OPENBARING VANAF HOOFDSTUK 13Hoofdstuk 13: "En ik zag uit de zee een beest opkomen met zeven hoofden en tien horens; en op zijn horens waren tien koninklijke hoeden (kronen), en op zijn hoofden stond een naam van godslastering. En het beest dat ik zag leek op een panter (luipaard), en zijn voeten waren als de voeten van een beer, en zijn mond als de mond van een leeuw; en de draak gaf hem zijn kracht, troon en grote macht. En ik zag een van zijn hoofden als dodelijk gewond, en zijn dodelijke wond genas; en de hele aarde ging het beest met verbazing achterna. En zij aanbaden de draak die het beest macht gegeven had: en zij aanbaden het beest zeggende: Wie is gelijk aan dit beest en wie kan er oorlog tegen voeren? En het werd een mond gegeven om grote dingen en godslasteringen te spreken; en het werd macht gegeven om dit te doen twee en veertig maanden. En het opende zijn mond tot lastering tegen God om Zijn Naam te lasteren, en zijn tabernakel, en die in de hemel wonen. En het werd macht gegeven om oorlog te voeren tegen de heiligen, en om die te overwinnen; en het werd macht gegeven over alle geslachten, talen en volken. En allen die op de aarde wonen zullen het aanbidden, welke namen niet zijn geschreven in het boek van de levens, van het Lam dat geslacht is, van de grondlegging van de wereld. Indien iemand oren heeft, die hoort. Wie tot de gevangenis wordt veroordeeld, die gaat zelf in de gevangenis; indien iemand met het zwaard zal doden, die moet zelf met het zwaard worden gedood. Hier blijkt de volharding en het geloof van de heiligen." Misschien staat dit (knotsknettergekke) beest voor de verschillende ideologieen die tot elkaar komen via de democratie. Ook dit beest is, net als alle andere beesten m.u.v. het Lam en het witte paard, een onderdeel van ons leerproces en duivels van aard. Door de tekstherhaling van "wie is gelijk aan dit beest/ deze stad" (13: 4 en 18: 18) valt op te maken dat dit beest en de grote hoerenstad Babylon (Baby-(al-)L-on) gelijk zijn aan elkaar. Langs democratische weg is Babylon aan zijn kapitalistische macht gekomen. En "het beest lasterde die in de hemel wonen" kan betekenen dat alle buitenaardsen vervloekt zullen worden. Deze periode van 42 maanden lijkt een overlapping met "de heidenen zullen de heilige stad 42 maanden onder de voet lopen" van hoofdstuk 11. Vers 11 gaat verder met: "En ik zag Een ander beest uit de aarde opkomen, en het had twee horens als van het Lam, en het sprak als de draak. En het oefent al de macht van het eerste beest in diens tegenwoordigheid uit. En het doet de aarde en die er op wonen, het eerste beest aanbidden wiens dodelijke wond genezen was. En het doet grote tekenen, zodat het ook vuur uit de hemel doet afkomen voor de mensen op aarde. En het verleidt degenen die op de aarde wonen door de tekenen, die hem gegeven zijn te doen in de tegenwoordigheid van het beest. En het zegt tot degenen die op de aarde wonen dat zij voor het beest, dat de wond van het zwaard had en weer leefde, een beeld moeten maken. En het werd macht gegeven om het beeld van het beest een geest te geven, zodat het beeld van het beest ook zou spreken, en maken dat iedereen die het beeld van het beest niet zou aanbidden gedood moest worden. En het maakt dat aan alle kleinen en groten, rijken en armen, vrijen en slaven, een merkteken gegeven wordt aan hun rechterhand of aan hun voorhoofden. En het maakt dat niemand mag kopen of verkopen, dan wie dat merkteken heeft, of de naam van het beest, of het getal van zijn naam. Hier is de wijsheid: wie het verstand heeft berekent het getal van het beest; want het is het getal van een mens, en zijn getal is zeshonderdzesenzestig (666)." In hoofdstuk 5 staat dat de "horens" staan voor "geesten van God"; de draak sprak godslasterlijk en hierdoor kunnen we concluderen dat dit beest de beschikking heeft over buitenaardse technologie. Dit beest "doet grote tekenen en kan het vuur uit de hemel laten komen". Het meest vereerde beest of symbool is op dit moment de adelaar. Toch staat dit beest vermoedelijk voor het vale paard of het getal en de naam 666. Het valt aan te nemen dat Johannes heel goed wist dat de adelaar het symbool van het Romeinse rijk was. Het getal 666 kunnen we vervangen door Hebreeuwse medeklinkers, en op die manier komen we uit op de naam van keizer Nero. Er bestaat ook een theorie die stelt dat 666 zou staan voor paard. De vier dieren uit hoofdstuk vier hadden elk zes vleugels: 4x6=24 ouderlingen. De tekst "de wijsheid wie het verstand heeft" komen we ook tegen in hoofdstuk 17, vers 9: "het beest was, is niet en zal er toch zijn". Dit "merkteken" staat vermoedelijk ook voor een onderhuidse microchip, zonder welke "niemand mag kopen of verkopen": de Nieuwe Wereldorde o.l.v. Satan en/ of zijn engelen! Hoofdstuk 14: "En ik zag, en zie, het Lam stond op de berg Sion, en met hem honderdvierenveertigduizend (144000), met de Naam van Zijn Vader geschreven aan hun voorhoofden. En ik hoorde een stem uit de hemel als een stem van vele wateren, en als de stem van een grote donderslag. En ik hoorde een stem van citerspelers, spelende op hun citers. En zij zongen een nieuw gezang voor de troon, en voor de vier dieren, en de ouderlingen; en niemand kon dat gezang leren dan de 144000, die van de aarde gekocht waren. Dezen zijn het die niet met vrouwen bevlekt zijn, want het zijn maagden; dezen zijn het die het Lam volgen, waar Het ook heengaat; dezen zijn gekocht uit de mensen, tot eerstelingen van God en het Lam. En in hun mond is geen bedrog gevonden; want zij zijn onberispelijk voor de troon van God. En ik zag een andere engel vliegen in het midden van de hemel, en hij had het eeuwige evangelie, om te verkondigen aan degenen die op de aarde wonen, en aan alle landen, geslachten, talen en volken; en hij zei met luide stem: Vrees God en geef Hem eer, want het uur van zijn oordeel is gekomen. En aanbidt Hem die de hemel, de aarde, de zee en de fonteinen van de wateren (waterbronnen] gemaakt heeft. En er is een andere engel gevolgd die zei: Zij is gevallen, zij is gevallen, Babylon, die grote stad, omdat zij alle volken heeft laten drinken van de wijn van de hartstocht van haar hoererij. En een derde engel is hen gevolgd die met een luide stem zei: Indien iemand het beest aanbidt en zijn beeld, en het merkteken ontvangt aan zijn voorhoofd of aan zijn hand, die zal ook drinken van de wijn van Gods toorn, die ongemengd ingeschonken is in de drinkbeker van Gods toorn. En hij zal gepijnigd worden met vuur en zwavel (sulfer) voor de heilige engelen en voor het Lam." Sion is een steenachtige heuvel waar het oostelijk