MIDDEN-AMERIKAToen de Spanjaard Cortes in 1518 met zo'n 600 man infanterie in Mexico aankwam, moet hij de schrik van zijn leven hebben gekregen. De daar wonende Azteken (weer een teken) offerden mensen en aanbaden de slang. Aanvankelijk werd Cortes aan gezien voor de wedergekeerde god Quetzalcoatl of "gevederde slang". Quetzalcoatl had vogens de overlevering net als Cortes een witte huid en een baard. De oorspronkelijke Amerikaanse Indianen hadden geen baardgroei. De bedoelingen van Cortes waren echter heel wat minder goddelijk. In een Azteekse kroniek staat: "Cortes vraagt om goud ("want ik en mijn metgezellen lijden aan een innerlijke ziekte die met goud te genezen is")." De Azteken werden door omliggende volken gehaat vanwege hun talrijke mensenoffers. Per jaar werden er, naar schatting van archeologen, zo'n 50000 mensen ter dood gebracht door bij hen het hart uit te rukken. De ontzielde lichamen werden vervolgens van de piramidewanden gesmeten. Cortes was in staat deze omliggende volken aan zijn kant te krijgen, met de bedoeling de Azteken met geweld te verslaan. Tot nu toe is het altijd een raadsel gebleven hoe een handvol Spanjaarden met wat inheemsen, dit machtige Aztekenvolk hebben kunnen verslaan. Mijn galactische speurneus kwam in een kroniek de volgende passage tegen: "10 augustus 1521 (4-wind): Wanhoopsaanval van Tlapalteccatl Opuchtzin met de veldtekens en wapens van Ahuitzotzin, Cuauhtemocs vader, en met de heilige wapens van Huitzilopochtli; paniek onder de Tlaxcalteken! Gevangenen en krijgsbuit door de Azteken op hen heroverd. ll augustus (5-huis, twintigste dag van Bloemen worden gegeven): Cortes vraagt Cuauhtemoc weer te onderhandelen, doch die komt niet. Vuurbol boven Tepeyacac verplaatst zich tot recht boven de belegerden. 12 augustus (6-hagedis): onderhandelingen door Azteken gerekt. 13 augustus (7-slang): overgave. Azteekse regering gevangengenomen." Ik heb het vermoeden dat deze UFO (en goddelijk ingrijpen?), die de wereldgeschiedenis veranderde, nog niet eerder is ontdekt. (Bron: De oorlog tegen de goden - Rudolf van Zantwijk, Meulenhoff) De Azteken hadden hun religie overgenomen van de Maya's (eerste t/m achtste eeuw v. Chr.). Onder de Maya's was het offeren van mensen echter ook gebruikelijk. In de eerste eeuw n. Chr. begonnen de Maya's (of hun goden) ineens met het bouwen van piramides, tempels en paleizen. Net als de piramides te Gizeh in Egypte en de piramides van China, zijn de piramides van de Zon (grondoppervlak 225 bij 225 meter en oorspronkelijk 75 meter hoog) en die van Cholula bovennatuurlijk groot. Rond het jaar 800 werden ineens alle grote steden met hun imposante bouwwerken verlaten. De Maya's namen zelfs de moeite om tempelgebouwen vol te storten met enorme hoeveelheden puin. Waarom ze dit deden is nog steeds een raadsel. Omdat de Spanjaarden van mening waren dat ze met een satanische religie van doen hadden, besloten ze alle geschriften te vernietigen. Dit is dan ook de reden dat we vrij weinig weten over de Midden-Amerikaanse geschiedenis en hun godsdienstige inzichten. De scheppingsgod was Hunab Ku, Itzamna bracht de mensen beschaving bij, Palenque was de zonnegod, Copan was de maisgod, Yaxchilan was de slangegod, Chac was de regengod, maar het belangrijkst scheen de wind- en vegetatiegod Quetzalcoatl te zijn. Centraal stond vooral het complexe kalendersysteem. De cycli van de zon, Venus, Orion, en met name de Plejaden werden nauwkeurig bijgehouden. Aan de hand van kalenders kon men de toekomst voorspellen, en zelfs de goden waren aan het mechanisme van de tijd gebonden. De grootste tijdeenheid was 104 jaar (een eeuw), de helft hiervan was 52 jaar (een schoof). Na elke periode van 52 jaar hield men de Plejaden angstvallig in het oog. Als de Plejaden stil en bewegingsloos aan de hemel zouden blijven staan dan zou de wereld vergaan. Na dit spannende moment werden overal de vuren gedoofd, om met veel feestgedruis de nieuwe vuren weer te ontsteken. De afbeelding van de Plejaden bestond uit negen sterren met daaromheen nog eens zeventien andere sterren. Quetzalcoutl of "gevederde slang" verbond men met de Plejaden en Venus. Overigens verbonden ook de Cherokee's, Navajo's en Inka's hun lot aan de Plejaden. In de Noord-Amerikaanse totempalen zijn volgens mij afbeeldingen van "de Greys" (een E.T.