Die Hard 2

Archief Film Helden Nu in de Cinema Reportage Vraag van de week
A ] B ] C ] D ] E ] F ] G ] H ] I ] J ] K ] L ] M ] N ] O ] P ] Q ] R ] S ] T ] U ] V ] W ] X ] Y ] Z ]

Speciale effecten

Speciale effecten

Als Die Hard al een logistieke nachtmerrie was, dan was Die Hard 2 een kudde nachtmerries. Het script vroeg immers om een besneeuw vliegveld, en regisseur Renny Harlin zal het geweten hebben. Toen men de avond voor de eerste draaidag op locatie aankwam lag er een gezellig laagje sneeuw, zodat de Fin zorgeloos in bed kroop. De volgende dag echter was de sneeuw verdwenen en had plaats gemaakt voor een groen tapijt. En dat was nog maar het begin, want het weer zou blijven tegenwerken.

Om het sneeuwprobleem op te lossen werden verschillende invalshoeken bestudeerd. Men kon niets gebruiken dat ook maar enigszins de natuur zou aantasten, en dus waren de klassieke plastieken sneeuwvlokken en andere natuuronvriendelijke sneeuwsubstituten uitgesloten. Onder het motto 'Voor Star Wars moesten ze toch ook onze planeet niet verlaten' zocht special effects coordinator Al Di Sarro verwoed naar een oplossing. Hij haalde er Bob Graham van Graham Enterprises bij die zich verdiepte in zeepdetergenten en -vlokken. Hij vond de or iginele bio-afbreekbare formule voor zeep, en begon als een bezetene zeepvlokken te maken op een oude machine. Hij (wel, hij niet alleen natuurlijk) maakte er in totaal zo'n 45 ton, en dit enkel om de vallende sneeuw te simuleren! Voor de sneeuw op de grond liet men speciaal ijs-malers overkomen om per dag zo'n 100 ton te malen en over de landingsbanen uit te strooien.

Het zal u natuurlijk allemaal worst wezen, want u wilt weten hoe men al die vliegtuigen in de lucht kreeg! Wel, Industrial Light and Magic zorgde hier voor de magie. Een horde echte vliegtuigen filmen is immers geen sinecure, zeker als men ze in een sneeuw storm wil plaatsen. Daarom werden verschillende modellen gemaakt, van 7 meter lange 747's tot een F-4 straaljager met een spanwijdte van 1.2m. Omdat men de vliegtuigen in de wolken wilde filmen kon men echter geen beroep doen op blue-screen technieken (buiten enkele scenes), en dus besloot visual effects supervisor Michael McAlister om een meer praktische werkwijze te volgen.

De modellen werden aan verschillende kabels opgehangen die via afstandsbesturing konden gemanipuleerd worden, waardoor het vliegtuig ter plaatse kon bewogen worden. Om nu de voorwaartse beweging te suggereren blies men rook langsheen het vliegtuig en filmde men met een op een kraan gemonteerde camera alsof men in een ander vliegtuig zat. Ook door een camera op een wagen te plaatsen en zo onder de vliegtuigen door te rijden kon men een gevoel van snelheid creeren.

De meest spectaculaire sequentie is ongetwijfeld de crash van de DC-8 met 230 passagiers aan boord. Oorspronkelijk had men heel wat opnames gemaakt in het vliegtuig zelf om zo de reacties van de inzittenden op pelicule te kunnen vastleggen. Deze beelden bleken echter iets te hard (lees: het vliegtuigtoerisme had wel eens een deuk kunnen krijgen; het Jaws-effect dus) en dus besloot men die tot een minimum te beperken. Volgens het script probeerde de piloot van het vliegtuig op het laatste nippertje nog op te trekken, en dit moest zichtbaar zijn in de met miniaturen opgenomen crashscene. Een kabelglijbaan werd geinstalleerd waarover het zeven meter lange model via ringen aan de vleugeltippen naar beneden kon glijden.

Met een kabel aan de staart kon men de neus beweging beinvloeden, terwijl men met een vierde kablel de DC-8 naar zijn eindbestemming trok. Het model was echter zo goed gemaakt dat het bij de minste voorwaartse snelheid ook daadwerkelijk wilde vliegen in plaats van zich op de gewenste plaats in de grond te boren. Daarom werd op de exacte plaats een haak in de grond geslagen waardoor de trekkabel liep. Om het vliegtuig na de impact ook vrijelijk uit elkaar te laten spetteren zorgde men voor automatische kabelsnijders die op het ogenblik van de touch-down alle onnatuurlijke verbindingen met de buitenwereld lossneden.

De crash zelf bestond uit drie delen: het neerkomen op de grond met de neus omhoog, het verder glijden over de landingsbaan, en het ontploffen van het vliegtuig. Dit laatste gebeurde in etappes, en ook hier was het een kabel die de ontsteking op gang bracht. De kabels werden tenslotte met behulp van de computer verwijderd.

Nu iets alledaags, maar toen nog redelijk revolutionair, want voor het eerst gebruikt in Back to the Future II. Niet alleen dit burgervliegtuig moest eraan geloven, ook de militaire C-130 (in feite een gewijzigde C-123) waar de heisa om begonnen was ging in de vlammen op. Hiervoor werd een levensgroot model gemaakt, en opgeblazen. Vlak voor de ontploffing kan John McClane zich echter met een schietstoel uit de voeten maken. Nogal overdreven, maar het zorgt wel voor leuke plaatjes.

Bruce Willis werd hiervoor in een echte schietstoel geplaatst en voor een blauw scherm gefilmd, waarna dit later met het ontploffend vliegtuig werd gecombineerd. Om de kijker er toch van te overtuigen dat de scene echt is zorgde men ervoor de McClane steeds in focus blijft, terwijl de achtergrond steeds onscherper wordt.

De laatste scene die we hier bekijken, is misschien wel, op technisch gebied dan, de belangrijkste. Op het einde zien we immers hoe alle vliegtuigen zich aan de grond hebben gezet, en terwijl John en Holly McClane (Bonnie Bedelia) herenigd worden trekt de camera zich langzaam terug. De sečne opnemen met echte vliegtuigen was financieel uitgesloten, en daarom greep men terug naar de meest voor de hand liggende techniek, nl. een matte painting. Door hierin plaatsen open te laten is het mogelijk om live actie met dit stilstaand beeld (een schilderij op glas dus) te combineren. De scene was echter te complex (35 seconden, wat voor een matte painting bijzonder lang is; zes live actie delen; en bijkomende elementen zoals rook en knipperlichten) en men zou een schilderij van 10 op 4 meter nodig gehad hebben. Daarbij zou de zoom het geheel nog extra ingewikkeld gemaakt hebben. Daarom besloot men de computer in te zetten (tegenwoordig doet men bijna niets anders meer).

Yusei Uesugi schilderde het geheel, waarna het in de computer (een Macintosh II) werd ingescand. Om de hoeveelheid gegevens toch enigszins te beperken scande men op vier verschillende resoluties. Het midden, van waaruit de omgekeerde zoom vertrekt werd op de hoogste resolutie ingescand, terwijl de randen een mindere resolutie toegemeten kregen. Op het ogenblik dat we de randen te zien krijgen zijn we immers al zo ver uitgezoomd dat de resolutie nog hoog genoeg is. Voor u is dit misschien een detail, en minder spectaculair dan de ontploffing van een C-130, maar het zijn wel dergelijke doorbraken die Jurassic Park en Casper mogelijk hebben gemaakt.

Laatste update: 22/11/98

Bart.Schreurs@ping.be

1