Deze pagina is verplaatst naar: www.zibkip.be...... This page has moved to: www.zibkip.be...... |
Architectuur / Gaudí |
BiografieFonteinLantaarns Plaça Reial Mataro
CooperativeCasa Vicens
El CaprichoGüell PaviljoenenPalau
EpiscopalColegio
TheresianoPalau Güell
Casa de los BotinesCasa CalvetCrypte
van Colonia GüellBellesguard
Casa BattlóCasa MiláParc GüellLa Sagrada
Familia
Antoni Gaudí i Cornet (1852- 1926)
Antoni Gaudí i Cornet
werd geboren op 25 juni 1852 in Reus, Catalonië. Zijn vader was kunstsmid en ketelmaker,
andere familieleden waren pottenbakkers. Gaudí was al als kind geïnteresseerd in
ambachten zoals tegelbakken, houtbewerking en metselen en had als kleine jongen al de gave
om objecten driedimensioneel te maken. Gaudí verhuisde in 1869 naar Barcelona om
architectuur te gaan studeren. Hij bleef vrijgezel en zijn vader, die weduwnaar was, en
zijn nicht trokken bij hem in. Reeds tijdens zijn studies nam hij deel aan openbare werken, zoals de fontein in het Ciutadellapark en de lanaarnpalen op de Plaça Reial. Hij studeerde af in 1878. Omdat hij toen socialist was, werd hij vlak na zijn studies lid van de arbeidersvereniging 'Cooperative Mataro', waarvoor hij het hoofdkwartier ontwierp. Vrij snel reeds kwam hij in contact met de intellectuele en rijke elite van de stad, en hoewel hij daar als jongere een hekel aan had, werd hij later zelfs een van hen. Eusebio Güell, een schatrijke textielhandelaar was erg gecharmeerd door Gaudí's werk, wat resulteerde in talrijke bouwopdrachten. De jonge Gaudí werd beïnvloed door de neogotiek, maar hij wilde dit graag vermengen met iets nieuws. Hij lag samen met andere Barcelonese architecten aan de basis van het modernisme, maar Gaudi's stijl was toch anders. Zijn werken waren net iets fantasievoller en beter doordacht, en dat is waarschijnlijk wat hem tot de beroemdste architect van deze stroming maakt. Hij werd gesteund door de aristocratie en door de meeste beeldhouwers, schilders en architecten die met hem samenwerkten. Zijn succes was ook te danken aan de vele opdrachten die hij kreeg van invloedrijke vrienden zoals bisschop Grau en architect Juan Martorell. Gaudí had een sterk karakter en was erg onafhankelijk. Zijn ideëen waren, in tegenstelling tot zijn extravagante bouwwerken, erg conservatief en hij maakte deel uit van de rechtse ' Hoge kerk aristocraten'. Tot 1900 gebruikte hij zowel neogotische als modernistische stijlelementen. Nadien begon hij vrij te experimenteren en werden zijn werken spectaculairder. In 1910 organiseerde Güell een tentoonstelling rond Gaudí in Parijs, waar een breed publiek op afkwam, en waardoor hij internationale bekendheid verwierf. Vanwege zijn extreme ontwerpen werd hij maar zelden gevraagd om voor de overheid te werken. Hoewel hij gerespecteerd werd, verklaarden veel Barcelonezen hem gek. De mensen begrepen en respecteerden wel zijn drijfveren; zijn obsessie voor religie en zijn toewijding aan het Catalaanse nationalisme. Desondanks kreeg hij veel kritiek, vooral door zijn extravagante bouwwerken zoals Casa Milá, Casa Battlo en La Sagrada Familia. Op de duur was Gaudí die kritiek en het zich constant moeten verdedigen beu en legde hij zich enkel nog toe op religieuze projecten. De laatste jaren van zijn leven bracht hij door als kluizenaar, triest en verbitterd door de dood van zijn vader, zijn nicht en sommige van zijn beste vrienden, zoals Bisschop Grau en Eusebio Güell. Hiermee verdwenen ook zijn belangrijkste opdrachtgevers. Ondertussen doofde het modernisme uit als belangrijke stijl. Gaudí trok zich terug in de crypte van La Sagrada Familia, volledig ingenomen door religie en de bouw van de kathedraal. Zijn ontwerpen werden minder fantasierijk en dramatischer. In 1926 werd Gaudí aangereden door een tram en hij overleed, door niemand herkend, in de armenzaal van het ziekenhuis Hospital de Sant Pau.' Zijn begrafenis werd wel door een massa volk bijgewoond. |
|
Gaudí's
belangrijkste werken:
De werken staan chronologisch
gerangschikt.
