|
AlgemeenZeeslagje spelenTer land, ter zee en in de lucht: dat lijkt het motto van regisseur Tony Scott. Na het luchtruim in Top Gun (1986) en het racecircuit in Days of Thunder (1990), kiest hij met Crimson Tide deze keer voor het ruime sop. De plaats van handeling is de Alabama, een Amerikaanse duikboot die ingezet wordt als in de voormalige Sovjet Unie een militaire staatsgreep wordt gepleegd. Kapitein van de onderzeeër is Ramsey, een disciplinaire ouwe rot in het vak. Omdat de tweede kapitein onbeschikbaar is wegens een ontstoken appendix, wordt een zekere Hunter als vervanger voorgedragen. In een inleidend gesprek legt Ramsey zijn nieuwe compaan danig op de rooster. Hunter doorstaat de test met brio en wordt aangenomen. Maar terwijl de Alabama rustig de diepten van de oceaan doorklieft, stapelen de strubbelingen zich langzaam op. Hunter verklaart dat in een nucleaire wereld de enige echte vijand de oorlog zélf is, een uitspraak die hem zal blijven achtervolgen. Een brand in de keuken is aanleiding tot nog een dispuut. Voor Ramsey is dat het ideale moment om een driloefening te houden, terwijl Hunter in eerste instantie bekommerd is om de slachtoffers van de brand. Maar de moeilijkheden beginnen pas echt als de bemanning een gecodeerde boodschap ontvangt, waaruit men kan opmaken dat de Alabama de toestemming heeft om een nucleair offensief te lanceren tegen de raketbasis van rebellerende Russen. Probleem: het bericht is verminkt en dus heeft men geen honderd procent zekerheid. Voor Hunter reden genoeg om lancering uit te stellen. Maar daar is Ramsey het niet mee eens. Nu twijfelen kan de Amerikaanse bevolking immers het leven kosten. De crew splitst zich op in twee kampen. Overtreedt Ramsey de voorgeschreven procedure of zijn Hunter en de zijnen schuldig aan muiterij? Om beurten slagen Hunter en Ramsey erin de leiding te nemen en hun kansen lijken steeds weer te keren. Opvallend daarbij is dat je als toeschouwer niet kunt kiezen tussen goed een kwaad. Zowel Hunter als Ramsey hebben gelijk. Tony Scott brengt het geheel stijlvol in beeld, met een opvallend gevoel voor regie (wat we eerder al zagen in Top Gun en Days of Thunder). Hij maakt deel uit van een generatie Britse filmmakers (waartoe ook zijn Alien-broer Ridley, Alan Parker en Adrian Lyne behoren) die het vak in de reclamewereld geleerd hebben. Hij weet dus hoe hij zijn produkt aan de man moet brengen. Een lek in de boot, een bijna-aanvaring, het gevaar om te diep te zinken: Scott kent duidelijk zijn klassiekers, zoals Das Boot en The Hunt for Red October. Ondanks enkele knappe special effects, technische hoogstandjes en actiescènes, is Crimson Ride toch vooral een karakterfilm met ijzersterke acteurs. Oscarwinnaar Gene Hackman lijkt als Ramsey onwrikbaar, terwijl Denzel Washington als Hunter misschien net iets meer sympathie van de toeschouwer weet te winnen. Maar of hij het daarom bij het rechte eind heeft? Speciale effectenHet perfecte huwelijkHet gebeurt niet zo vaak dat er een film op onze schermen komt die naast een waslijst indrukwekkende speciale effecten ook nog een boeiend en zinnig verhaal heeft te vertellen. Denk maar aan Casper en Judge Dredd die wel visueel heel spectaculair uit de hoek komen, maar waar men duidelijk vergeten was een script aan te kopen. Bij Congo is het nog erger gesteld, want daar ontbreekt niet alleen een deftig verhaal, ook de effecten (van grootmeester Stan Winston en droomfabriek Industrial Light and Magic) werden door ons te licht bevonden. Het is dan ook een enorme verademing dat Crimson Tide ons niet alleen vergast op onzichtbare en functionele effecten, maar dat er ook gedacht werd aan een uitgewerkt scenario. En om het plezier compleet te maken gooiden ze er nog twee sublieme acteerprestaties bovenop (Gene Hackman en Denzel Washington). We vieren dit moois door een aantal prachtig uitgevoerde speciale effecten wat nader te bekijken. Tegenwoordig lijkt het alsof iedere producent met de woorden CGI in de mond rondloopt. (CGI staat voor Computer Generated Imagery, computer gegenereerde beelden dus.) CGI staat inderdaad een grote toekomst te wachten (sommige insiders denken nu al luidop aan een digitale studio, waar alles, maar dan ook alles in de computer gegenereerd zal zijn. Niet alleen de effecten, maar ook de decors en de acteurs), maar films als Jurassic Park, Interview With The Vampire en het hier nog te verschijnen Apollo 13 hebben bewezen dat de beste effecten bereikt worden door oude technieken te combineren met de nieuwste digitale snufjes. Toen regisseur Tony Scott bij Dream Quest Images kwam aankloppen voor zijn Crimson Tide project besliste men al snel dat de 97 geplande effecten voornamelijk met modellen zouden verwezenlijkt worden. Aan de hand van foto's van echte