deel van Jeruzalem op gebouwd was, en hier stond ook de tempel van Salomo. De kans is groot dat dit een uit de hemel gekomen ruimteschip is; in hoofdstuk 8 werd "iets als een berg van vuur brandende, in de zee geworpen". Die laatste berg was vermoedelijk een "hoofd of koning" van het beest waar de vrouw (of stad) uit hoofdstuk 17 op zit. Hieruit blijkt dat de hoofdstukken uit Openbaring niet in een chronologische volgorde achter elkaar zitten. In dit hoofdstuk kondigde een engel de val van Babylon aan en in hoofdstuk 17 bestaat de stad nog. De "citerspelers zongen een nieuw lied voor de troon, de vier dieren en de ouderlingen dat niemand anders kon leren zingen" wil zeggen dat de citerspelers inzichten hadden die andere christenen niet hadden: ze zijn "niet bevlekt met/ door buitenaardse vrouwen". Het is niet voor niets dat door de hele Bijbel heen "vliegende vrouwen" niet wilden deugen, en ook nooit een onderdeel uitmaakten van de Heer en Zijn Engelen! Vers 11 gaat verder met: "En de rook van hun pijniging gaat op in alle eeuwigheid, en zij hebben dag en nacht geen rust, die het beest aanbidden en zijn beeld, en indien iemand het merkteken van zijn naam ontvangt. Hier blijkt de volharding (lijdzaamheid) van de heiligen; hier zijn zij die de geboden van God bewaren en het geloof van Jezus. En ik hoorde een stem in de hemel die tot mij zei: Schrijf, zalig zijn de doden die in de Heer sterven vanaf nu. Ja, zegt de Geest, zodat zij mogen rusten van hun arbeid; en hun werken volgen hen na. En ik zag, en zie, een witte wolk, en op de wolk zat Een als de Mensenzoon gelijk, op Zijn hoofd heeft Hij een gouden kroon en in Zijn hand een scherpe sikkel. En een andere engel kwam uit de tempel, met een luide stem riep hij tot Degene die op de troon zat: Zend Uw sikkel en maai; want het uur om te maaien is nu gekomen, want de oogst van de aarde is rijp geworden. En Degene die op de wolk zat zond zijn sikkel op de aarde, en de aarde werd gemaaid. En een andere engel kwam uit de tempel die in de hemel is, ook hij had zelf een scherpe sikkel. En een andere engel kwam uit van het altaar, die macht had over het vuur; en hij riep met een luid geroep tot degene die de scherpe sikkel had: Zend uw scherpe sikkel en snijd de druiftakken af van de wijngaard van de aarde, want zijn druiven zijn rijp. En de engel zond zijn sikkel op de aarde en sneed de druiven af van de wijngaard van de aarde, en wierp ze in de grote wijnpersbak van de toorn van God. En de wijnpersbak werd getreden buiten de stad, en er kwam bloed uit de wijnpersbak, tot aan de teugels van de paarden, duizendzeshonderd (1600) stadien ver." Het lijkt alsof er drie "oogsten" zullen plaatsvinden; Jezus nam met zijn scherpe sikkEL de eerste oogst voor zijn rekening, de tweede engel uit de tempel de tweede, en de engel uit het altaar en van het vuur de derde oogst. Iedereen die het merkteken van het beest (Satan en de "Nieuwe Wereldorde")aanneemt zal eeuwig naar het vuur gaan. Vermoedelijk zullen het voor eeuwig slaven van Satan en zijn engelen worden. Het belangrijkste advies bij een buitenaards bezoek is om vooral lijdzaam te blijven, en om niet in haat of verzet jegens de bezetters te vervallen. Over het getal 1600 is goed nagedacht: 1600: 666= 2,4024024024... 1600: 66,66666666=24 1600: 24 = 66,666666666... 7,5 poortx 1600=12000 1600: 12 = 133,33333333... (zie 21: 6) 1600:144 = 11.111111111... 1600: 11.11111111=144 133.3333...+ll.llllll...=144.444444444... Hoofdstuk 15: "En ik zag een ander groot en wonderlijk teken in de hemel: namelijk zeven engelen die de zeven laatste plagen hebben; want hiermee is de toorn van God geeindigd. En ik zag iets als een glazen zee met vuur gemengd; en de overwinnaars van het beest, zijn beeld, zijn merkteken en het getal van zijn naam, welke stonden aan de glazen zee, en de citers van God hebben. En zij zongen het lied van Mozes, de dienstknecht van God, en het lied van het Lam, zeggende: Groot en wonderlijk zijn Uw werken Here, U almachtige God, rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, U Koning van de heiligen! Wie zou U niet vrezen Here, en Uw Naam niet verheerlijken? Want alleen U bent heilig; want alle volken zullen komen en U aanbidden; want Uw oordelen zijn openbaar geworden. En daarna zag ik, en zie, de tempel van de tabernakel der getuigenis in de hemel werd geopend. En de zeven engelen die de zeven plagen hadden kwamen uit de tempel, bekleed met rein en blinkend linnen en met gouden gordels om de borst: En een van de vier dieren gaf de zeven engelen zeven gouden schalen, vol met de toorn van God die in alle eeuwigheid leeft. En de tempel werd vervuld met rook uit de heerlijkheid van God, en uit zijn kracht; en niemand kan de tempel ingaan, voordat de zeven plagen van de zeven engelen geeindigd waren." De "glazen zee met vuur gemengd" staat vermoedelijk voor het moederschip Nieuw-Jeruzalem. De "tempel van de tabernakel der getuigenis werd in de hemel geopend" staat vermoedelijk voor het plein in het midden van het Nieuw-Jeruzalem, of anders voor een ruimteschip dat open ging. Jammer dat we niet mogen weten welk "van de vier dieren" de gouden schalen gaf. Hoofdstuk 16: "En ik hoorde een luide stem uit de tempel die tot de zeven engelen zei: Ga heen en giet de zeven schalen van de toorn van God uit op de aarde. En de eerste ging heen en goot zijn schaal leeg op de aarde; en er kwamen kwade en boze zweren aan de mensen die het merkteken van het beest hadden, en die zijn beeld aanbaden. En de tweede engel goot zijn schaal uit in de zee, en zij werd bloed als van een dode; en alle levende zielen stierven in de zee. En de derde engel goot zijn schaal uit in de rivieren en in de fonteinen van de wateren; en de wateren werden bloed. En ik hoorde de engel van de wateren zeggen: U bent rechtvaardig Here! Die is, die was en die zal zijn, dat U dit geoordeeld hebt. Omdat zij het bloed van de heiligen en van de profeten vergoten hebben, zo hebt U ook hun bloed te drinken gegeven; want zij zijn het waardig. En ik hoorde een ander van het altaar zeggen: Ja Here, U almachtige God! Uw oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig. En de vierde engel goot zijn schaal uit op de zon; en haar is macht gegeven de mensen te verhitten door vuur. En de mensen werden verhit door grote hitte, en lasterden de Naam van God die macht heeft over deze plagen; en zij bekeerden zich niet om Hem eer (heerlijkheid) te geven. En de vijfde engel goot zijn schaal uit op de troon van het beest; en zijn rijk werd verduisterd; en zij beten op hun tongen van pijn. En zij lasterden de God van de hemel vanwege hun