1876 - 1882 Gedurende zijn studies kreeg Gaudí de mogelijkheid om mee te werken aan de bouw van het Ciutadellapark als assistent van architect Fontseré. Zijn bijdrage bleef wel beperkt tot de bouw van de fontein en metalen railingen. Hij deed hier veel ervaring op in het werken met metaal, en vond dit een fijn materiaal om mee te werken. Locatie: Parc de la Ciutadella, Barcelona. |
Straatlantaarns op Plaça Reial
1878 - 1879 Tijdens zijn studies ontwierp hij de lantaarnpalen voor dit nieuw aangelegde plein. Dankzij de ervaring die hij opdeed in het Ciudadellapark in het werken met metaal, wist hij dat hij in staat was hier een goed ontwerp in uit te voeren. Locatie: Plaça Reial, Barcelona. |
|
1878 - 1882 Gaudí werd vlak na zijn studies lid van de arbeidersorganisatie ' La obrera Mataronese ', die hem meteen vroegen het hoofdkantoor en een fabriek voor hen te bouwen. Enkel een clubhuis en houten machinewerkplaats werden voltooid. Locatie: Maresme. |
1879 - 1885 Gaudí's eerste belangrijke opdracht voor een particulier was dit zomervakantiehuis voor tegelfabrikant Manuel Vicens. De plannen werden al getekend in 1879, maar het bouwen zelf vond pas plaats vanaf 1883. Voor een beginnend architect was het een vrij moeilijke opdracht, want de woning moest op een beperkte oppervlakte tussen andere gebouwen geplaatst worden. Hoewel het de allures van een paleis heeft, is het huis niet zo erg groot. Het werd gebouwd in de néomudejar stijl, en ziet er o.a. door de torentjes op de hoeken oosters uit. Als materiaal werd baksteen gebruikt, bijna volledig bekleed met kleurige geglazuurde tegels (geleverd door bouwheer Vicens natuurlijk ). Bewerkt en versierd smeedijzer werd gebruikt voor ballustrades aan de balkons en voor de poort. De nadruk ligt meer op de overvloedige decoratie dan op de grondvorm. Ook binnenin werd het huis rijkelijk gedecoreerd. De gewelven van het huis zijn van belang, omdat dit de eerste keer was dat Gaudí een typisch Catalaanse boogstructuur gebruikte, die hij nadien nog veel zou toepassen. Locatie: Carrer dels Carolines 24, Barcelona. |
1883 - 1885 Gaudí bouwde dit excentrieke zomerhuis voor de rijke heer, Maximo Diaz de Quijano. De woning staat temidden van een groene omgeving. Gaudí koos een beperkt aantal kleuren met groen als overheersende tint voor de geglazuurde tegels, die grote delen van de gevel en het torentje bedekken. Zonnebloemen werden als motief gebruikt, en rijen gele baksteen worden met reeksen zonnebloemtegels afgewisseld. De architect was op zoek naar verrassende details en effecten met tegels en smeedijzerwerk die de structuur van de woning benadrukten. Het is een opvallend bouwwerk geworden, met een groen minaretachtig torentje, gesteund door ronde bogen en zuilen. De enorme verscheidenheid aan vormen, materialen en kleuren vormen een opvallend geheel. Locatie: Comillas, Santander. |
1884 - 1887 Toen de familie Güell als buitenverblijf een landgoed met hierop enkele oudere gebouwtjes aankocht, vroegen zij Gaudí hieraan een en ander toe te voegen en te verbouwen. Gaudí's werk omvatte de bouw van de paviljoenen aan de ingang, een portierswoning, de omheiningsmuur en poort, de paardenstallen en een ruitershal. De verschillende gebouwtjes werden op vrij uniforme wijze uitgevoerd. Zoals in zijn vorige werken, Casa Capricho en Casa Vicens doken weer oosters aandoende torentjes en neomudéjarinvloeden op. Andere elementen, zoals het versierde smeedijzerwerk zijn dan weer typisch art nouveau. In de stallingen gebruikte hij voor de eerste maal zijn typische boogconstructie voor de gewelven. De buitenmuren werden uitgevoerd in beige tinten; een lichtbruine steen werd afgewisseld met