onderzeeërs tekende men de modellen in de computer, en deze gegevens werden later door een lasersnijmachine gebruikt om de verschillende delen van de duikboten te bekomen. Om de modellen genoeg detail te geven (een echte onderzeeër zoals de USS Alabama is zo'n vier verdiepingen hoog en 170 meter lang, en heeft dus veel details) besloot men de modellen op een identieke wijze te bouwen als de echte tegenhangers: in plaats van grote stukken romp in één geheel te maken construeerde men tientallen kleine panelen die op een plexiglazen structuur werden bevestigd. In totaal werden op deze manier 5 modellen gebouwd (3 voor de USS Alabama, en twee voor de Russische Akula), waarvan de grootste 7.2 meter lang was. Alhoewel men verschillende schalen had gebruikt om de regisseur een grote vrijheid te geven bij het filmen bleek al snel dat de kleinere modellen niet echt genoeg leken, en daarom werden hoofdzakelijk de twee grootste modellen gebruikt. Om de modellen zelf te filmen werden twee methodes gebuikt: 'dry-for-wet' en 'wet-for-wet'. In feite zegt de naam het al zelf: bij dry-for-wet zal men het model filmen zonder dat er maar een druppel water bij te pas komt, maar wel op een zodanige manier dat het voor de kijkers lijkt alsof alles zich in het water afspeelt. Hiervoor vult men een opnamestudio meestal met rook waarin olie werd verdampt, terwijl een blauwachtige belichting de illusie versterkt. Later werden hieraan nog computergegenereerde onzuiverheden in het 'water' toegevoegd, terwijl men draagkabels en steunpilaren verwijderde. Wanneer men in realiteit deze mastodonten onder water zou filmen zouden we slechts een heel beperkt deel van de duikboot te zien krijgen. Onder water kan het immers zeer donker zijn, en 170 meter ver zien zit er dan zeker niet. Vermits men dat de kijker natuurlijk niet kan aandoen besloot men dan maar de waarheid wat geweld aan te doen, en meer te tonen dan er in feite te zien is. Ook de torpedo's werden met behulp van modellen gefilmd, maar vermits regisseur Tony Scott deze wapens dynamisch op het scherm wilde brengen besloot men de 2.4 meter grote modellen in een zwembad te filmen (wet-for-wet dus). Ofschoon de torpedo's een eigen aandrijfmechanisme hadden werden ze tenslotte toch voortgetrokken via een kabel aan een snelheid van zo'n 50 km per uur. De projectielen die dienden om de torpedo's te misleiden werden dan wel weer met behulp van de computer op het scherm gebracht. Om dit alles alles feilloos in hetzelfde beeld te krijgen verwerkte men de gegevens van de computergestuurde camera's die bij het filmen van de miniaturen werden gebruikt zodat men de computergegenereerde modellen hiermee kon synchroniseren. De meest spectaculaire scène (als we de confrontaties van Hackman en Washington buiten beschouwing laten) krijgen we te zien wanneer de USS Alabama er in slaagt om een vijandelijke Akula duikboot te vernietigen. En in tegenstelling met vele voorgangers besloot men om niet zomaar een explosie te laten zien, maar om echt een implosie te creëren. Een duikboot die op grote diepe getroffen wordt zal immers vanwege de enorme druk van het water samengeperst worden. Speciaal voor deze sequentie bouwde men drie extra modellen (van elk 6 meter lang) met een minder dan 1 mm dikke wand uit lood. In de romp werden een zevental glazen reservoirs geplaatst met een aantal explosieven om deze te verbrijzelen. Het model werd naar een zwembad getransporteerd, en nadat men het te water gelaten had werden de reservoirs vacuum gezogen. De ontploffing zelf duurt op het scherm zo'n 6 seconden, maar nam in realiteit slechts zo'n 250 honderdsten van een seconde in beslag. Om de vierentwintig sequenties die in dat korte tijdsinterval nodig waren perfect te laten verlopen ontwierp men een computergestuurde controlekaart. Een grote ballon gevuld met explosieven startte de vernietiging, waarna de propeller werd afgerukt en de verschillende reservoirs in volgorde werden verbrijzeld. Door de enorme onderdruk die hierdoor ontstond werd de romp door het water naar binnen gedrukt, zodat de duikboot letterlijk implodeert. De eerste poging bleek niet bevredigend, en daarom waagde men na drie weken een nieuwe poging met een van de overgebleven modellen. Deze keer werd de scène die met hogesnelheidscamera's werd opgenomen feilloos ingeblikt, en toont ons één van de meest realistische en spectaculaire vernietigingen ooit. Wie nog meer CGI wil zien zal zich moeten tevreden stellen met een grote hoeveelheid luchtbellen en een drie kilometer lange kabel die de radioboei meesleept. Met Crimson Tide heeft Dream Quest Images niet alleen bewezen dat ze de digitale boot niet gemist hebben, maar ook dat ze feilloos meerdere technieken weten aan te wenden om een film dat extra iets mee te geven. |
|