CONCLUSIE VAN HET CHRONOLOGISCH OVERZICHT

Met uitzondering van de Koran spreken alle heilige geschriften over nederdalende goden en engelen. Onze verre voorouders hadden duidelijk moeite met het onder woorden brengen van hun waarnemingen. Vliegende hemelbewoners lijken over de hele wereld gelijktijdig en los van elkaar te zijn waargenomen. "Vliegende discussen, hemelschepen, vreemde vogels, metalen vogels (bij de Eskimo's), vuurvogels, vliegende zonne-ogen en lichtgevende wolken" waren de meest gangbare termen die onze voorouders gebruikten voor de heilige vliegende objecten. Vreemd genoeg vereerde en bestudeerde men overal dezelfde hemellichemen zoals de Beer, Orion, Sirius, de Stier en de daarin gelegen Plejaden. In het woordenboek vinden we onder Plejaden: "Gr. Pleias, een der zeven dochters van Atlas, als sterrenbeeld aan de hemel geplaatst." Hiermee komen we meteen aan het mythologische eiland Atlantis. Atlas zou de leider van dit (goden-) eiland zijn geweest. Het meest bekend zijn de verhalen van Plato die zijn opgeschreven in zijn laatste boeken Kritias en Timaios. Plato had zijn verhalen van de Egyptische hogepriester Solon. "Er lag een eiland voor de zeeengte die ge nu de Zuilen van Herakles (Straat van Gibraltar) noemt. Dat eiland was groter dan Libie en Klein-Azie samen en reizigers van toen konden van daar naar de andere eilanden oversteken, en zo naar het gehele tegenoverliggende continent (Amerika?) dat die oceaan omsloot. In het gebied aan deze kant van de zeeengte voerden zij bovendien nog de heerschappij over Libie tot aan Egypte en over Europa tot aan Tyrrhenie (Toscane in Italie). Later waren er ongekende aardbevingen en overstromingen en toen kwam het afgrijselijke etmaal waarin al uw strijders (Atheners) ineens door de aarde zijn verzwolgen. Ook het eiland Atlantis is door de zee opgeslokt en verdwenen." Oeroude naamgevingen als Atlasberg, Atlantische Oceaan, Atlasstad (Amerika) en Aztlan (Midden-Amerika) lijken te bevestigen dat Atlantis ooit heeft bestaan. De Egyptische god Thot (de bode van de goden die het schrift, kennis en wetenschap bracht; Hermes is de Griekse versie) zou van een ten opzichte van Egypte westelijk eiland gekomen zijn. Over het algemeen neemt men aan dat als Atlantis ooit heeft bestaan, dit eiland 11000-13000 jaar geleden verging. De verdwijning van Atlantis heeft natuurlijk alles te maken met het einde van de laatste ijstijd, en de daarmee gepaard gaande zeespiegelstijging door het smelten van de ijskappen. Volgens mij was dit niet de Bijbelse zondvloed omdat die maar 150 dagen duurde. Bovendien valt aan de hand van de Bijbel deze zondvloed te dateren op 2464 v. Chr. Persoonlijk ben ik van mening dat de zondvloed waar alle heilige geschriften het over hebben, niet die van zo'n slordige 10000 jaar geleden is. Het schrift bestond toen nog niet eens. Als we de chronologie van de Bijbel bekijken (en hem voor waar aannemen) dan vallen twee zaken aangaande de zondvloed op. Archeologische vondsten tonen aan dat de Israelische stadscultuur geheel verdween rond 2400 v. Chr. Voor ik mijn galactische speurneus hierin stak vormde dit altijd een groot mysterie. Verder valt op dat de Egyptenaren ineens enorme piramides gingen bouwen. Veertiende eeuwse Arabische geleerden bevestigen mijn vermoeden: de piramides zijn bunkers van buitenaardsen die zichzelf of hun technologie wilden beschermen tegen (buitenaardse) vijanden. Inb Batuta schreef: "De piramides werden gebouwd door Hermes (=Egyptische Thot) om de kunsten en wetenschappen en andere ten tijde van de zondvloed vergaarde kennis te bewaren." Masoudi schreef: "Koning Soerid, die drie eeuwen voor de zondvloed over Egypte regeerde, bouwde twee grote piramides voor zijn tijdcapsules. De priesters zouden hem hebben gewaarschuwd voor een grote zondvloed gevolgd door een brand, die uit het sterrenbeeld van de Leeuw zou voortkomen. Daarop