pijnen, en vanwege hun zweren; en zij bekeerden zich niet van hun werken. En de zesde engel goot zijn schaal uit op de grote rivier de Eufraat; en zijn water droogde op, zodat de weg bereid zou worden voor de koningen, die van de opgang van de zon zullen komen. En ik zag uit de mond van de draak, en uit de mond van het beest, en uit de mond van de valse profeet, drie onreine geesten gaan als kikkers. Want het zijn geesten van duivels en zij doen tekenen welke uitgaan naar de koningen van de aarde en de wereld, om die te vergaderen voor de grote oorlog op die grote dag van de almachtige God. Zie, Ik kom als een dief. Zalig is hij die waakt en zijn klederen bewaart, zodat hij niet naakt wandelt en men zijn schaamte niet ziet. En zij verzamelden hen in de plaats, welke in het Hebreeuws Armageddon genoemd wordt. En de zevende engel goot zijn schaal uit in de lucht; en er kwam een luide stem uit de tempel van de hemel, van de troon, die zei: Het is geschied! En er kwamen stemmen, donderslagen en bliksems; en er kwam een grote aardbeving, zo was er nog nooit een geweest sinds er mensen op de aarde zijn geweest, zo hevig was deze aardbeving en zo groot. En de grote stad scheurde in drie delen en de steden van de heidenen zijn gevallen. En het grote Babylon werd voor God in gedachtenis gebracht, om haar de drinkbeker van de wijn van de toorn van Gods gramschap. En alle eilanden vluchtten weg en de bergen zijn niet gevonden. En een grote hagel, elk als een talentpond (ongeveer 40 kg) zwaar, viel neer uit de hemel op de mensen. En de mensen lasterden God vanwege de plaag van de hagel; want deze plaag was zeer groot." Ook dit hoofdstuk lijkt een uitnodiging te zijn om te gaan rekenen: Het beest uit hoofdstuk 13 had zeven hoofden (=bergen), tien horens en tien kronen: de "bergen verdwenen" en de stad (10) moeten we delen door drie = 3,3333333... De stad van "de mens met de naam 666" x 3.3333333..= 2220 (zie hoofdstuk 21) 3 x 666 = 1998 666 : 3,33333333..= 199,8 x 10 = 1998 Aan de hand van deze berekeningen zouden we kunnen opmaken dat het vierde paard (het vale met getal 666) in 1998 nederdaalt. Ook in hoofdstuk 21 lijkt het Toeval een loopje met ons te nemen. Hoofdstuk 17: "En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, kwam en sprak met mij, zeggende: Kom hierheen en ik zal u tonen het oordeel van de grote hoer, die daar zit op vele wateren; met welke de koningen van de aarde gehoereerd hebben, en die de aarde bewonen zijn dronken geworden van de wijn van haar hoererij. En hij bracht mij weg in een woestijn, in de geest, en ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest, dat vol was met godslasterlijke namen, en had zeven hoofden en tien horens. En de vrouw was bekleed met purper (paars of paarsrood) en scharlaken, en versierd met goud, edelstenen en parels, en had in haar hand een gouden drinkbeker vol van gruwelen, en van de onreinheid van haar hoererij. En op haar voorhoofd was een naam geschreven, namelijk Verborgenheid (een geheim); het grote Babylon, de moeder van de hoererijen en gruwelen van de aarde. En ik zag dat de vrouw dronken was van het bloed van de heiligen, en van het bloed van de getuigen van Jezus. En ik verwonderde mij toen ik haar zag, met grote verwondering. En de engel zei tegen mij: Waarom verbaast u zich? Ik zal u zeggen de verborgenheid (het geheim) van de vrouw en van het beest met de zeven koppen en tien horens, dat haar draagt. Het beest dat u gezien hebt, was en is niet; en het zal opkomen uit de afgrond en ten verderve gaan; en degenen die op de aarde wonen zullen verwonderd zijn (welke namen niet zijn geschreven in het boek van de levens van de grondlegging van de wereld), bij het zien van het beest, dat was en niet is, hoewel het is (zal zijn). Hier is het verstand dat wijsheid heeft. De zeven hoofden zijn zeven bergen waarop de vrouw zit." De "vrouw zat op vele wateren en op het scharlakenrode beest", en het lijkt alsof de wateren en het beest gelijk zijn aan elkaar. Dit beest heeft zeven hoofden (=bergen en koningen) en tien horens (geesten van God of Satan) en kan zowel de grote rode draak als het "panter-beer-leeuw-beest" van hoofdstuk 13 zijn. Het feit dat de vrouw op het beest zit kan betekenen dat het beest niet de kans krijgt om actief te worden, en het kan ook betekenen dat de vrouw en het beest samenwerken of gelijk zijn aan elkaar. Johannes "verwonderde zich met grote verwondering" bij het zien van het beest, en aan de hand van deze teksten zouden we kunnen concluderen dat zijn "naam niet is geschreven in het boek van de levens" (of kwam dit later?). Volgens mij zijn hier de draak en het panter-beer-leeuw-beest door elkaar beschreven: "het beest "was en is niet" en het beest "dat was, niet is, hoewel het is (zal zijn)". De vrouw en het beest zitten "in de woestijn" en zijn goed voor "grote verwondering"; vermoedelijk is dit het inzicht dat God en Satan eigenlijk samenwerken bij Project Aarde. Satan en zijn engelen zullen alleen op aarde "verslagen warden", en heel nadrukkelijk niet in het heelal: "het beest dat was, niet is (op aarde) en toch zal zijn". In dat geval zijn alle beesten, dieren en symbolen van Openbaring zowel goddelijk als duivels! Als we de vrouw uit hoofdstuk 12 en 17 als dezelfde zien, dan klopt deze veronderstelling. Bovendien was Jezus als "Koning der koningen" ook een koning van de beesten. Vers 10 gaat verder met: "En het zijn ook zeven koningen; de vijf zijn gevallen, en de een is, en de ander is nog niet gekomen, en wanneer hij gekomen is moet hij weinig tijd blijven. En het beest dat was en niet is, die is ook de achtste koning, en is uit de zeven en gaat ten verderve. En de tien horens die u gezien hebt, zijn tien koningen die het koninkrijk nog niet hebben ontvangen, maar een uur ontvangen zij macht als koningen, samen met het beest. Ze zijn eensgezind onder elkaar, en zullen hun kracht en macht aan het beest overgeven. Ze zullen oorlog voeren tegen het Lam, en het Lam zal hen overwinnen (want het is de Heer der heren en een Koning der koningen), en met Hem zijn de geroepenen, uitverkorenen en gelovigen. En hij zei tegen mij: De wateren die u gezien hebt en waar de hoer zit, zijn volken, groepen, landen en talen. En de tien horens die u gezien hebt op het beest, die zullen de hoer haten en ze zullen haar woest maken en naakt; en zij zullen haar vlees eten en haar met vuur verbranden. Want God heeft hun in hun harten gegeven dat zij Zijn mening (wil) doen, en dat zij eensgezind zijn, en dat zij hun koninkrijk aan het beest geven, totdat de woorden van God voleindigd zullen zijn. En de vrouw die u gezien