-soort) verwerkt. In de Annalen van Cuauhtitlan staat: "In dit jaar 1 Riet (3114 v. Chr. en het begin van de Mayakalender)...Nadat hij (Quetzalcoatl) zijn kledij had aangetrokken, nam hij uit vrije wil plaats in het vuur...En men beweert dat toen hij in brand stond, zijn as omhoog steeg en allerlei soorten zeldzame vogels verschenen en men zag dat ze opstegen naar de hemel...En nadat hij tot as was geworden steeg het hart van de Quetzalvogel op, men zag en wist dat het de hemel binnenging. De oude mannen zeiden dat hij Venus was geworden." De hemelvaart van Jezus heeft hier wel erg veel van weg (Hand. 1:9-10). In de Latijnse Codex uit het Vatikaan staat dat de Azteken de wereldgeschiedenis onderverdeelden in vier tijdperken of "zonnen". Het eerste tijdperk duurde 4008 jaar en werd vernietigd door een zondvloed. De mensen waren reuzen en aten mais. Een paar mensen wist zich te redden door in een boom te klimmen. Een andere versie heeft het over zeven paren die zich in een grot verscholen. De mensen veranderden in vissen om zich tegen het water te beschermen. De vrouw van de god Tlaloc met de naam Chalchiuhtlicue regeerde over dit tijdperk. Het tweede tijdperk duurde 4010 jaar en werd vernietigd door wind en storm. De mensen veranderden in apen en klemden zich vast aan bomen. Een man en een vrouw overleefden de vernietiging door op een rots te gaan staan. Het derde tijdperk duurde 4081 jaar. De wereld werd geregeerd door de god van het vuur. Het vierde tijdperk begon in 3114 v. Chr. en zal op 22 december 2012 aan zijn eind komen. In de beroemde grafplaat van Palenque (sarkofaagdeksel van de zonnevorst Pacal die in 683 n. Chr. stierf) zijn de vier tijdperken en hun goden verwerkt. De voorstelling in zijn geheel lijkt verdacht veel op een astronaut in een ruimteschip. Mijn galactische speurneus heeft alweer een leuke ontdekking gedaan. De stad Teotihuacan werd rond 800 ineens verlaten. Overal in die stad werden door archeologen brandsporen aangetroffen. De god van hemels vuur en regen regeerde in die periode. De meeste mensen zullen hier niet aan willen: maar voor mij is duidelijk dat de vierde periode door goddelijk ingrijpen rond 800 aan zijn eind kwam. Bovendien bestaan er ook versies van de Mayakalender die het over vijf periodes hebben. Niet alleen Teotihuacan (stad der goden) werd toen verlaten, maar bijna alle (duivelse) steden. Deze stad had vermoedelijk rond de 200000 inwoners, en deze verdwijnen natuurlijk niet zomaar even voor niets! De Maya's hadden hun religieuze inzichten van de Olmeken of Proto-Maya's. Van deze beschaving weten we vreemd genoeg (als we de overleveringen serieus nemen is het helemaal niet zo vreemd) bijna niets. Bij archeologische opgravingen zijn er wel stenen hoofden van drie bij drie meter gevonden. Het is duidelijk dat deze minimaal 3000 jaar oude hoofden geen Indianen waren. Archeologen denken dat het Aziaten waren, die de oorspronkelijke bevolking van Amerika vormden. Met die grote dikke lippen en die brede platte neuzen kan ik mij daar persoonlijk niets bij voorstellen. Een andere archeologische ontdekking die nogal tot de verbeelding spreekt zijn de twee ongeveer 3600 jaar oude kristallen schedels. Het polijsten ervan moet met de toen beschikbare technieken naar schatting 150 jaar hebben geduurd. Het doel of functie van deze schedels is onbekend. Rond 1940 ontdekte men vanuit de lucht de 2000 jaar oude reuzentekeningen van Nazca in Peru. De enorme tekeningen in de woestijn stellen allemaal dieren voor, die alleen vanuit de lucht hun voorstelling prijsgeven. Over de hele wereld vinden we dergelijke tekeningen, maar de tekening van Tarapaca in Chili is wel heel bijzonder. De afbeelding van een man loopt over een berg heen. Zonder aanwijzingen vanuit de lucht kan deze tekening nooit zijn