Oorlog en heelal
Deel 5
Bij Belgacom explodeerde de morse,
kortgesloten door frontnieuwskoortsen.
Op Vaganjkovo
had geen lijkpikker
ook maar een minuut te vermorsen.
In druilerig München paradeerden de toortsen.
Een zoeklicht zijn withete poot graaft
de wond van een dood regiment wijd open.
Licht er Een uit,
kwakt Hem neer in een loopgraaf,
Hem- die in een bajonet was gelopen.
Een gelaat van bijbelse status.
Een priesterkleed
hangt uit de kuil vandaan.
"Gedenk het!
Voor ons!
Onder Pontus Pilatus!"
Maar een kogelvlaag,
huilend,
verreet
en vlees en soutane.
Een honderd hoofden schokken
uit rook vandaan omhoog.
Waag niet te wissen de traan van hun ogen!
Een gifgasmembraan overtrok,
overtoog ze.
Witte vleugels groeien uit mijn ziel.
Uit salvo's klinkt het steunen van soldaten door.
"Vlieg naar de hemel, jij,
en smoor de fielt,
ja smoor
de Triomfator!"
Mijn hart gaat te keer...
't Is ook niet niks.
Huisbezoek bij de Heer zelf!
De met wolken gebarricadeerde
hemeldeur ram ik in met mijn geweerkolf.
De engelen beven.
Zielig gezicht.
't Ovaal van hun smoeltjes witter nog dan hun veertjes.
Waar zitten ze, de goden?!
"Ze hebben hun hielen gelicht
de heren
Sabaoth,
Boeddha,
Allah,
Jehova,-
gevloden!"
't Gemieter ging door nog,
't gewee en geach.
Maar het ware vuur verpieterde toen.
Het ademde op nog,
maar allengs dover.
Dan- witte vlaggen.
Ze geven zich over.
Smekend:
"Niet schieten! Niet doen!"
En geen partij was er nog op gebrand
voor zijn thuisland
de zege te innen.
Wat moest nondeju het verminkte restant
van het bloedmaal er ook mee beginnen?
De laatste man aan de dolk geregen.
De onzen hebben de aftocht naar Kaunas ingezet,
een vadem hoog doorregen
mensenpoulet.
En toen alle aanvallers
dan waren gevallen
en bataljon lag over bataljon heen,
kwam op de dood
en als eerste op 't vleesafval
hief hij voor 't knekelbal,
neusloze Taglioni, het been.
Daar danst hij.
De wind waait onder zijn pointes door en
licht een kozakkenmuts op,
op een lijk twee haartjes beroerend,
en voort weer, gore
stank meevoerend.
Vijf dagen lang al
in een gewonde hersenpan,
door bocht na bocht, schroeft zich een trein heen.
In elke verrotte wagon
op veertig man
vier benen.
(Volgende aflevering: Deel 6)