hebt is de grote stad die het koninkrijk heeft over de koningen van de aarde." De Nieuwe Wereldorde zal slechts een uur o.l.v. de zoon van Satan staan. De "koningen" staan vermoedelijk voor wereldleiders en nieuwe buitenaardse machthebbers op aarde. Het valt aan te nemen dat meneer 666 en de zoon van Satan dezelfde zijn. In II Tessalonicenzen staat over de zoon van Satan: "Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens van de wetteloosheid zich openbaren, de zoon van het verderf, de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich neerzet in Gods tempel, om te laten zien dat hij een god is." De kans is groot dat de grote hoerenstad of Baby-(al-)L-on staat voor New York. God "heeft in hun harten gegeven dat zij zijn wil doen" lijkt een bevestiging van mijn vermoeden dat het allemaal afgesproken werk is tussen God, Satan en hun engelen. Hoofdstuk 18: "En hierna zag ik een andere engel komen uit de hemel, met grote macht, en de aarde is verlicht geworden van zijn heerlijkheid. En hij riep krachtig met een luide stem: Zij is gevallen, zij is gevallen, het grote Babylon, en is een woonplaats van duivels geworden, en een bewaarplaats van alle onreine geesten, en een bewaarplaats van al het onreine en verfoeide (afschuwelijke of te haten) gevogelte; omdat alle volken gedronken hebben van de wijn van de toorn van haar hoererij, en de koningen van de aarde met haar gehoereerd hebben, en de kooplieden van de aarde rijk zijn geworden door de kracht van haar weelde. En ik hoorde een andere stem uit de hemel die zei: Ga weg van haar, Mijn volk, zodat u niet deelneemt aan haar zonden, en zodat u niet van haar plagen ontvangt. Want haar zonden hebben zich opgehoopt tot aan de hemel en God heeft aan haar ongerechtigheden gedacht. Vergeldt haar zoals ook zij vergolden heeft, en verdubbelt haar werken dubbel; in de drinkbeker waarin zij geschonken heeft, schenk haar dubbel in. Zoveel als zij zichzelf verheerlijkt heeft en weelde gehad heeft, zoveel pijniging en rouw is voor haar. Want zij zegt in haar hart: Ik zit als een koningin, ben geen weduwe en zal geen rouw zien. Daarom zullen haar plagen op een dag komen, namelijk dood, rouw en honger, en zij zal met vuur verbrand worden; want sterk is de Here God die haar oordeelt. En de koningen van de aarde die met haar gehoereerd en weelde gehad hebben, zullen haar bewenen en rouw over haar bedrijven, wanneer zij de rook van haar brand zullen zien. Ver weg staande uit vrees voor haar pijniging zeiden ze: Wee wee de grote stad Babylon, de sterke stad, want uw oordeel is in een uur gekomen. En de kooplieden van de aarde zullen wenen en rouwen om haar, omdat niemand hun waren meer koopt. Waren van goud, zilver, kostbaar gesteente, parels, linnen, purper, zijde, scharlaken, welriekend hout, ivoren vaten, kostbare houten vaten, koper, ijzer, marmer, kaneel, reukwerk, wijn, olie, meelbloem, tarwe, lastdieren, schapen, paarden, wagens, lichamen en de zielen van mensen. En de vrucht waarnaar uw ziel begerig was is van u weggegaan; en u zult het niet meer vinden. De kooplieden van deze dingen, die rijk geworden waren van haar, zullen ver weg blijven staan uit vrees voor haar pijniging....En alle stuurlieden en al het volk op de schepen, en allen die op zee handelen....riepen: Wee, wee... Bedrijf vreugde over haar, u hemel en u heilige apostelen, en u profeten, want God heeft uw oordeel aan haar geoordeeld. En een sterke engel hief een steen op als een grote molensteen, en wierp die in de zee, zeggende: Zo zal de grote stad Babylon met geweld neergeworpen worden en niet meer gevonden worden. En de stem van de citerspelers, zangers, fluitisten en bazuiners (trompettisten) zal niet meer in u gehoord worden; en geen kunstenaar van enige kunst zal meer in u gevonden worden; en geen geluid van molens zal nog in u gehoord worden. En het licht van de kaars zal niet meer in u schijnen; en de stem van een bruidegom of bruid zal niet meer in u worden gehoord; want uw kooplieden waren de groten van de aarde, want door uw toverij zijn alle volken verleid geweest. En in haar zijn gevonden het bloed van de profeten en de heiligen, en al degenen die gedood zijn op de aarde." Uit dit hoofdstuk blijkt de grote afkeer van de Heer en Zijn Engelen voor de vrije handel. Het "verfoeide gevogelte" doet mij denken aan de vereerde Egyptische vogels als de havik, valk, ooievaar, adelaar etc. De "vrucht waarnaar uw ziel begerig was" is een regelrechte verwijzing naar de "verboden vrucht" uit Genesis. De vrije handel is dan ook het grote verschil tussen God en Satan (zie ook Ez. 28: 14-16+18 aan het begin van dit hoofdstuk). In hoofdstuk 21, vers 23 staat dat Jezus of het Lam de "kaars" is, en de "bruid" komt ook voor in 21: 9. De "toverij" slaat natuurlijk op de technologie van Satan en zijn engelen. Hoofdstuk 19: "En hierna hoorde ik iets als een luide stem van een grote menigte in de hemel, zeggende: Halleluja, de zaligheid, heerlijkheid, eer en kracht zijn van onze God. Want Zijn oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig, want Hij heeft de grote hoer geoordeeld, die de aarde verdorven heeft met haar hoererij, en Hij heeft het bloed van Zijn dienaren van haar hand gewroken. En zij zeiden voor de tweede keer: Halleluja (H-All-El-U-Ja)! En haar rook gaat op in alle eeuwigheid. En de vierentwintig ouderlingen, en de vier dieren vielen neer en aanbaden God die op de troon zat, zeggende: Amen, Halleluja! En een stem kwam uit de troon, zeggende: Looft onze God, u als Zijn dienstknechten, en u die Hem vreest, zowel klein als groot! En ik hoorde iets als een stem van een grote menigte, en iets als een stem van vele wateren, en iets als een stem van sterke donderslagen, zeggende: Halleluja, want de Here, de almachtige God heeft als Koning geheerst. Laat ons blij zijn, en de vreugde bedrijven, en Hem de Heerlijkheid geven; want de bruiloft van het Lam is gekomen en zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt. En haar is gegeven dat zij bekleed zal worden met rein en blinkend fijn linnen; want dit fijne linnen zijn de rechvaardigmakingen van de heiligen. En hij zei tegen mij: Schrijf, zalig zijn zij die geroepen zijn voor het avondmaal van de bruiloft van het Lam. En hij zij tegen mij: Dit zijn de waarachtige woorden van God. En ik viel neer voor zijn voeten om hem te aanbidden, en hij zei tegen mij: Zie, dat u dat niet doet; ik ben uw mededienstknecht en van uw broeders die de getuigenis van Jezus hebben; aanbid God. Want de getuigenis van Jezus is de geest van de profetie. En ik zag de hemel geopend; en zie, een wit paard, en die erop zat was genoemd Getrouw en Waarachtig, en Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid. En Zijn ogen waren als een vlam (V-Lam) van vuur (V-Uur), en op Zijn hoofd waren vele koninklijke hoeden (kronen); en Hij had een naam geschreven die niemand wist dan Hijzelf. En hij was bekleed met een gewaad dat met bloed geverfd was; en Zijn naam wordt genoemd het Woord van God. En de heerscharen (Herenleger of het leger van de Heer) in de hemel volgden Hem op witte paarden, gekleed met wit en rein fijn linnen. En uit Zijn mond ging een scherp zwaard, zodat Hij daarmee de heidenen zou slaan. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren roede (staf); en Hij treedt de wijnpersbak van de wijn van de toorn en van de gramschap (woede) van de almachtige God. En Hij heeft op Zijn gewaad en op Zijn dij deze naam geschreven: Koning van de koningen en Heer van de heren. En ik zag een engel staan in de zon; en hij riep met een luide stem tot alle vogels die in het midden van de hemel vlogen: Kom hierheen en verzamel u voor het avondmaal van de grote God. Zodat u eet van het vlees van de koningen, en het vlees van de leiders over duizend, en het vlees van de sterken, en het vlees van de paarden en degenen die daarop zitten; en het vlees van alle vrijen en slaven, en kleinen en groten. En ik zag het beest en de koningen van de aarde met hun legerscharen verzameld, om oorlog te voeren tegen Hem die op het paard zat en tegen Zijn leger. En het beest werd gegrepen, en met hem de valse profeet, die de tekenen voor zijn ogen (in de tegenwoordigheid) gedaan had, waardoor hij hen verleidde die het merkteken van het beest hadden ontvangen, en die zijn beeld aanbaden. Deze twee zijn levend geworpen in de poel van vuur die met sulfer (zwavel) brandt. En de overigen werden gedood door het zwaard dat uit de mond ging van Degene die op het paard zat; en alle vogels werden verzadigd van hun vlees." De "vier dieren aanbaden God" lijkt te bevestigen dat ze een goddelijk karakter hebben. Daar staat tegenover dat het aanbidden zoveel wil zeggen als het "telepatisch contact opnemen". Het valt aan te nemen dat de Heer en Satan elkaar ook regelmatig "aanbidden" of langs telepatische weg contact met elkaar opnemen. Jezus had "vele koninklijke hoeden (kronen) op Zijn hoofd" is een bevestiging van het feit dat hij eigenlijk ook mede leiding gaf over de beesten. Bij een aanstaande lijfelijke ontmoeting met Jezus zullen wij Hem heel nadrukkelijk niet aan Zijn naam herkennen: "niemand weet Zijn naam dan Hijzelf". Het gewaad van Jezus heeft de kleur van bloed of scharlaken-rood. De "op Zijn dij geschreven naam" maakt op mij een nogal wulpse indruk. De "in de zon staande" engel kan betekenen dat Aton, Atoem-Ra, Amon en Ra als zonnegod zijn verslagen op aarde. De term "Jezus en Zijn leger" is een zoveelste bewijs voor het feit dat God een buitenaardse beschaving en iDeoLogie is. Hoofdstuk 20: "En ik zag een engel uit de hemel komen met de sleutel van de afgrond en een grote keten in zijn hand. En hij greep de draak, de oude slang welke de Duivel en Satan is, en bond hem (Job 38:31) duizend jaar; en wierp hem in de afgrond en sloot hem daar in, en verzegelde die boven hem, zodat hij de volken niet meer verleiden zou, totdat de duizend jaren geeindigd zouden zijn. En daarna moet hij een kleine tijd ontbonden worden. En ik zag tronen en zij zaten erop; en het oordeel werd hun gegeven; en ik zag de zielen van degenen die onthoofd waren om de getuigenis van Jezus en om het Woord van God, en die het beest en zijn beeld niet aanbeden hadden, en die het merkteken niet ontvangen hadden aan hun voorhoofd en aan hun hand; en zij leefden en heersten als koningen met Christus, de duizend jaren. Maar de overigen van de doden werden niet weer (opnieuw) levend, totdat de duizend jaren geeindigd waren. Dit is de eerste opstanding. Zalig en heilig is hij die deel heeft aan de eerste opstanding; over deze heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen heersen duizend jaren." Dit hoofdstuk is het belangrijkste uit Openbaring omdat het zo dubbelzinnig en informatief is. De "afgrond" staat vrij ondubbelzinnig voor het heelal of universum. De beste verklaring voor het "gebonden, opgesloten en verzegeld zijn van Satan" is opnieuw dat het afgesproken werk is tussen God en Satan. Gedurende duizend jaar is Satan niet meer lijfelijk en openlijk op aarde geweest. Dit is in het belang van beide buitenaardse partijen. De laatste (af-)god die op aarde heeft rondgelopen was de Midden-Amerikaanse Quetzalcoatl (Kukulkan, Cuculcan of Topilzin-Ce-Acatl). Zijn grote rivaal was Tezcatlipoca of Rokende Spiegel (vliegende schotel?), en verjoeg Quetzalcoatl uit Tula (ongeveer 30 km ten noorden van het huidige Mexico-City). Hierna stichtte Quetzalcoatl nog enkele steden, om vervolgens rond 991 na Chr. te "verdwijnen". Tijdens de algehele zonsverduistering van 11 juli 1991, en precies duizend jaar later, verschenen er UFO's en vliegende schotels in Mexico-City! Als we de "tijden" van openbaring achter de datum van 11 juli 1991 plakken, dan kunnen we best wat voorspellingen wagen. Zeven jaar plus 1991= 1998, en 1998 is weer 3 x 666. De oude Midden-Amerikaanse kalenders eindigen allemaal op de datum 22/23 december 2012, en ook hier kunnen we tijden (twee keer zeven jaar) uit openbaring voor plakken: 14 + 1998 = 2012. Bovendien zijn deze datums zo'n twee maal duizend jaren na de geboorte van Jezus. En "zij zullen met Hem als koningen heersen duizend jaren" kan betekenen dat het nieuwe lichaam zo'n duizend jaar mee gaat. Uit de tekst kunnen we ook opmaken dat er doden zijn die nog niet tot leven zijn gewekt. Heeft dit te maken met het feit dat buitenaardsen niet openlijk aan de slag kunnen met hun zielenoogsten? Vers 7 gaat verder met: "En wanneer de duizend jaren geeindigd zullen zijn, zal de Satan uit zijn gevangenis ontbonden worden. En hij zal uitgaan om de volken te verleiden die in de vier hoeken van de aarde zijn, de Gog en de Magog, om hen te verzamelen tot de oorlog; hun getal is als het zand aan de zee. En zij zijn opgekomen op de breedte van de aarde en omringden de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad; en er kwam vuur neer van God uit de hemel, en heeft hen verslonden. En de Duivel die hen verleidde werd geworpen in de poel van vuur en sulfer, alwaar het beest en de valse profeet zijn; en zij zullen gepijnigd worden dag en nacht in alle eeuwigheid. En ik zag een grote witte troon en Degene die daarop zat, van wiens aangezicht de aarde en de hemel wegvluchtten, en een plaats is voor die gevonden. En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend; en