ontstaan. Alleen vanaf een bepaald punt in de lucht krijgt de tekening zijn juiste perspektief. Een ander mysterie zijn de wegen die de Pre-Inka's in Peru hebben aangelegd. Deze wegen lopen dwars door bergrotsen en zijn nu nog in gebruik. De Spanjaard de la Vega heeft de overleveringen van de Inka's opgeschreven. De zon, de voorvader van de mensheid, had medelijden met de mensen en zond Manco Copac en Mama Ocllo om de mannen landbouw en de vrouwen weeftechnieken te leren. De Peruanen ontvingen de "Kinderen van de zon" en stichtten de stad Cuzco. Ook dit waren witte mannen met baarden. Een bloedonderzoek uit 1952 toonde aan dat een mummie uit het British Museum een bloedgroep had die niet (meer) op aarde voorkomt. Het betrof hier een oude Inka-koning. De Inka's hadden een door de staat geleide economie en kenden geen geld. De geschiedenis en religieuze inzichten van de Quiche-Indianen zijn onder druk van de Spaanse overheersers in de Popul Vuh opgeschreven. In de achttiende eeuw kreeg de Popul Vuh van de oorsprokelijke bevolking van Guatamala zijn definitieve vorm. Hierin staan de geschiedenis, de oorsprong en de koninklijke dynastieen van de Quiche-Indianen beschreven. "In het begin dwaalde Hurakan rond op de grote watermassa in een diepe oerduisternis." Na de schepping van de dieren besloten de goden mensen te maken die in staat waren "de naam van de goden uit te spreken, hen te verzorgen en te voeden" met gebeden en offers. De mensen begonnen zich oneerbiedig te gedragen en de goden besloten de mensen door een zondvloed te vernietigen. Een aantal mensen wist te ontkomen en daaruit zijn de apen ontstaan. Uit maispasta maakten de goden de vier voorouders van de huidige mensen. Over de goden staat er: "Ze slaagden er in om alles te weten dat er te weten valt op de wereld. Als ze keken, zagen ze onmiddelijk alles wat er zich om hen heen bevond, ze dachten om beurten na over de hemelboog en de ronding van de aarde, zij konden ook het grote en het kleine in de hemel en op aarde zien, ze zagen alle dingen zonder dat ze zich hoefden te verplaatsen." HET MAZDEISMEZaratoestra was afkomstig uit de streek Herat in Afganistan en leefde rond 1000 v. Chr. Als priester was hij daar in de functie van Zoatar belast met het offeren en het zingen van hymnen voor "de Heer". Al snel begon hij zijn eigen hymnen en gebeden te maken. In een poging om een officiele status voor zijn religie te verwerven, kwam hij terecht bij de Perzische vorst Vishtaspa. Deze deelde zijn twijfels over bloedige offers, ritueel formalisme, veelgodendom en lage morele waarden met Zaratoestra. De oorspronkelijke versie van de Avesta stamde uit de dertiende eeuw v. Chr., en samen met de leer van Zaratoestra werd dit later de officiele staatsgodsdienst. Het was de gewoonte dat priesters de Avesta en de hymnen en gebeden van Zaratoestra uit het hoofd leerden. Onder andere door Alexander de Grote en de islamieten zijn de originele geschriften vernietigd. De huidige Avesta dateert uit de veertiende eeuw en omvat slechts een fractie van het origineel. In de Avesta staat dat er in het begin goede en kwade geesten waren. "Van hen stemden noch het denken overeen, noch de leer, noch de geest, noch de geloften, noch de woorden noch de handelingen, noch de wetten, noch de zielen." (Gatha 44:2) Ahura Mazda, de Wijze Heer, is de opperste God, de absolute goedheid, wijsheid en kennis. Hij is tegenstander van al het kwaad en leed.De Avesta is een tussenvorm tussen de Bijbelse Heer en Zijn Engelen en het meergodendom. Ahura Mazda heeft meerdere "hulpgoden", evenals de vertegenwoordiger van het kwaad Angra Mainjoe, de duivel. Angra Mainjoe zal aan "het einde der dagen" verslagen worden. Ardvi Soera Anahita is de godin van alle wateren op aarde, en de bakermat van de kosmische oceaan. Zij berijdt een stijdwagen en is ook de godin van de vruchtbaarheid en oorlog. "En toen verscheen Ardvi Soera Anahita ten tonele, oh Zarathustra! Omlaag van die sterren naar de door Mazda geschapen aarde." (Jasjt 5:91) "Van edele geboorte en roemrijk ras, gehuld in een geheel met goud bestikte jas, op haar hoofd bond zij een gouden kroon, met honderd sterren van elk acht stralen." (Jasjt 5:126-8) Verethragna is de god-krijgsman en kan tien verschillende gedaanten aannemen. "Hij is de drager van de strijdwagens der heren en van die der vorsten."