Godzilla

Archief Film Helden Nu in de Cinema Reportage Vraag van de week
A ] B ] C ] D ] E ] F ] G ] H ] I ] J ] K ] L ] M ] N ] O ] P ] Q ] R ] S ] T ] U ] V ] W ] X ] Y ] Z ]

Algemeen    Productieproces    Speciale effecten

Algemeen

Monster Madness

Genre: Monsterfilm
Speelduur: 2u18
Regisseur: Roland Emmerich
Acteurs: Matthew Broderick, Jean Reno, Maria Pitillo, Hank Azaria

Japans meest geliefd monster, door de Amerikaanse molen gehaald, bezoekt deze week de Belgische bioscoopzalen en dat hebben we geweten. De slogan 'Size Does Matter' wordt ons immers langs de oren geslingerd. Toch weet het gros van de bevolking niet wie of wat Godzilla eigenlijk is. Zo hoorden we een onwetende burger onlangs vragen of Godzilla een aap is. Niet dus.

De geheimhouding rond het monster werkt, want miljoenen mensen schuiven aan om het dier in close-up te bekijken en om het spektakel van hun leven mee te maken. Daar hebben ze het echter mis. Godzilla is in feite niets meer of minder dan een stunt om de filmkijkende bevolking massaal in de maling te nemen. Godzilla maakt amok, maar jammergenoeg alleen als hij er zelf zin in heeft. New York blijft namelijk tegen alle verwachtingen in overeind. Het duurt bovendien een hele tijd vooraleer we het beest te zien krijgen. Later blijkt het een flauw afkooksel te zijn van een Jurassic Park-dino. Maar helemaal zeker zijn we nooit: het dier komt immers alleen 's nachts naar buiten, in de gietende regen.

Maar Godzilla wordt pas echt problematisch als we de zin voor realiteit van het verhaal onder de loupe nemen. Godzilla is een reptiel dat door toedoen van nucleaire tests uitgegroeid is tot het formaat van de Chrysler Building. Tijdens zijn kinderjaren was het een echte schat. Hoewel hij verlekkerd is op vis, heeft hij nooit een vis aangeraakt en hij sliep zoveel dat niemand ooit waterverschuivingen heeft opgemerkt. Resultaat: geen kat die over het bestaan van Godzilla wist. Tot hij plotseling opduikt in New York. Dat hij voor New York kiest is niet helemaal toevallig. Godzillaatje is namelijk zwanger en hij zoekt een plekje waar hij rustig kan broeden zonder dat iemand hem opmerkt. Hij haalde vroeger altijd goede punten op aardrijkskunde en dus wist hij dat de wolkenkrabbers van Manhattan daarvoor ideaal waren.

Bij zijn aankomst is hij wat onwennig en hij maakt dan ook alles stuk wat hem in de weg staat. Maar dat probleem is gauw opgelost, want in een mum van tijd kruipt hij doorheen tunnels en weet hij zich een plaats te verwerven in een plaatselijke wolkenkrabber zonder deuren of etages te beschadigen. Waarschijnlijk kreeg hij de hulp van een goochelaar die hem een verkleiningstruc aanleerde. Tot hier verloopt alles vredig, zij het dat Godzilla nog nooit van het krakersverbod heeft gehoord. Binnen de kortste keren heeft de hele staat zich tegen hem gekeerd. Het grootste gevaar komt evenwel uit de hoek van ene Dr. Niko Tatopoulos (Matthew Broderick), een wetenschapper die door de staat wordt ingehuurd om Godzilla te verdelgen omdat hij een wormbioloog is. Klinkt zeer logisch nietwaar?

Godzilla is echter geen camp, het is daarentegen bedoeld om het publiek de stuipen op het lijf te jagen. Maar daar slaagt hij allesbehalve in. Dean Devlin en Roland Emmerich (de makers van het toch wel behoorlijke Independence Day) zijn er glansrijk in geslaagd om de meest vervelende monsterfilm in jaren te maken. Of zoals een buitenlands collega zei: dankzij Godzilla lijkt Jurassic Park op Citizen Kane. En dat wil al heelwat zeggen.

Productieproces

Vroeger en nu

De tijd dat een man in een plastic kostuum kroop en vreemde geluiden maakte, is al lang voorbij. Dat moest ook monsterovergrootvader Godzilla ondervinden. Het beest lijkt in geen lichtjaren meer op zijn origineel.