een ander boek werd geopend, dat van de levens is; en de doden werden geoordeeld uit (naar) hetgeen in de boeken geschreven was, naar hun werken. En de zee gaf de doden die in haar waren; en de dood en de hel gaven de doden die in hen waren; en zij werden geoordeeld, een ieder naar hun werken. En de dood en de hel werden geworpen in de poel van het vuur; dit is de tweede dood. En als iemand niet gevonden werd geschreven in het boek van de levens, die werd geworpen in de poel van het vuur." Wee o Wee de MaMagog! De "poel van vuur en sulfer" kan natuurlijk ook staan voor ergens in het heelal. De "aarde en de hemel die wegvluchtten van God" kan betekenen dat God met een gigantische snelheid van de aarde af vloog. De "zee, dood en de hel en de doden die in hen waren" zou kunnen betekenen dat er meerdere zielenopvangcentrales bestaan. Door hun aantal van drie zou dit kunnen betekenen dat er drie oogsten plaats zullen vinden. Deze tekst is wel heel erg mysterieus en raadselachtig. Hoofdstuk 21: "En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde: want de eerste hemel en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer. En ik Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel, toebereid als een bruid die voor haar man versierd is. En ik hoorde een luide stem uit de hemel, zeggende: Zie, de tabernakel van God is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God zelf zal bij hen en hun God zijn. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen; en de dood zal niet meer zijn; noch rouw, noch gekrijt (geklaag, schreien of luid roepen), noch moeite zal meer zijn; want de eerste dingen zijn weggegaan. En Die op de troon zat zei: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zei tot mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en getrouw. En Hij sprak tot mij: Het is geschied. Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde. Ik zal de dorstigen geven uit de fontein van het water van de levens, voor niets! Die overwint zal alles beerven; en Ik zal hem een God zijn, en hij zal Mij een zoon zijn. Maar de vreesachtigen (lafhartigen), ongelovigen, gruwelijken, doodslagers, hoereerders, tovenaars, afgodendienaars en al de leugenaars hun deel is in de poel, die daar brandt van vuur en sulfer; dit is de tweede dood. En tot mij kwam een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, welke vol waren geweest van de zeven laatste plagen, en sprak met mij, zeggende: Kom hierheen en ik zal u de Bruid tonen, de Vrouw van het Lam. En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg, en hij toonde mij de grote stad, het heilige Jeruzalem, neerdalende uit de hemel van God." Die "nieuwe hemel en nieuwe aarde" kan alleen betekenen dat de oude bewoners van de aarde in staat zijn om ruimtereizen te maken. Ze zijn niet meer gebonden aan dit deel van de hemel of heelal, en kunnen ook andere werelden bezoeken of bewonen. De "zee was niet meer" valt misschien te verklaren met Engel-s: Zee staat voor Sea, Z of Omega. Op dit moment in de tijd of toekomst heeft Jezus zijn functie eigenlijk verloren als Koning van de aardse koningen. De term "God zelf zal bij hen en hun God zijn" komt alleen in de oude Statenvertaling voor. Dit geeft al aan hoe moeilijk en omstreden deze tekst bij Bijbelvertalers is of was. Het lijkt alsof God bij (onze) God zal zijn; weer een bewijs voor het feit dat God M/V en meervoud is. Vers 11 gaat verder met: "En zij had de heerlijkheid van God, en haar licht was gelijk aan de kostbaarste steen, namelijk als de steen Jaspis, blinkende als kristal (Christ-Al). En zij had een grote en hoge muur en twaalf poorten, en in de poorten twaalf engelen, en namen daarop geschreven, welke de namen van de twaalf geslachten van de kinderen van Israel zijn. In (van) het oosten waren drie poorten, in het noorden waren drie poorten, in het zuiden waren drie poorten, in het westen waren drie poorten. En de muur van de stad had twaalf fundamenten, en met daarin de twaalf namen van de apostelen van het Lam. En hij die met mij sprak had een gouden rietstok, waarmee hij de stad zou meten, en haar poorten, en haar muur. En de stad lag (was) vierkant, en haar lengte was zo groot als haar breedte. En hij mat de stad met met de rietstok (meetstok) op twaalfduizend stadien; de lengte, breedte en hoogte waren gelijk. En hij mat haar muur op honderdvierenveertig el, naar de maat van mensen, welke des engels (Engel-s en Eng-El) was (gelijk aan engelen is). En het gebouw (bouwstoffen) van haar muur was Jaspis; en de stad was zuiver goud, gelijk aan zuiver glas. En de fundamenten van de muur van de stad waren met allerlei kostbare stenen (edelstenen) versierd. Het eerste fundament was Jaspis, het tweede Saffier, het derde Chalcedon, het vierde Smaragd. Het vijfde Sardonix, het zesde Sardius, het zevende Chrysoliet, het achtste Beryl, het negende Topaas, het tiende Chrysopraas, het elfde Hyacinth, het twaalfde Amethyst. En de twaalf poorten waren twaalf parels, iedere poort was elk uit een paarl (parel); en de straat van de stad was zuiver goud; gelijk aan doorluchtig (doorschijnend) glas. En ik zag geen tempel in haar; want de Heer, de almachtige God, is haar tempel, en het Lam. En de stad hoeft de zon en de maan niet, dat zij in haar zouden schijnen; want de heerlijkheid van God heeft haar verlicht, en het Lam is haar Kaars. En de volken die zalig worden, zullen in haar licht wandelen; en de koningen van de aarde brengen hun heerlijkheid en eer in haar. En haar poorten zullen overdag niet gesloten worden; want er zal geen nacht zijn. En zij zullen de heerlijkheid en de eer van de volken daarin brengen. En in haar zal niets inkomen dat ontreinigt, gruwelijkheid doet en leugens spreekt; maar die geschreven zijn in het boek van het Lam." Het licht van de stad "was gelijk aan de steen Jaspis"; jaspis is een veelkleurige harde edelsteen. De "stad was vierkant en had 12 muren (met fundamenten) en 12 poorten". In "elke poort stond een engel" en elk van de muren had een fundament (apostel) met of van edelstenen. Het is geen toeval dat het licht van de stad en het eerste fundament (apostel) beiden van Jaspis zijn. Wat we hieruit kunnen afleiden is mij niet duidelijk. Staat die veelkleurigheid misschien voor Judas? De lengte, hoogte en breedte van de stad zijn gelijk", en hieruit blijkt dat we te maken hebben met een kubus en niet met een piramide. De poorten van de stad zijn namelijk te groot om in een piramide te passen. De "stad hoeft de zon en de maan niet" is een verwijzing naar vorige hoofdstukken in Openbaring. De parels of poorten zijn een verwijzing naar de vrouw uit hoofdstuk 17: "En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken, en versierd met goud, edelstenen en parels". Deze vrouw (V-Rouw) "is de stad (Babylon) die het koninkrijk heeft over de koningen van de aarde." Ook dit is weer een aanwijzing voor het feit dat het allemaal afgesproken werk is tussen God en Satan. De breedte van de stad: 12000 STADien De breedte van een muur: 144 EL Een stadie is 185 meter Een el is 0,484 m of 48,4 cm De breedte van de stad in meters: 2220000 2220x3 kanten=66600 km 666x3,333333...