|
AlgemeenIn de val getraptGenre: Komedie Met Mouse Hunt probeert Dreamworks SKG, de wonderstudio van Steven Spielberg, na de actiefilm en het historisch drama een derde marktsegment aan te boren: de (kinder-)komedie. Maar ook nu weer ontbreekt dat tikkeltje magie waarvoor we Spielberg zo bewonderen. Toen Spielberg samen met Jeffrey Katzenberg en David Geffen Dreamworks SKG oprichtte, leek het er even op dat de ultieme droomfabriek parel na parel op het grote publiek zou kunnen loslaten. De eerste film, The Peacemaker, werd meteen al een grote teleurtselling. Niet omdat de film op zich niet knap gemaakt was, maar wel omdat het eigenlijk uit om het even welke Hollywoodstudio had kunnen komen, een eigenschap die je liever niet met Spielberg wilt associeren. De meester zelf maakte het bij momenten sublieme Amistad, maar ook hij slaagde er niet in om een echt meesterwerk af te leveren. Van Spielberg verwacht je enkel pareltjes. Debuterend regisseur Gore Verbinski kreeg de twijfelachtige eer om het derde geesteskind uit de Spielbergstal ter wereld te brengen. Met Mouse Hunt probeert hij het jonge publiek voor zich te winnen door alle mogelijke klassieke "kijk eens hoe stom de slechterikken zijn"-moppen aan het hoog tempo af te vuren. En dan zijn ze niet eens door en door slecht. Ze zijn gewoon lomp. Ernie en Lars Smuntz erven van hun vader de verouderde Smuntz String Factory en een schijnbaar waardeloos huis. Door een aantal opeenvolgende tegenslagen zijn ze genoodzaakt hun intrek te nemen in het oude huis, en wanneer ze ontdekken dat het in feite een verloren gewaand meesterwerk is van de legendarische bouwmeester Charles Lyle LaRue besluiten ze het huis op te knappen en het aan de meestbiedende te verkopen. Maar dat is natuurlijk buiten de enige bewoner van het huis gerekend: een muis. Wat volgt is een aaneenrijging van taferelen die zo uit een tekenfilm van Tom and Jerry lijken te komen. De slechterikken zijn, zoals het genre blijkbaar eist, te dom om los te lopen, wat dan weer zou moeten leiden tot hilarische toestanden waarbij de muis het tweetal te vlug af is. Maar jammer genoeg zijn die hilarische toestanden eerder schaars. Zelf werden we doodnerveus tijdens het gestuntel, en er was dan ook maar een scene met het tweetal waarbij we bewonderend en glimlachend toekeken. De beste scenes worden (zoals in elke film waarin hij meespeelt) gestolen door Christopher Walken, die met de grootste middelen de muis tracht te verdelgen. Het zijn ook de enige momenten waarop je sympathie begint te krijgen voor de muis. De muis zelf is op zich een technisch huzarenstukje. Een zestigtal levende exemplaren werden getraind voor de film en werden bijgestaan door mechanische en computergegenereerde exemplaren, die door het "Babe-team" tot leven werden gewekt. Knap gemaakt dus allemaal, maar er is meer nodig om een kinderhart te raken. Of dat van een volwassene. |
|