|
AlgemeenZwijgen is goudGenre: Thriller Ons inziens is een remake alleen maar gerechtvaardigd als hij een meerwaarde biedt tegenover het origineel. Maar zoals algemeen bedend denkt Hollywood er anders over. Zo kunnen we binnenkort een afzichtelijke verkrachting van Richard Donners Superman gaan bekijken, met dank aan Tim Burton. Het zelfde is waar voor The Jackal, die misschien niet walgelijk slecht is, maar wel een hardnekkige nasmaak van overbodigheid achterlaat. Het origineel was een spannend huzarenstukje uit 1973 met Edward Fox in de rol van The Jackal, een huurdoder die een aanslag plant op de Franse president De Gaulle. Regisseur Fred Zinneman baseerde The Day Of The Jackal op Frederick Forsyths gelijknamige roman. Michael Caton-Jones, de niet bijzonder geprezen regisseur van onder andere Scandal, Memphis Belle en Rob Roy, vond het tijd om de formule te moderniseren met typische jaren negentig-cast, wat Mission: Impossible-achtige technische snufjes en The Saint-geinspireerde vermommingstrucs. De titel is deze keer eenvoudigweg The Jackal, omdat Zinneman de film niet waardig genoeg vond om de zelfde titel als zijn versie te dragen. Het begint alleszins veelbelovend, met Bruce Willis als een mysterieuze huurdoder, The Jackal, die door de Russiche mafia wordt ingeschakeld om in een wraakactie de directeur van de FBI om te brengen. De FBI krijgt hier lucht van en ziet zich genoodzaakt de hulp in te roepen van gevangen IRA-terrorist Declan Mulqueen (rol van Richard Gere), de enige die The Jackal kan identificeren. De film werkt nog het best in de stille voorbereidingen van The Jackal, net als in het origineel trouwens. In steeds andere vermommingen brengt hij zijn auto en wapen in gereedheid en reist hij van Canada naar de Verenigde Staten. Minder succesvol is het manke opsporingsteam dat bestaat uit Valentina Koslova (Diane Venora) en FBI-agent Carter Preston (Sidney Poitier), bijgestaan door Gere's Mulqueen met een zeer wisselvallig Iers accent. De film valt helemaal als een kaartenhuisje in elkaar tijdens een schietpartij in een ondergrondse, wanneer de meedogenloze Jackal, die tot dan toe vreemd genoeg op de sympathie van het publiek kon rekenen, verwordt tot een stereotiepe slechterik. De grote held van het verhaal is blijkbaar Mulqueen, maar dat heeft het publiek niet zo begrepen en daarom komt de finale over als een totale afknapper. De grote winnaar van The Jackal is dan ook Bruce Willis in een van zijn betere rollen. In zijn geval is zwijgen meestal goud, en de bijna mythische Jackal, die betrekkelijk weinig lijntjes heeft, is hem dan ook op het lijf geschreven. Liever dat, overigens, dan het halfbakken Iers accent van de ondermaatse Gere. The Jackal is voor de helft geslaagd en voor de helft mislukt, maar is honderd procent overbodig. |
|