Toen Godzilla voor het eerst opdook uit de Tokyo Bay midden jaren vijftig, was de Amerikaanse bezetting van Japan net op zijn einde gekomen en waren de Verenigde Staten de H-bom aan het testen op de Marshall Islands. Bovendien was de monsterfilm, aangevoerd door King Kong (1933) en The Beast From 20.000 Fathoms (1953), groot nieuws aan de kassa. Japan kon niet achterblijven en dus creeerden de Toho-studio's een reuzenmonster, een mutant gevormd door nucleaire testen, dat steden verwoestte door zijn adem van vuur, net zoals de Enola Gay deed over Hiroshima. De film was zo'n groot succes op Japanse bodem, dat de Amerikaanse versie - Godzilla: King of the Monsters - in 1956 volgde. Het verhaal werd aangepast aan de westerse markt en kreeg ook een Amerikaanse ster, Raymond (Ironside) Burr.

De toeloop was ook daar zo groot dat het meteen weer naar Japan werd overgevoerd. Er volgden nog 22 andere films en bijna allemaal werden ze in Amerika verspreid. Godzilla werd in een mum van tijd een cultfenomeen en kreeg steeds gevaarlijker tegenstanders waaronder King Ghidora, een driehoofdige draakachtige; Mothra, een vrouwelijke motachtige en Rhodan, een vliegende mutant van een prehistorisch reptiel. Enkel in de jaren zeventig deed Godzilla het wat minder en dus werd de filmproductie voor zeven jaar stilgelegd. De verkoop van gadgets, video's en Godzilla-stripboeken was daarentegen nog steeds hoog. En in 1984 besloot Toho, naar aanleiding van het dertig-jarig bestaan van het monster, hem weer nieuw leven in te blazen. Het was dan ook sterk voorspelbaar dat de Hollywoodversie vroeg of laat op de markt zou komen. 'Godzilla was een van de laatste concepten van de jaren vijftig dat nog nooit in een moderne vorm was gegoten. Waarom het niet moderniseren ?' aldus Roland Emmerich, regisseur van de nieuwe Godzilla-film, ergens in een van de vele intervieuwen die hij recentelijk achter de rug heeft.

Emmerichs Godzilla is op velerlei vlakken anders dan zijn voorgangers. De Toho-films die tussen 1954 en 1995 zijn gemaakt, zijn immers vooral geliefd om hun onhandige effecten (man in kostuum), dit in tegenstelling tot de speciale effecten van vandaag. Devlin zegt hierover: 'We hebben het beest recht-toe-recht-aan gemaakt, helemaal niet kitsch, nostalgisch, camp en Burton-esque.' Emmerich was oorspronkelijk zelfs niet geinteresseerd in deze camp - de reden waarom de producers ook mensen als Jan De Bont aanklampten - maar hapte nadien wel toe toen hij op het idee kwam Inoshiro Honda's origineel te herwerken. 'Het is een fantastische film,' zegt Emmerich. 'Het is angstaanjagend, er is een wetenschapper die uitdoktert hoe hij het monster kan doden, er is de liefdesaffaire, al deze dingen die mensen al lang vergeten zijn. En als ze de technologie van vandaag hadden, had het monster er ook helemaal anders uitgezien.'

Emmerich en producer Dean Devlin kregen aanvankelijk echter niet de vrijheid om hun zin door te drijven. Als gevolg van dit grote succes en de Amerikaanse versies stelden de Toho-studio's een 75-pagina's dik compendium op met regels waar de imiteerders zich aan moesten houden: Godzilla heeft drie tenen aan elke voet, geen vier; Godzilla moet vier klauwen hebben aan iedere hand, geen drie; Godzilla heeft drie rijen kammen op zijn rug, niet een; Godzilla eet vis, geen mensen; Godzilla mag er niet onnozel uitzien; Godzilla mag niet sterven. Dit boek werd overhandigd aan Devlin en Emmerich vanaf het moment dat de twee tekenden om de film te maken. 'We waren verplicht het te lezen alvorens we het script schreven,' aldus Devlin. De regels waren vooral van belang voor Patrick Tatopoulos, maker van de buitenaardsen in Independence Day, en aangeworven om Godzilla in een moderner kostuum te steken. En dus faxte Emmerich de parameters van de studio door naar Tatopoulos. Alleen, deze heeft de fax nooit ontvangen en dus brak zijn versie van Godzilla met ongeveer elke regel opgesteld door Toho.

