson en Eric Darnell werd enkel de mier van Stallone aan zijn uiterlijk aangepast. Dat ook de andere mieren op hun stem gelijken is dan weer de verdienste van de animatoren van PDI.

PDI bewijst met Antz nog maar eens dat ze heel terecht tot de CGI-top horen. Zowel op technologisch als artistiek gebied scoren ze met hun eerste animatiefilm bijzonder hoog. Er zijn natuurlijk de indrukwekkende showstoppers (met onder meer een aantal enorme massascenes), technologische hoogstandjes (water) maar vooral heel veel heerlijke karakteranimatie.

En als we dan toch een vergelijking met Toy Story moeten maken dan wint deze laatste met iets meer dan een bandbreedte voorsprong. Dat is meteen de enige negatieve noot van Antz. Bij Antz heb je na de film het gevoel een heerlijk, leuke en ontspannende film gezien te hebben. Bij Toy Story had je het gevoel dat je ziel even geraakt was.

Speciale effecten

PDI stelt tentoon

Vraag aan om het even wie in de effectenwereld wat het moeilijkst te vinden is in de fx-markt, en iedereen zal zonder uitzondering hetzelfde antwoord geven: karakteranimatoren. Artiesten dus die een levenloos voorwerp leven kan inblazen. Want een mooi gedetailleerd ruimteschip op een artistiek verantwoorde manier tot gruzelementen herleiden is een zaak, een hoop enen en nullen een hart en een ziel geven is een totaal andere zaak.

In Hollywood en omstreken zijn er met de CGI-revolutie talrijke fx-huizen uit de grond gerezen, en de vraag naar talent is dan ook groter dan het aanbod. Het resultaat is jammergenoeg vaak ook op het grote scherm te zien. Wie echter in de fx-wereld wat thuis is weet echter waar de grote jongens uithangen. Je hebt natuurlijk het fx-walhalla Industrial Light and Magic, dat onder z'n meer dan duizend werknemers talrijke genieen telt. ILM is echter een fx-huis dat enkel doet wat de opdrachtgever zegt. De design kan hier en daar wat aangepast worden, en af en toe kan iemand wel zijn stempel drukken op een of andere scene, maar uiteindelijk werken ze in opdracht van iemand anders. Al is die iemand anders George Lucas. Daar zal nu verandering in komen met hun CGI-Frankenstein-project.

De echte karakteranimatoren/vertellers weten dat er buiten ILM wel degelijk nog leven is. Twee CGI-animatiehuizen dingen immers reeds jaren op creatieve wijze naar die felbeheerde CGI-kroon: Pixar en PDI. Pixar, dat in 1986 door George Lucas aan Steve Jobs werd verkocht, trad in 1995 in de grote schijnwerper met Toy Story. Op het gebied van computeranimatie hadden ze reeds hoge ogen gegooid met een aantal korte films waarvan er ook een aantal een oscar binnenrijfden. Luxo Jr. en Tin Toy zijn twee klassiekers die elke computeranimator ooit heeft liggen bewonderen. Die andere grote mededinger is Pacific Data Images (PDI). En nu mogen zij met Antz op hun beurt even de smaak van het succes proeven.

PDI werd in 1980 opgericht door Carl Rosendahl, en werd in de tv-industrie vooral beroemd omwille van hun computergegenereerde intro-filmpjes voor diverse programma's. Al snel veroverden ze zo meer dan 50 procent van die markt. In die tijd waren ook een aantal andere CGI-huizen actief (waaronder Triple-I), maar uiteindelijk is PDI de enige overlevende uit die pionierstijd.

En de mensen van PDI zijn altijd pioniers gebleven. Met zelfgeschreven software (waarvoor ze dit jaar een technische oscar ontvingen) bleven ze al die jaren hoog aan de top in de CGI-wereld. Zo maakten ze in 1990 met Michael Jackson's videoclip voor Black or White morphing populair bij het grote publiek. (De morph-techniek werd werd reeds in het begin van de jaren 80 bestudeerd, maar werd pas in 1988 door ILM voor het eerst naar het grote scherm gebracht voor Willow). Ze waren ook een van de eerste die succesvol draden (om bijvoorbeeld stunts iets veiliger te laten verlopen) uit scenes konden wissen.

Carl Rosendahl en zijn groep voelden reeds vanaf het prille begin die drang om ooit eigen projecten uit de grond te stampen. Om de techniek bij te schaven, de eigen software te testen, en potentiele investeerders te overtuigen maakten ze, net als Pixar trouwens, een aantal vaak gelauwerde korte films. Wie ooit Gas Planet of Gabola The Great te zien kreeg weet welke pareltjes dat onderzoek heeft opgeleverd. Met de opgedane kennis waren ze onder meer in staat om Homer Simpson een derde dimensie te geven in The Simpsons 1995 Halloween Special Homer3, en voor het eerst een digitale stuntman het vuile werk te laten opknappen in Batman Forever.

Nadat PDI jarenlang tevergeefs alle mogelijke Hollywoodstudio's had afgelopen om een eigen CGI-tekenfilm te bekostigen werden hun gebeden eindelijk aanhoord door Jeffrey Katzenberg, samen met Steven Spielberg en David Geffen een van de oprichters van DreamWorks SKG. In maart 1996 werd de productie in gang gezet, om zo'n 1200 shots later, (vroeger dan verwacht) op 2 oktober reeds op het grote scherm te zijn.

Meer dan 160 mensen werkte aan dit monster-, of beter mierenproject, maar uiteindelijk was het niet zozeer het technologisch aspect dat voor de meeste kopzorgen zorgde. Vooral de organisatie bleek het grootste probleem te zijn. 1200 shots in diverse stadia haarfijn kunnen opvolgen bleek een ware heksentoer te zijn.

Maar voor wie denkt het ook te kunnen hebben we nog een aantal aanmoedigende cijfers: (renderen is - heel eenvoudige uitgedrukt - het berekenen van de beelden aan de hand van de 3d-modellen, de animatie, de belichting etc...)

Totaal aantal frames in de film: 119592
Het aantal keer dat de film tijdens de productie werd gerenderd: 15
Het totaal aantal uren dat er per week gerenderd werd: 275000
Gemiddelde grootte van een frame: 6 MB
Aantal Silicon Graphics servers gebruikt voor het renderen: 270
Het aantal desktop-systemen gebruikt tijdens de productie: 166
Het totaal aantal processoren gebruikt voor het renderen: 700
Gemiddelde hoeveelheid Ram per processor: 256 MB
Tijd nodig indien de film op 1 pocessor zou gerenderd zijn: 54 jaar, 222 dagen, 15 minuten en 36 seconden
Hoeveelheid schijfruimte nodige voor de film: 3.2 TB
Hoeveelheid frames die online werden gehouden: 75000
Tijd nodig om alle beelden op film te zetten: 45,5 dagen

Laatste update: 29/11/98

Bart.Schreurs@ping.be

1