|
Begrippen uit de zevende kunstDat film meer is dan louter beeldmateriaal zal wel tot iedereen doorgedrongen zijn. Hoe het materiaal er komt en wie er allemaal nodig is om een film in te blikken, zijn vragen die echter meestal onbeantwoord blijven. Vandaar een reis langs enkele begrippen. Achtergrond projectie is een methode waarbij een handeling plaatsvindt voor een scherm waarop een filmbeeld wordt geprojecteerd. Zo kan bijvoorbeeld, eenvoudiger dan op lokatie, in de studio een close-up van een paardrijdende acteur worden opgenomen. De art director is iemand die verantwoordelijk is voor de aankleding van een film. Dat slaat zowel op de decors als de costuums. Een best boy is de algemene assistent op de filmset. Hij staat de regisseur bij in allerlei kleine opdrachten. Een open terrein bij of achter een studio, waar buitenopnamen worden gemaakt, heet een backlot. Het nabouwen van bijvoorbeeld bepaalde voorgevels is meestal veel goedkoper dan op lokatie te filmen. De director of photagraphy is verantwoordelijk voor de belichting en het camerawerk. Meestal wordt hij gewoon de cameraman genoemd. Bij de eigenlijke opnamen echter raakt de director of photography de camera niet aan. Dat wordt gedaan door de camera operator. Al het materiaal dat opgenomen is tijdens het maken van een film of scene, noemt men footage of ook wel metrage. Stock footage is beeldmateriaal dat bij gespecialiseerde bureaus kan worden besteld. Het veel voorkomende beeld van een landende of opstijgend vliegtuig is stock footage dat bijna dagelijks op TV te zien is. De gaffer houdt zich bezig met alle elektrische apparatuur op de filmset. De grip is een persoon die diverse werkzaamheden verricht, zoals timmerwerk en het aanleggen van rails (nodig voor het rijden van de camera). De key grip is de voorman van een ploeg grips. Het beeldmateriaal monteren is een van de belangrijkste zaken om uiteindelijk tot een degelijk afgewerkte film te komen. Verschillende opnamen worden aan elkaar gelast tot scenes en tenslotte tot de film. De overgangen van de ene opname naar een andere kunnen vloeiend verlopen of opzettelijk botsen. De bedoeling van de regisseur primeert. De montage gebeurt door de cutter of editor. De second unit is een opnameploeg die zich toelegt op het filmen van actie- en locatiewerk. De aanwezigheid van de regisseur en de belangrijkste acteurs is niet onmiddellijk vereist. Om geldelijke redenen werkt de second unit crew vaak gelijktijdig met de main unit aan een film, onder leiding van de second unit director, een stunt- coordinator en in sommige gevalllen onder de regie van een assistent- regisseur. Uiteraard is slechts een greep uit de rijke taalschat van de filmwereld besproken. Termen als swashbuckler, soft-focus, sleeper en schmieren vielen voorlopig uit de boot en zijn wellicht voor een volgende keer. |
|