= 2220 (zie hoofstuk 16 (10:3=3,333333...) De breedte van een muur in meters: 69,696 (3 keer een 6) 1 kilometer is 5,4054054 keer een stadie (3 keer 54 en 54=9x6) 3 kanten van 12000 stadien=36000:666 is weer 54,054054 5,4054054x12 (apostelen, engelen, geslachten etc.)=64,864864 (3 keer 6) Bovendien herhaalt ook het getal 48 (4x12) zich. 1 kilometer is 2066,1157 el. 2066,1157-66,66666... =1999,4491 3x666=1998 3x666,66666...=1999,99999.. 666 heeft in de Hebreeuwse getallencode (cijfer is letter) de betekenis van "paard". Het vierde paard is vaal en staat voor de dood of $atan, en komt dus uit in 1999. Als klap op de V-UURpijl is een stadie ook nog een tijdseenheid! Een stadie is ook 1/30 deel van een uur gaans/lopen (of 185 meter). Over een stadie lopen doe je dus 2 minuten: 30x185 (meter) =5550 meter. 3x12=36 (=6x6) 36x185=6660 meter. De "1600 STADien ver" uit hoofdstuk 14 is in tijd: 1600x30=48000 uur. En 48000 stadien is de omtrek van de stad (4x12000). En 48000x30=1440000 (de 144 el van de muur) Een kant: 12000x30=360000 Indien 360000 staat voor dagen, dan is dit 1000 jaar! Het Hebreeuwse jaar had 360 dagen. Twee keer de kanten van de stad is dus het jaar 2000. Mij bekruipt het gevoel dat onze afstandsmaat van een meter langs telepathische weg tot stand kwam. Op dezelfde manier kan ons jaar van 365 dagen, inclusief de schrikkeljaren, tot stand zijn gekomen. De kans is ook groot dat een engEL of E.T. ons wat heeft geholpen. De voorgaande berekeningen kunnen eigenlijk geen toeval meer zijn. Het is belangrijk om in te zien dat we voor de meter onze EL van 0,688 meter gebruikten. De Engel-se el of yard is 0,914 meter, en ook hier is weer iets vreemds aan de hand: yard heeft de betekenissen van el, ra (met een kleine letter) en (voor-)hof of tuin/ binnenplaats. Overigens staat in 2Petrus 3:8 dat "voor de Here een dag is als duizend jaar, en duizend jaar als een dag." Indien we de 48000 uren delen door de uren van een etmaal, dan komen we weer uit op 2000. En als we 1440000 delen door 360 dagen, dan komen we uit op 4000. Dit laatste getal is gelijk aan een poort, zonder rekening te houden met de vier muren van 144 el. Als we bij de engel of poortwachter willen komen dan is dit een halve poort of 2000. Het berekenen van de poort in stadien is behoorlijk complex. 4x69,696 meter (of 144 el)=278,784 meter aan muren per kant. 2220 km x1000=2220000 meter is de totale kant of breedte van de stad. 2220000-278,784=2219721,3 meter aan poorten per kant. 2219721,3:3 poorten =739907,1 meter per poort. 739907,1:1000=739,9071 kilometer per poort. 1 kilometer is 5,4054054 stadien, en dus is 739,9071x5,4054054= 3999,4978 stadien per poort. Om in het midden van de stad of de troon van God te komen, moeten we door het midden van de middelste poort. Ook de straat uit hoofdstuk 22 loopt door het midden van de poort. Bovendien staat hier ook de engel of poortwachter. De helft van 3999,4978 is 1999,7489. Als we willen weten op welke dag van 1999 dit is, dan vermenigvuldigen we 0,7489 met 365 dagen: dagnummer 273,3485. Als we dit op de kalender uittellen, dan is dit 29 september 1999. We kunnen zelfs tot op de minuut nauwkeurig zijn: negen voor half negen of 8,21 uur. Het toeval wil dat ik deze berekening maakte op 29-9-1996! 29-9-1999 is net zo'n opmerkelijke datum als die aan het eind van de Maya-kalender: 22-12-2012. Wat het allemaal te betekenen heeft weet ik ook niet. Ik weet wel dat Mama Isis voor Vader Here (nowHere now Here) komt. De genoemde "tijden" uit de vorige hoofdstukken kunnen heel goed relatief zijn (E=Mc2). Is het toeval dat 2012-1998 (3x666), 14 jaar (4x3,5 jaar) is? Overigens "weet alleen God het uur en de dag." Het jaar kunnen we dus wel berekenen. De getallen van Osiris passen net als de getallen van Quetzalcoatl of Kukulcan op een wonderbaarlijke manier in elkaar. Je zou bijna denken dat het afgesproken werk is! Volgens de laatste echte Egyptische hogepriester Manetho (300 v.Chr) kwamen de Egyptische goden aan op de aarde in 23100 v.Chr. Als we 666 optellen bij 23100 dan komen we uit op 23766, en dat is 2000 jaar minder dan de precessiecyclus van de aarde! Bovendien was het jaar 666 het tweede "paard" uit Openbaring! In het Egyptische dodenboek komen we de volgende getallen tegen: 12=het aantal sterrenbeelden in de dierenriem en het aantal maanden in een jaar; 30=het aantal graden op de ecliptica voor elk teken van de dierenriem en het aantal dagen in de Egyptische maand; 72=samenzweerders van Seth die Osiris wilden doden en ook het aantal jaren dat nodig is voor de zon om een verschuiving van een graad in de precessie over de ecliptica te voltooien; 360=het aantal graden in de ecliptica en het aantal Egyptische dagen in een jaar. 360x72=25920 is het aantal jaren in een precessiecyclus volgens Osiris. Met de bovenstaande getallen kunnen we op meerdere manieren aan het getal 25920 komen. In werkelijkheid duurt een precessiecyclus van de aarde 25776 jaar; 25920-25776=144 jaar. Het getal 144 kennen we nog uit de Bijbel en uit Openbaring 21. In de Hebreeuwse getallencode heeft 144 de betekenis van (H)Adam="het rood" of "het bloed". De getallen van Openbaring, Quetzalcoatl en Osiris passen als een intergalactische legpuzzel in elkaar! Het vreemdste is misschien wel dat we met gebruikmaking van alleen onze meters ook in het midden van de middelste poort uitkomen. 30 (2 minuten) x 0,185 km is 5,55 km per uur. We moeten 1000 uur (= 41,66666.. dagen of 1,388888.. maand) lopen om in het midden van de middelste poort uit te komen. 