beige honingraatmotieven en kleurige tegeltjes. Het geheel maakt aan de straatzijde een gesloten indruk: er zijn amper ramen en de toegang is afgesloten door een reusachtig hek. Uit het smeedijzeren drakenhek blijkt duidelijk Gaudí's fascinatie voor symboliek en draken. De draak met angstaanjagend opengesperde bek fungeert als wachter van het domein. Dit hek is echt een meesterwerk, niet enkel door de decoratie, maar ook doordat de vijf meter brede poort enkel vasthangt aan een kant. Het is asymmetrisch van vorm en is bevestigd aan een stenen pilaar, met bovenop grijze stenen versiering. De torentjes werden bekleed met kleine mozaïektegeltjes in verschillende soorten blauw. Aan interieurdecoratie werd minder aandacht besteed, het waren toch eerder praktische ruimtes i.p.v leefruimtes. De buitenmuur en het hek kan je gaan bekijken. Locatie: Avinguda de Pedralbres 7, Barcelona. |
|
1887 - 1894 Gaudí was voor de bouw van dit bisschoppelijk paleis aangesteld door zijn vriend, bisschop Grau van Astorga. De bisschop was enhousiast over het ontwerp, in tegenstelling tot de andere hoge geestelijken. Dit is de reden waarom Gaudí de bouw opgaf toen de bisschop overleed. Andere architecten namen de opdracht over en voltooiden het paleis, maar niet op de manier die Gaudí voorzien had. Locatie: Astorga. |
1888 - 1890 Dit streng religieuze college moest in een gebouw gehuisvest zijn dat dezelfde karakteristieken uitstraalde. Om die reden, en omdat het budget beperkt was, ontwierp Gaudí een rationeel gebouw met weinig versiering. Origineel detail waren de lange gangen overdekt met bogen, die de nonnen met hun kappen symboliseerden. Locatie: Ganduxer 87, Barcelona. |
1891 - 1894 Gaudí bouwde dit grote herenhuis voor Fernandez - Arbós van Leon, textielhandelaars en vrienden van Eusebio Güell. Op het gelijkvloers en in de kelder waren opslagplaatsen voor stoffen gevestigd. Het grootste deel van het gebouw fungeerde als woonhuis voor de eigenaars en de rest werd verhuurd als appartementen. Het gebouw ziet er vrij simpel en kleurloos uit. Locatie : Leon. |
1898 - 1904 Dit huis bouwde hij voor textielfabrikant Pedro Calvet. Het is een typisch burgershuis met een vrij simpele gevel. Gaudí was toen nog op zoek naar zijn eigen stijl. Hij experimenteerde met een verlichte binnenplaats en
trappen, naar het voorbeeld van barokkunst, en ontwierp een groot aantal meubels speciaal
voor deze woning. |
|
1898 - 1915 Güell wou een arbeiderskolonie met een kerk rond zijn fabriek laten bouwen. Berenguer werd aangesteld voor het grootste deel van het project, maar Gaudí ontwierp de kerk. De constructie bestond uit stenen en plaasteren bogen. Hij werkte bijna 20 jaar aan dit project. Locatie : Santa Coloma de Cervelló. |
1900 - 1909 Dit gebouw was het zomerhuis van de laatste Catalaanse koning, Marti 1. De buitenkant heeft een gotisch uitzicht, maar het interieur is in Gaudí's typische stijl uitgevoerd. Er werd veel aandacht besteed aan het dak, de zolder en de binnenplaats. Fijne details zoals het ijzeren hek en het kleurige glaswerk maken het gebouw speciaal. Locatie: Carrer Bellesguard, Barcelona |
Casa Milá (La Pedrera)