Devlin en Emmerich kregen uiteindelijk toch gelijk. 'Ik zei tegen die Japanse kerels dat het grootste verschil zou zijn dat het dier lenig is omdat het ook snel moet zijn. Ik zei hen ook: Mannen, ofwel doen we het op deze manier, ofwel doen we het helemaal niet,' aldus Emmerich. Dat argument had enige waarde omdat Toho de Japanse distributeur was van Devlins en Emmerichs Independece Day. En dus lijkt deze Godzilla helemaal niet op zijn soortgenoot. Zo is het zoogdierachtige van de Japanse film - Gojira is een amalgaam van kujira (walvis) en gorira (gorilla) - verdwenen en heeft het plaatsgemaakt voor het voorhoofd van een krokodil, de aanstellerij van een iguaan, het kruipen van een T-rex en een draakachtige kin in plaats van een vaderlijke adamsappel. 'We creeerden een dier, geen monster,' aldus Tatopoulos. Het enige dat echt bleef behouden is de originele Godzilla-brul en dan enkel uit praktische overwegingen. Toen een heel studioteam het geluid niet bleek te kunnen reproduceren werd dus gewoon geopteerd voor het origineel.

Deze aanpassingen waren volgens de Toho-studio's ook mogelijk omdat Godzilla al een hele traditie heeft wat veranderingen betreft. Godzilla zag er met elke film anders uit. Zijn ogen stonden bijvoorbeeld aan de zijkant van het hoofd, verplaatsten daarna naar het voorste gedeelte en staan voor deze film opnieuw opzij. De wilde en ontembare Godzilla uit 1954 is fysisch ook verschillend van het relatief goedaardige monster dat slag voert met het driehoofdige monster Ghidorah in Destroy All Monsters (1968) van de te grote Japanse nationalist die de Amerikaanse King Kong naar het leven staat in King Kong Versus Godzilla (1963) en van de gezonde milieudeskundige die op de vuist gaat met een hoop sneeuwmodder in Godzilla vs. The Smog Monster (1972).

De grootste mutatie van het Godzilla-fenomeen is tegenwoordig echter in de winkels te vinden. Daar neemt hij de vorm aan van wekkers, tandenborstels en zelfs toilet-rol houders. En wie zelf eens in de huid van Godzilla wil kruipen kan dat door middel van de Godzilla- pyjama (inclusief hoofd). Emmerich: 'Ik vraag me soms af waarom mensen Godzilla zo serieus nemen.' Tsja.

Speciale effecten

Rubber blijft in

Toen Special Effects goeroe Eiji Tsuburaya voor de originele Gojira uit 1954 het monster tot leven moest wekken, had hij maar al te graag de techniek van Willis O'Brien overgenomen. O'Brien zorgde in 1933 met zijn stop motion-techniek voor een onwaarschijnlijk realistische King Kong, en was meteen een inspiratie voor vele generaties fx-adepten. Tsuburaya kon de tijdsintensieve techniek echter niet met zijn budget verzoenen, en koos dan maar voor de klassieke man-in-een-rubberen-monsterpak benadering. 44 jaar (en heel wat miljoenen) later liep er ook op de set van Ronald Emmerich een rubberen Godzilla rond. Al was het maar voor heel even.

De primitieve fx-benadering is nu misschien wel charmant te noemen, maar filmmakers weten maar al te goed dat de man-in-een-rubberen-monsterpak maar al te vaak de doodsteek is van een monsterfilm. Fx-specialisten zorgen er dan ook voor dat de menselijke anatomie toch enigszins verdoezeld wordt door allerhande uitsteeksels en anatomische onmogelijkheden. Denk maar aan de buizen achterop het oorspronkelijke Alien-monster. In de vervolgen kwamen drieledige poten het publiek in verwarring brengen, een techniek die ook in heel wat andere monsterfilms werd gebruikt. Zelfs in Jurassic Park loopt er een menselijke velociraptor rond... In de meest recente films (zoals Species II) verwijdert men gewoon uitstekende menselijke ledematen met de computer. Maar het blijft hoe dan ook een man-in-een-rubberen-monsterpak. Zelfs bij een peperdure productie als Godzilla.

De manier waarop de jonge Franse make-up specialist Patrick Tatopoulos de nieuwe Godzilla ontwierp en deze op een nu reeds legendarische meeting met de Toho-studio onthulde hoort nu reeds thuis in de oneindig lijkende rij sappige Hollywoodanekdotes, die maar al te snel een eigen leven beginnen te leiden. Voor Tatopoulos, die eerder met Stargate en Independece Day hoge ogen scoorde en ook voor het deze week op video uitgekomen Dark City tekende, was het een begin van 18 maanden harde arbeid, waarvan hij een deel zag verloren gaan toen de computeranimatie meer en meer aan belang begon te winnen.