1000 x 5,55 = 5550 km of 2,5 kanten van de stad. Als we 48000 uur delen door 24 oudsten dan komen we ook uit bij het uur of jaar 2000 + 5,5555555... Ook met de datum 5 mei 2000 moeten we serieus rekening houden. Op die dag komen de planeten van ons zonnesteisel namelijk op een kaarsrechte lijn te staan door een zeer zeldzame conjunctie. De enorme aantrekkingskracht van de verschillende planeten bij elkaar kan rampzalige gevolgen hebben voor de aarde. We moeten dan denken aan aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, continentale verschuivingen of zelfs een omkering van de magnetische polen. Misschien zagen de buitenaardsen of God dit al heel lang geleden aankomen, en kunnen we de tekst "de eerste aarde was voorbijgegaan" uit hoofdstuk 21 hiermee verklaren. Hoofdstuk 22: "En hij toonde mij een zuivere rivier van het water van de levens, helder als kristal en voortkomende uit de troon van God en het Lam. In het midden van haar straat en op de ene en de andere zijde van de rivier was de boom van de levens, voortbrengende twaalf vruchten, van maand tot maand gevende zijn vrucht; en de bladeren van de boom waren ter genezing van de heidenen. En geen vervloeking zal er meer tegen iemand zijn; en de troon van God en die van het Lam zal daarin zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen; en zullen Zijn aangezicht zien, en Zijn Naam zal op hun voorhoofden zijn. En daar zal geen nacht zijn en zij zullen geen kaars noch licht van de zon nodig hebben; want de Here God verlicht hen; en zij zullen als koningen heersen in alle eeuwigheid. En hij zei tegen mij: Deze woorden zijn getrouw en waarachtig; en de Here, de God van de heilige profeten, heeft zijn engel gezonden om zijn dienstknechten te tonen wat haast moet geschieden. Zie, Ik kom haastig; zalig is hij die de woorden van de profetie van dit boek bewaart. En ik, Johannes, ben degene die deze dingen gezien en gehoord heb. En toen ik ze gehoord en gezien had viel ik neer om te aanbidden voor de voeten van de engel die mij deze dingen toonde. En hij zei tegen mij: zie, dat u het niet doet; want ik ben uw mededienstknecht en een van uw broeders, de profeten en degenen die de woorden van dit boek bewaren; aanbid God. En hij zei tegen mij: Verzegel de woorden van de profetie van dit boek niet; want de tijd is nabij. Die onrecht doet, dat hij nog onrechtvaardiger doet; en die vuil is, dat hij nog vuiler mag worden; en die rechtvaardig is, dat hij nog rechtvaardiger mag worden; en die heilig is, dat hij nog heiliger mag worden. En zie, Ik kom haastig; en Mijn loon is met Mij, om een ieder te vergelden zoals zijn werk zal zijn." De rivier van "het water van de levens in het midden van haar straat" zijn de diagonalen in de plattegrond van het Nieuw-Jeruzalem. De "boom van de levens had twaalf vruchten" en als we die lijn doortrekken dan had de boom van de kennis van goed en kwaad" uit Genesis ook twaalf vruchten. Zonder daar verder op in te willen gaan, denk ik dat we hiermee de essentie en het doel of nut van Jezus te pakken hebben. De "bladeren van de boom" kunnen we ook lezen als de bladeren van het Nieuwe Testament. Ook hier staat met zoveel woorden dat de "kaars" of Jezus zijn functie of nut ooit zal verliezen. De "tijd is nabij" heeft na bijna 2000 jaar een vreemde (bittere of Alsem) bijsmaak gekregen. Vers 13 gaat verder met: "Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde; de Eerste en de Laatste. Zalig zijn zij die Zijn geboden onderhouden, zodat hun macht is (zij recht mogen hebben) aan de boom van de levens, en dat zij door de poorten de stad in mogen gaan. Maar buiten zullen zijn de honden, tovenaars, hoereerders, doodslagers, afgodendienaars en ieder die de leugen liefheeft en bedrijft. Ik, Jezus heb mijn engel gezonden om u deze dingen te getuigen in de Gemeenten. Ik ben de Wortel en het geslacht van David (zou dit uit het geslacht moeten zijn?), de blinkende Morgenster. En de Geest en de Bruid zeggen: Kom! En die het hoort, zegge: Kom! En die dorst heeft, kome; en die wil neemt het water van de levens voor niets (gratis). Want ik betuig aan ieder die de woorden van de profetie van dit boek hoort: Indien iemand hier dingen aan toevoegt, God zal hem toevoegen de plagen die in dit boek geschreven zijn. En indien iemand afneemt (afdoet) van de woorden van de profetie van dit boek, God zal afnemen zijn deel uit het boek van de levens, en uit de heilige stad, en uit hetgeen in dit boek geschreven is. Die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom haastig. Amen. Ja, kom, Here Jezus! De genade van onze Here Jezus Christus zij met ons allen. Amen. TIJDENVoor de goede orde en alle duidelijkheid zal ik de tijden uit Openbaring nog even op een rijtje zetten. Voor het gemak zijn ook de hoofdstukken (tussen haakjes) aangegeven. --Tien dagen lang: Verdrukking voor de kerk van Smyrna, Turkije. (2) --Kleine tijd: Rust voor de zielen die gedood waren om het Woord van God. (6) --Vijf maanden: Pijniging (geen doding) door sprinkhanen. (9) --Vijf maanden: Het beschadigen van de mensen door sprinkhanen. (9) --42 Maanden: Het vertreden van de heilige stad door de heidenen. (11) --1260 Dagen: Twee getuigen krijgen macht en profeteren. (11) --Drie dagen en een halve: Het uit de afgrond opgekomen beest zal de twee profeten doden en de lichamen op straat laten liggen. (11) --Drie dagen en een halve: Een geest van leven uit God is in hen gegaan. (11) --1260 Dagen: Het voeden van de vrouw in de woestijn. (12) --Kleine tijd: De Duivel is op aarde gekomen. (12) --Een tijd, tijden en een halve tijd: Het voeden van de vrouw buiten het (ge-)zicht van de slang. (12) --42 Maanden: Het panter-beer-leeuw-beest werd macht gegeven om grote dingen en godslasteringen te spreken. (13) --Weinig tijd: Het panter-beer-leeuw-beest met zeven hoofden (koningen en bergen) en tien horens (tien koningen die het koninkrijk nog niet hebben ontvangen en de hoer zullen haten) verliest vijf van de zeven koningen, en de een is, en de ander is nog niet gekomen, en wanneer hij gekomen is moet hij weinig tijd blijven. (17) --Een uur: De achtste koning is "het beest" en is uit de zeven en gaat ten verderve. De tien koningen die het koninkrijk nog niet hebben ontvangen zullen de macht ontvangen op (gedurende?) een uur met het beest. (17) --Een dag: De plagen van de stad komen op een dag. (18) --Een uur: Het oordeel van de grote stad Babylon. (18) --Een uur: De rijkdom van de stad verwoest. (18) --Duizend jaar: De engel met de sleutel van de afgrond bond de draak, de oude slang, welke is de Duivel en Satan. (20) --Duizend jaar: Na afloop van duizend jaar zal Satan de volken verleiden.(20) --Kleine tijd: Het ontbonden zijn van Satan. (20) --Duizend jaar: De zielen van degenen die onthoofd waren om de getuigenis van Jezus en het Woord van God, en het beest en zijn beeld niet aanbeden hadden, en het merkteken niet op voorhoofd of hand hadden ontvangen; zij leefden en heersten met Christus. (20) --Duizend jaar: Na afloop van duizend jaar werden de doden weer levend en dit is de eerste opstanding. (20) --Alle eeuwigheid: De dienstknechten van God zullen als koningen heersen.(22) |