1906 -1910 Dit was de laatste opdracht die Gaudí voor particulieren uitvoerde voor hij zich volledig wijdde aan religieuze projecten. Hij was volledig vrij om deze hoekappartementen te ontwerpen zoals hij wou. Zijn bedoeling was een volledig nieuwe vorm van huisvesting te creëren. De ideëen hiervoor vloeiden voort uit die van Casa Battló, maar gingen nog verder in overdrijving en extravagantie. Dit gebouw toont duidelijk hoe geniaal, intelligent en uitzonderlijk creatief Gaudí was. Volgens de architect was La Pedrera zijn architecturale uitdrukking van de natuur: de massieve blokken ruwe steen van de gevel herinneren aan de bergen, de gebogen vormen in de gevel lijken golven van de zee en het smeedijzerwerk beeldt planten en bloemen uit. In tegenstelling tot andere van zijn gebouwen, had de gevel een neutrale kleur, en hij verwachtte dat de bewoners er kleur aan zouden toevoegen door planten en bloemen op de terrassen te plaatsen. Het appartementsgebouw heeft geen steunmuren en steunt op stenen en metalen pilaren. Deze pilaren zijn zichtbaar op de binnenplaats, die overigens wel erg kleurrijk is. Het dak wordt ondersteund door honderden bakstenen bogen, die een prachtig effect geven aan de bovenste verdieping. Elke hoek is assymetrisch met overal nissen en kleine raampjes. Het dak is onwezenlijk, ongebreidelde fantasie en abstract surrealisme zet er de toon. Trappen kronkelen tussen abstracte schoorstenen onder kleurrijke mozaïekbogen door en rond ventilators die het uitzicht hebben van gesluierde figuren. Omdat dit gebouw zo extravagant was, kreeg Gaudí veel negatieve kritiek te slikken. Hij werd het echter zo beu zich steeds te moeten verdedigen, dat hij besloot zich vanaf toen enkel nog toe te leggen op religieuze projecten. Het gebouw werd volledig verwaarloosd en verkommerde, tot het in de jaren 80 gerenoveerd werd, en vanaf toen een belangrijke toeristische trekpleister werd. En terecht, ik was enorm onder de indruk van de originaliteit en de schoonheid van dit gebouw. Locatie: Passeig de Gracia 92, Barcelona. |
|
1900 -1914 Graaf Eusebio Güell, één van de rijkste mannen van Catalonië, had een voorliefde voor Engelse tuinsteden, en stelde Gaudí aan om een parkachtige woonwijk te onwerpen. Het was voor het eerst dat Gaudí een dergelijk urbanisatieproject uitvoerde. Voetpaden en wegen slingeren langs de groene bergwand omhoog, tussen de bomen door een prachtig uitzicht op de stad biedend. Centraal werd een groot plein gebouwd, met een overdekt deel, dat als marktplaats zou fungeren, en bovenop een openluchttheater waar culturele en sociale evenementen plaats zouden vinden. Dit plein deed ook dienst voor het opvangen van regenwater in de enorme waterreservoirs die zich onder het oppervlak bevinden. Aan de hoofdingang van het park werd een hoge muur gebouwd om de bewoners van dit afgelegen gebied een veilig gevoel te geven. Naast de ingang werd een portierswoning gebouwd en een kantoortje ( het gebouwtje met het kruis bovenop). Net achter de ingang leiden de drakenfontein en de waterval, ontworpen in kleurrijk mozaïek door Jujol, naar het plein. Het dient gezegd dat Gaudí bij dit project erg veel hulp kreeg van zijn assistenten. Jujol ontwierp veel van de decoratieve elementen, zoals de fontein en de slingerbank. Berenguer hield zich bezig met de berekeningen en de praktische beslommeringen en ontwierp Casa Gaudí, de woning waar Gaudí verbleef tijdens de aanleg van het park. Het overdekte marktplein wordt gevormd door 100 Griekse Dorische zuilen, die voor een mysterieuze atmosfeer zorgen en als fundering van het bovenplein dienst doen. Het openluchttheater wordt afgebakend door een gigantische slingerbank, die volledig bedekt is met spectaculaire mozaïekpatronen. De vorm van de bank werd gebaseerd op de plaastern afdruk van een liggende man. Alleen al het bouwen en versieren van de bank duurde vijf jaar, maar het is dan ook een meesterwerk. Hoewel het de bedoeling was een volledig dorp uit te bouwen, werden maar drie woningen voltooid. Het project Parc Güell liep op een mislukking uit omdat onvoldoende investeerders gevonden werden. Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak hield het bouwen definitief op. Het park bleef privébezit van de familie Güell, tot de erfgenamen het tijdens de jaren 20 schonken aan de gemeenschap om er een publiek park van te maken. Locatie: Carrer d'Olot, Barcelona. |
