|
Het einde van een boegbeeldDe speciale effecten industrie is momenteel in diepe rouw. Deze week werd immers besloten dat Boss Film Studio's, een van weinige fx-giganten (naast Industrial Light and magic, Digital Domain, VIFX en Dream Quest Images) de deuren gaat sluiten. Voor niet-insiders lijkt het sluiten van een fx-huis een nogal eigenaardige beslissing, want is niet iedere Hollywoodfilm een effectengedrocht? Je zou dus verwachten dat het geld in dergelijke productiefabrieken binnenstroomt, zeker als je ziet hoe de grote spelers nog steeds agressief op zoek zijn naar echt talent. Maar jammer genoeg is Boss geen alleenstaand geval. Een tijdje geleden moest ook Buena Vista Visual Effects, het effectenhuis van Disney, de deuren sluiten. Een nogal dubieuze beslissing want Disney kocht meteen Dream Quest Images op. Enkele weken geleden werd ook Warner Digital ontbonden, terwijl Blue Sky Studio's deze week door VIFX werd overgenomen. Volgens waarnemers zullen enkel de heel grote huizen die elk soort effect aankunnen (van poppen en miniaturen tot state of the art computeranimatie) en de heel gespecialiseerde effectenhuizen deze strijd overleven. De middelgrote huizen lijken wegens te grote vaste kosten ten dode opgeschreven. Met Boss verdwijnt voorlopig ook een van de grote levende fx-genieen van het toneel: Richard Edlund. De man stond samen met John Dykstra aan de basis van de baanbrekende effecten van Star Wars, en wist tijdens zijn succesrijke periode bij Industrial Light and Magic vier felgegeerde oscars voor Beste Visuele Effecten binnen te rijven. Maar ook op zuiver technisch vlak wist hij zich meermaals te onderscheiden. Toen Richard Edlund na Return of the Jedi (1983) bij Industrial Light and Magic wegging, richtte hij zijn eigen firma op: Boss Film Studio's en kon hij onmiddellijk aan twee zwaar beladen effectenfilms beginnen: Ghostbusters (1984) en 2010 (1984). Boss was in die tijd naast Apogee (van die andere ILM-aluminus John Dykstra) zowat de enige echte concurrent van ILM. Voor deze beide eerstelingen kreeg Boss een oscarnominatie, maar moest zijn meerdere herkennen in ILM die voor Indiana Jones and the Temple of Doom met het gegeerde kleinnood ging lopen. Alhoewel men met 2010 reeds de eerste digitale stappen had gezet zou het nog tot Alien³ (1992) duren vooraleer er een echte computer graphics afdeling kwam. Alien³ was een echt keerpunt in de geschiedenis van de firma, want het was ook de eerste film waarin men de eerste digitale compositie maakte, en het was ook de laatste film waarvoor men nog optisch werkte. In tegenstelling met de meeste andere FX-huizen die VistaVision camera's gebruikten om de effecten op te nemen opteerde men bij Boss voor 65 mm camera's. Het werd hun handelsmerk, en ze maakten er onder andere de effecten mee voor Poltergeist II (1985), Solarbabies (1986) en Masters of the Universe (1987). In 1988 werkten ze mee aan het megasucces Die Hard en voor Ghost (1990) maakten ze een aantal van de meer bovennatuurlijke effecten. Sinds 1992 leek de firma met een stevig tegenoffensief bezig, want voor Alien3 (1992) en Batman Returns (1992) waren er opnieuw oscarnominaties en daarna was er nog Last Action Hero (1993) en Cliffhanger (1993 en opnieuw een nominatie). Ook 1994 bleek wel een zeer vruchtbaar jaar met True Lies, The Scout, The Specialist en Drop Zone. In 1995 mochten ze meehelpen aan het Costner-debacle Waterworld, Outbreak en de Alien-kloon Species. Voor deze laatste film experimenteerde men met motion-capture, een techniek waarbij men de beweging van een met sensoren uitgeruste pop of bewegingsartiest omzet in computergegevens. Jammer genoeg konden de computereffecten in Species echter helemaal niet overtuigen. Sinds 1989 maakte de firma ook een aantal (trouwens zeer succesvolle) reclamespots, terwijl men zich ook aan live action fotografie waagde. Onder het visionaire leiderschap van Edlund waagde men zich ook op de steeds succesvollere markt van de themafilms. 1n 1991 was er het drieluik rond 'Noah' (voor de Japanse markt), en voor de expo in Zuidkorea maakt men een 4 1/2 minuut durende motion-based simulation film. Met de knappe effecten uit Multiplicity (1996) leek Boss terug te kunnen meespelen met de grote jongens, en ook deze zomer konden ze uitpakken met een grote film: Air Force One. Maar blijkbaar waren de cijfers machtiger dan de artistieke krachten, en moest Richard Edlund de handdoek in de ring werpen. Hun werk voor Starship Troopers zal dan ook postuum zijn. De filmografie van Boss ziet er als volgt uit:
|
|