(Jasjt 14:39) Mithra is de god van het verbond, de afspraak en de overeenkomst. Ook gaat hij over de jaargetijden, het vuur en de zon. Om die reden raakte hij bekend als de zonnegod. Vajoe is de god van de wind en jaagt de boze geest na. Tisjtrya is de regengod en wordt voorgesteld als de ster van Sirius of Canis Maior. Zijn tegenstanders zijn de heks Doezjaira (slechte oogst) en Apaosja (droogte). Atar is de zoon van Ahura Mazda en neemt de vleesoffers in ontvangst. Het heilige vuur dient altijd voor Atar te blijven branden, om op die manier duisternis en kwaad te bestrijden. Haoma is de god van gezondheid, kracht en rijke oogsten. In de schepping van de wereld werd als eerste de hemel geschapen. Vervolgens eerst het water en daarna de aarde. Hierna werden de planten en dieren geschapen, en als laatsten de mens en het vuur. Oorspronkelijk was de aarde een platte schijf waaruit de bergen groeiden. De Iraanse berg Alburz, Hara of Harburz was de eerste berg ter wereld. Deze deed er 800 jaar over om met zijn wortels diep in de bodem te raken en om met zijn top in de hemel te komen. De wereld was in zeven gebieden verdeeld, en in het midden lag het door mensen bewoonde Chvaniras. De eerste mens was Gajomartan die even breed als lang was en zo "helder als de zon". Gajomartan werd door Angra Mainjoe gedood, maar de zon louterde zijn zaad en na veertig jaar groeide hier een rabarberplant uit. Hieruit groeiden Masja en Masjanag, de eerste man en vrouw. De eerste tweeling die zij baarden aten Masja en Masjanag zelf op, de tweede tweeling bracht het menselijk ras voort. Ze begonnen Angra Mainjoe als schepper te vereren. In het midden van de Voeroekasja-zee stond de Saenaboom en de oerboom van alle bomen en planten. In deze boom had de Saena, Senmurv of Simurgh-vogel haar nest. Deze grote valk zat in de top van de Boom aller Zaden en verspreidde de zaadjes door te klapwieken. De vis Kara had als taak de Boom aller Zaden te beschermen tegen schadelijke wezens. Tot zo ver het scheppingsverhaal van de Avesta. De Avesta gaat verder met beschrijvingen van mythologische koningen. De grootste held was koning Jima, die na zijn dood de koning der doden werd. Nadat hij 300 jaar geregeerd had raakte de wereld overvol. Met zijn gouden stok en zweep maakte hij de wereld groter. Na 600 en 800 jaar moest hij dit herhalen. In het verhaal over Zahbak die in een door de duivel opgezette val loopt, komen we een oude bekende uit de Koran tegen: "Ten slotte kwam Iblis (de duivel) persoonlijk toegesneld". (I,v.32:33) De Boom des Levens lijkt regelrecht uit de Avesta te zijn overgenomen. De Avesta lijkt op zijn beurt weer op de Rigveda uit India. ook de Avesta heeft weer een zondvloedverhaal. Op bevel van Ahoera Mazda groef Jima een grot waarin voor de mensen nuttige planten en dieren werden opgesloten. Uit vermoedelijk 2000 v. Chr. stamt het Mesopotamische epos Atrahasis. Hierin staat beschreven dat "toen de goden nog mensen waren" zij in hun eigen onderhoud moesten voorzien. De mensheid werd geschapen om daarin verlichting te brengen. Deze eerste mensen waren zo opstandig dat de goden besloten ze te vernietigen met een zondvloed. Alleen Atrahasis, de Babylonische Noach, wist te ontkomen in zijn ark. Volgens het eveneens Mesopotanische epos over koning Gilgamesh bracht deze koning tijding van voor de zondvloed: "Hij zag alles tot aan het eind der wereld, kende het heelal en doorgrondde alle geheimen." In het epos van Gilgamesh staat over de zondvloed: "Een zwarte wolk verrees uit de diepten der hemel. Alles wat licht was verkeerde in duisternis en geen mens ziet de ander meer. De hemelbewoners kennen elkaar niet meer. De goden (of duivels?) vreesden de overstroming. Zij vluchtten en begaven zich naar de hemel van Anoe." |