|
1883 - 1926... (nog
steeds onvoltooid) In 1869 wou de zakenman Bocabella een kerk, school en opvangtehuis stichten voor de arbeiderskinderen. Daarom werd de kerk tot 1900 "de kathedraal van de armen" genoemd, maar toen rond 1905 de middenklasse invloedrijker werd, maakte men van de kathedraal het symbool van Barcelona. De kerk was eigendom van "de geestelijke vereniging van volgelingen van Sint Jozef". De bouw werd (en wordt nog steeds ) gefinancierd met giften van particulieren. In de jaren dertig nam het aantal donateurs beduidend af, zelfs in die mate dat de voortgang van de bouw in gevaar kwam. Gaudí was niet de eerste, maar zeker ook niet de laatste architect die aan dit gigantische bouwwerk meewerkte. Stadsarchitect Fransesc Paula del Villar werd in 1882 aangesteld om de kathedraal te ontwerpen, maar reeds na de bouw van de neogotische crypte trok hij zich terug uit het project, en in 1883 nam Gaudí de werken over. In een eerste stadium werkte hij de crypte en het koor dat de Villar begonnen was af. Het was pas jaren later dat Gaudí's persoonlijke stijl begon te overheersen. Gaudí stortte zich volledig op de bouw van de kathedraal, die tevens zijn laatste project zou worden. In zijn atelier in de crypte van de kerk woonde hij tussen schaalmodellen en plannen. De natuur en religie vormden zijn belangrijkste inspiratiebronnen en hij wou de natuur minutieus en exact nabootsen. Zijn assistenten maakten daarom honderden foto's, tekeningen, en schaalmodellen van de vormen van dieren, planten en mensenlichamen. Hij wou in elk deel van de kerk een ander thema verwerken. De drie belangrijkste gevels beelden geboorte, passie en dood en verheerlijking uit. De twaalf voorziene torens (één voor elke apostel) zijn 107 meter hoog en bestaan uit verticale ribben die bijeen gehouden worden door horizontale ringen. De torenspitsen zijn echte kunstwerken in beton, ingelegd met mozaïek en gekleurd glas. Elke gevel, elk onderdeel van de kathedraal kan als een op zichzelf staand project beschouwd worden, zo groot zijn de verschillen en zo enorm is alles in detail uitgewerkt. De Nativitygevel bijvoorbeeld zit vol details, zoals de uitbeelding van het bloedbad der onschuldigen, maar als je vanop afstand kijkt vallen vooral de golvende, varenachtige vormen op die zich rond het portaal slingeren. Gaudí kon de crypte, het koor en de Nativitygevel afwerken. Een toren was klaar net na zijn dood, de andere drie snel daarna. Enkele jaren na zijn dood in 1926, kwamen er onvoldoende giften van de financiers en werd de bouw stilgelegd. De brand in 1936 vernietigde de meeste van Gaudí's plannen en schetsen, wat de werkzaamheden voor zijn opvolgers zou bemoeilijken. Vanaf 1940 kwamen de werken terug op gang en zijn tot op heden nog altijd bezig. Momenteel zijn acht van de twaalf torens afgewerkt. Eén van Gaudí's opvolgers is de architect Subirachs, maar zijn vrij banale werk is zeer omstreden. Of de kathedraal ooit af zal geraken is een open vraag, het project is buitensporig geldverslindend, maar vooral is het onafgewerkte gebouw zo'n mythe geworden, dat de kans op voltooiing klein geacht wordt. Gaudí zou het waarschijnlijk verschrikkelijk gevonden hebben dat zijn Sagrada Familia een commerciele toeristenattractie geworden is en niet het verheerlijkende symbool van zijn religie. Locatie: Plaça de La Sagrada Familia, Barcelona. |
|
INDEXSTADSDELEN MUSEAMODERNE KUNSTPRAKTISCHE INFO FOTO'S
http://geocities.datacellar.net/zibkip | Contact