gaf de farao bevel de piramides te bouwen als opslagplaats voor allerlei wonderen en schatten." De eveneens veertiende eeuwse Encyclopedie van Firazabadi geeft ook aan dat de piramides waren bedoeld "om de kunsten, de wetenschappen en andere kennis ten tijde van de zondvloed te bewaren." Van de piramide van Medoem nam men aan dat deze onvoltooid was. Volgens mij is deze dus gewoon stukgeschoten en zijn er zelfs latere restauratiesporen zichtbaar. Iedereen die denkt mij voor gek te kunnen verklaren, moet maar eens een verklaring geven voor de steenblokken van 1000 ton, die in het tempelcomplex van Baalbek (Libanon) zijn verwerkt. Zou dit soms de Bijbelse toren van Babel zijn? Uit het chronologisch overzicht valt op te maken dat de uittocht uit Egypte onomstotelijk plaatsvond in 1441 v. Chr. Alleen bij de leeftijd waarop Jakob Jozef kreeg zit mogelijk een klein hiaat. Meer dan enkele jaren zal dit niet zijn. Het is duidelijk dat Mozes zijn naam aan farao's als Thoetmozes, Ahmozes en Amenmozes te danken had. Zijn pleegmoeder was immers een dochter van de farao. Dat Mozes misschien toch echt heeft bestaan valt op te maken uit een tekst van de Egyptische priester Manetho uit de derde eeuw v. Chr.: "Voor mij is Mozes een door de goden verachte tegenstander van alle godsdienst." Hatsjepsoet staat bekend als de farao-koningin die "weer herstelde wat vernield was toen de Aziaten (Joden) nog in Auaris zaten." Het meest opvallende aan het chronologisch overzicht is natuurlijk dat Adam en Eva 6100 jaar geleden de eerste mensen waren. Archeologische vondsten tonen aan dat dit onzin is. Ik zal op meerdere manieren aantonen dat dit toch waar kan zijn. Een voor de hand liggende verklaring is dat God archeologische vondsten voor ons heeft achtergelaten. Een tweede verklaring is dat Adam en Eva niet de eerste mensen waren, maar wel de eerste mensen die gelijk aan God waren. Deze aan God gelijke mensen hadden vermoedelijk dezelfde buitenaardse technieken tot hun beschikking. Dit is meteen een verklaring van hoe het komt dat ze zo'n 1000 jaar oud werden. Het feit dat Adam het evenbeeld was van God (hij zag er identiek uit als de Heer) en Seth weer van Adam, doet vermoeden dat er sprake was van genetische schepping en niet van geboorte. De leukste verklaring die ik heb kunnen vinden is dat de ark van Noach een tijdruimtereisje heeft gemaakt. De moleculaire sructuur van de ark en zijn bemanning werd afgebroken, voor een bepaalde tijd opgeslagen, en vervolgens weer veel later in zijn oorspronkelijke toestand achtergelaten. Het is ook mogelijk dat (elk volk of) meerdere volkeren hun eigen plaatselijke zondvloed kregen.

In het jaar 525 v. Chr. namen de Perzen het eens zo machtige Egyptische rijk over. Zouden de (af-)goden dit land toen hebben verlaten? De Bijbel lijkt dit te bevestigen. De Heer weigerde volgens het laatste Oude Testament-boek Maleachi verdere (spijs-)offers in ontvangst te nemen. Persoonlijk ben ik van mening dat deze offers daadwerkelijk als voedsel dienden voor de goden, engelen en buitenaardsen. Rond 1440 v. Chr. begon zowel in Egypte als bij de Joden deze voedselvoorziening voor buitenaardsen op grote schaal. Maleachi is geschreven rond 500 v. Chr., en 500 jaar later vernemen we weer iets nieuws van Meneer de Heer en Zijn Engelen. Het lijkt alsof de buitenaardsen van 6 v. Chr. tot 90 weer wel even lijfelijk op deze planeet aanwezig waren. Alleen in Midden-Amerika werden nog wat bouwwerken gemaakt die duiden op buitenaardse aanwezigheid. De laatste god die op deze wereld rondliep was god-koning en stedenstichter (Uxmal, Chichen Itza en Mayapan) Kukulcan. In 987 stichtte Kukulcan Mayapan. Na een verblijf van enkele jaren in Mayapan, keerde hij weer terug naar Mexico (Tula of Tenochtitlan; het huidige Mexico-Stad). De Azteken noemden Kukulcan: Topilzin-Ce-Acatl en hij had de titel Quetzalcoatl (Gevederde Slang).