Tatopoulos creeerde met zijn Patrick Tatopoulos Design studio (dat op een bepaald ogenblik 172 werknemers in dienst had) diverse modellen van zijn eigen Godzilla-ontwerp. Het meest indrukwekkend was zijn gedeeltelijk model op schaal 1/6 dat volledig met de computer was te besturen. De bewegingen werden voorgeprogrammeerd, en daarna met repeteerbare precisie op de set herhaald. Met een loodzwaar hydraulisch monster kun je op een set immers geen risico's nemen. Dit technisch wonder werd onder meer gebruikt in de scene (die ook in de trailer zit) waarbij een visser (die later aan de beelden werd toegevoegd) het monster aan de haak slaat. Ironisch gezien mislukten de opnames gedeeltelijk omdat het opspattend water de kop grotendeels verborg. Emmerich vond het echter beter zo...

Verder werd een volledige Godzilla-baby-robot gemaakt, naast de acht kostuums die door mime-artiesten op kleine gebogen stelten werden gedragen. Voor Godzilla zelf werd ook een kostuum gemaakt (op schaal 1/24) dat onder meer gebruikt werd om het monster nadien in de computer in te scannen. Alhoewel men voor de start van de film voorzien had dat de animatronics poppen en de kostuums van Godzilla in 50 procent van de scenes zouden gebruikt worden, werd er tijdens de productie meer en meer overgeschakeld op computeranimatie, zodat uiteindelijk slechts 10 a 15 procent poppen te zien zijn. Waaronder dus een acteur in een rubberen Godzilla-pak...

Om de computeranimatie tot een goed einde te brengen, moesten regisseur Ronald Emmerich en producent Dead Devlin niet ver zoeken. Ze hadden immers juist hun eigen fx-huis, Centropolis Effects (CFX) opgericht. Ze haalden ook heel wat Digital Domain bloed in huis (dat juist een groot aantal mensen op straat had gezet na Titanic) waaronder Karen Goulekas (The Fifth Element), die onder Visual Effects Supervisor Volker Engel een bijna onmogelijke deadline moesten halen. Oorspronkelijk was men van plan om de animatie met behulp van motion capturing te versnellen. Hiervoor werd door de firma Vision Art 72 sensoren op een acteur geplaatst, waarmee, in theorie althans, zo'n 80 procent van de Godzilla-animatie in real-time zou verkregen worden. De tests vielen echter tegen omdat een mens nu eenmaal een ander gestel heeft dan Godzilla, zodat het resultaat leek op een man in een digitaal kostuum. En dat was nu niet bepaald de richting die men uit wilde gaan. Correcties konden gemaakt worden door de gegevens met de hand bij te werken, maar er werd beslist dat het dan handiger zou zijn om met de traditionale animatie verder te gaan, dit wil zeggen met key frames. Hierbij worden om de paar beelden de beweging van het computerobject vastgelegd, waarna de computer de tussenliggende beelden zelf berekent.

De werklast van CFX werd echter zodanig groot dat ze een beroep moesten doen op Sony Pictures Imageworks (Starship Troopers). Zij kregen de opdracht om de computeranimatie te gaan samenvoegen met de echte beelden,het compositing. Godzilla kreeg een huid (met behup van texture mapping ), een aantal computerlichtbronnen werden op het monster gericht, en er moest voor gezorgd worden dat het beest op de juiste plaats voor of achter decorstukken liep (het rotoscopen).

Het samenvoegen van computerbeelden en live action beelden is van essentieel belang voor de geloofwaardigheid, en daarom moest de grootste zorg besteed worden aan de interactie van de twee elementen. De schaduw van Godzilla moest juist berekend worden, de regendruppels moesten juist op z'n huid vallen, en waar hij passeerde, moesten de straatstenen, en andere toevallige objecten in z'n weg, eraan geloven. Een deel hiervan werd in de computer gedaan, maar voor bepaalde interacties werden in de straten van New York de grote middelen bovengehaald.

Een groot aantal auto's werd opgekocht (het was goedkoper dan modellen te laten maken) die op lokatie door grote metallen blokken werden verpletterd. Later zouden deze blokken door de fx-artiesten worden vervangen door een of ander lichaamsdeel van Godzilla.

Wanneer het echt te gortig werd, werden miniatuurgebouwen aangesleept die door Godzilla of de militairen vakkundig werden gesloopt. Nieuwkomer Cinnabar (die wel reeds in de reclame- en pretpark-wereld een goede naam hadden) maakten tal van modellen, maar hier en daar werd een bestaand model uit de archieven gehaald. Zo is het Chrysler-gebouw een copy van dat uit Armageddon (eigenlijk was het gebouw gemaakt voor Godzilla, en werd op aanvraag van de Armageddon-ploeg een nieuwe copy gemaakt uit dezelfde matrijzen). Wie goed kijkt kan zelfs gebouwen uit The Fifth Element en The Hudsucker Proxy onderscheiden. Benieuwd waar we de Titanic nog eens zullen tegenkomen.

Laatste update: 29/11/98

Bart.Schreurs@ping.be

1