|
AlgemeenEen dag in de helIn 1988 toverde New Yorker John McTiernan een film uit zijn hoge hoed die zowel critici als publiek deed huiveren: zoiets hadden ze nog nooit gezien. Nadat hij het toverstokje doorgaf van Renny Harlin (Die Harder) staat McTiernan weer aan het roer, met Die Hard with a Vengeance. De openingssequentie oogt nogal klassiek. Terwijl op de achtergrond Hot Summer in the City jengelt, zien we hoe New York baadt in één van die typische Indian Summers. Miljoenen mensen krioelen als mieren door de drukke straten. Dan plotseling een oorverdovende knal: een drukbezocht warenhuis wordt door een bom met de grond gelijk gemaaid. Een psychopaat met een IQ van 187, die zich Simon noemt, belt de Newyorkse recherche en eist de aanslag op. Hij wil praten met John McClane, aan lager wal geraakt en uit het corps geschorst. Later zal de FBI uitvissen dat Simon de broer is van Hans Gruber, die vroeger (lees: in de eerste Die Hard-film) in een vurig Los Angeles door McClane nogal ruw van een wolkenkrabber werd geduwd. De uiterst gevaarlijke en intelligente Simon zint duidelijk op wraak en bedenkt opdrachten en raadsels (telkens ingeleid door 'Simon Says') om McClane het leven zuur te maken. Telkens McClane faalt, zal Simon ergens in the Big Apple een hypermoderne bom laten ontploffen. Voor zijn eerste opdracht moet McClane naar Harlem, waar een zwarte uitbater van een winkel, Zeus Carver, zijn leven redt. Vanaf dat moment worden ze samen het doelwit van Simons spelletjes. Of zijn die slechts een poging om iets anders te verhullen? John McClane begint te denken van wel. De plot van deze derde Die Hard-film zit duidelijk ingewikkelder in elkaar dan die van zijn voorgangers en is gebaseerd op een script van Jonathan Hensleigh: Simon Says. McTiernan en Willis vonden het zo goed, dat ze er meteen een Die Hard van wilden maken. Hoewel ze geen doorslag wilden van het origineel (of van het tweede deel), oogt Die Hard with a Vengeance nogal cliché: natuurlijk blijven de stunts explosief en spectaculair, natuurlijk heb je te maken met een totalitaristische psychopaat en natuurlijk blijken de good guys altijd een stapje te snel. Maar dat heeft McTiernan alleen maar aan zichzelf te danken. Hij legde in 1988 de lat zo hoog, dat in de voorbije jaren alleen uitzonderingen als Speed beter deden. Hét grote verschil in vergelijking met de vorige Die Hard-films is dat Bruce Willis er in de persoon van Samuel L. Jackson een compaan bij krijgt. Dat levert soms spitse dialogen op, maar herinnert op sommige momenten teveel aan Leathal Wheapon en andere buddy-films. Jackson borrelt als Zeus nog steeds van talent; dat konden we onlangs in Pulp Fiction nog zien. Bruce Willis doet zijn best om een morrende John McClane-met-kater wat diepgang te geven en dat vertaalt zich in huwelijksperikelen met zijn off-screen vrouw. De rol van Simon is weggelegd voor rasacteur Jeremy Irons. De conclusie is dat Die Hard with a Vengeance het origineel op geen enkel moment kan overtreffen. Maar copiëren is in dit geval al moeilijk en verdienstelijk genoeg. |
|